donderdag 6 september 2007

Tuingeluiden

Vanachter m'n raam, werkend met de computer, hoor ik het geluid van Staartmezen. Vanaf het kerkhof, welke achter m'n tuin ligt, dwarrelt een groep mezen de hoge spar aan de rand van de tuin in. Niet veel later vliegen de drukke langstaartige verenbolletjes naar de Hulst, welke tegen het klooster aan en wat dichter bij m'n raam staat. Kool- en Pimpelmezen vliegen mee en gezamenlijk nemen ze bezit van de boom. Getrokken door het geluid van een goudhaan besluit ik snel met m'n kijker de tuin in te gaan. In de hulst krioelt het van de vliegbewegingen van zo'n zeven Staartmezen, evenveel Koolmezen en zo snel te zien iets meer Pimpelmezen. Maar het blijft lastig tellen met zo'n dicht betakte boom. De mezen scharrelen druk langs elkaar, zo veel mogelijk insecten naar binnen werkend als maar mogelijk is.
Een Tjiftjaf fladdert af en toe aan de rand van de boom, om daarna weer het groen in te duiken. De 'goudhaan' blijken er twee te zijn. Zowel een gewone Goudhaan, als een Vuurgoudhaan trekken mee. Ook de Tjiftjaf blijkt met z'n tweeën te zijn. Later trekken de Goudhanen en Tjiftjaffen zich terug in een hoge conifeer en laten zich dan wat minder makkelijk zien. Aangespoord door de Staartmezen, die als eerste kollektief uit de boom vertrekken, vliegt de groep mezen op en één voor één verdwijnen ze over het lage gedeelte van ons huis naar de andere kant van het klooster. Even meen ik ook een Grauwe Vliegenvanger in de grote spar te horen, maar de vogel laat zich helaas niet zien en later ook niet meer horen
Blijft een kick om een 'feedingflock' mezen te zien zwerven, en het is altijd weer spannend wat er voor andere vogels meetrekken met zo'n groep. Wordt weer een tijd met grote alertheid in de achtertuin!

Een geweldige kans: een Kleinste Jager in het binnenland!

Het miezert behoorlijk als ik met een rugzak met verrekijker en telescoop op de fiets stap. Bij Elten, net over de grens bij Lobith is een Kleinste Jager ontdekt. Een prachtige zeevogel die je niet vaak van dichtbij én zover in het binnenland kunt bewonderen.

Als gewoonlijk zal het verkeer op de Waalbrug wel vast staan. Ik heb daarom met Jan Hartog onder de Waalbrug aan de Lentse kant afgesproken. Stipt om zeven uur 's avonds haak ik m'n fiets met het slot aan een paaltje vast. Vanuit de auto wijs ik nog een Geelpootmeeuw aan, die ik eerder al op een lantaarnpaal op de Waalbrug zag zitten. Bram Ubels, die ook zou meegaan, ontdekt dat ie die avond om kwart over negen al terug moet zijn om Kerkuilen te gaan ringen. Weet niet of we dat gaan redden. Hij besluit dan ook niet mee te gaan.

Hoe meer we naar het oosten rijden, hoe harder het gaat regenen. Dat voorspelt niet veel goeds, maar we houden de moed er in. In Bemmel krijg ik een belletje van de achterblijver: Bram Ubels. Via een sms kreeg hij te lezen dat de vogel nú wordt gezien op de akker waar de vogel al een tijd vertoeft. De foto's die ik zag van de vogel liegen er niet om. Gaat het lukken, dan zal het één van de weinige keren zijn dat een Kleinste Jager zich van zo dicht bij laat zien.

Voor 1 euro 85 zet de pontbaas ons bij Doornenburg het Pannerdens Kanaal over. Via Herwen en Lobith rijden we naar Elten. We zijn nog maar net Elten ingereden als we aan de linkerkant, bij het bekende, want eerder beschreven, bij het 'pas ingezaaide koolzaadveld' een rijtje auto's zien staan. Vlak ernaast een rijtje telescopen. Vanachter het raam zie ik al een paar bekenden, Arjen Poelmans en Thomas van der Es. Iets verder staat Fabian Meijer met z'n vader, degeen die vlak er voor de sms aan Bram stuurde. Op de groep aflopend zie ik boven de akker al een bruine schicht duikvluchten maken. Spannend!

De vogel laat zich schitterend zien. Azend op pieren en andere insecten vliegt de vogel korte stukken boven de akker, om dan, na een duikvlucht, iets te verorberen. Zittend op de akker valt op dat de vogel blijkbaar mank is. Hinkelend rent ie achter z'n gevonden prooien aan. Aanvankelijk zit de vogel wat achteraan, maar soms waagt de vogel zich onze kant op, en laat zich dan van een afstand van ongeveer 40 meter van alle kanten goed bekijken. Jan Hartog is druk bezig de ene foto na de andere af te drukken. Het is schemerig en het miezert nog steeds. Niet echt ideale omstandigheden voor leuke platen.

De telefoon. Bram meld zich en heeft z'n moeder weten over te halen alsnog te gaan rijden. Even later weer een telefoontje van hem. De route geeft wat problemen en na wat uitleg verwacht ik hem snel. Rond tien over acht verandert het vlieggedrag van de Jager. Na op te zijn gestegen lijkt de vogel cirkelend hoogte te gaan winnen en misschien zelfs te gaan vertrekken. Wat de vogel ook blijkt te doen. In steeds ruimere cirkels verdwijnt de vogel over een dijk heen en vliegt achter een groep bomen langs. Daarmee is de vogel officiëel op Nederlands grondgebied en mag ik de soort tellen.
Dit maakt de waarneming zelf er niet minder om. Zwaar nagenietend besluiten we te gaan zoeken bij het Erfkamerlingschap, het gebied waar de vogel uit zicht verdween. Hier is de vogel niet te vinden en na een gesprek vanuit de auto met Arjen Poelmans, die ons passeert, spreken we af te kijken of de vogel misschien naar De Bijland is gevlogen. Deze grote plas is een bekende meeuwenslaapplaats, een kleine kans is dus aanwezig en we besluiten de gok te wagen. Het wordt al snel donker, snelheid is dus geboden. Bij de Bijland blijkt het inderdaad onmogelijk de plas goed te overzien door de schemer. Arjen staat al te zoeken. Duizenden meeuwen slapen op het water, mocht de vogel hier zitten, vindt 'm dan maar eens terug. In een weiland langs de dijk bij de plas zitten honderden, zoniet duizenden Kieviten, een beeld wat ik nog niet heb mogen zien in ons werkgebied. Vanuit een wilgenbos langs het water kwetteren tientallen Spreeuwen op hun slaapplaats.

Rond half negen krijg ik een telefoontje dat Bram z'n zoektocht moet afbreken in verband met zijn afspraak. Jan en ik stoppen ook met zoeken. Met de 'deal' dat nu Nijmegen aan de beurt is voor een goeie soort, Arnhem loopt al voor met Lachmeeuw en Kleinste Jager, nemen we afscheid van Arjen en de later gearriveerde Erik Ernens en rijden voldaan op huis aan. Op het pontje bekijken Jan en ik de gemaakte foto's en er blijken toch een aantal redelijke 'bewijsplaatjes' tussen te zitten.

Mijn 333ste soort op Nederlands grondgebied kan ik die avond bijschrijven