zaterdag 25 oktober 2008

Notenkraker Horst, Graszangers in Beugen!

Op 23 oktober wordt ten zuidoosten van Horst een Notenkraker gemeld via Waarneming.nl. De plek is niet exact bekend, maar de waarneming, mét foto gepubliceerd, zorgt er voor dat de volgende dag mensen gaan zoeken, waaronder Geert Lamers. En inderdaad na een flinke zoektocht de vogel weer vinden langs de Sint Jorisweg. Zelf ging ik het vandaag proberen met Hennie Reijnen. Op weg erheen heb ik contact met Rob Voesten die er al is en krijg te horen dat de vogel nog niet is gevonden. Er wordt nog druk gezocht, maar vlak voor we aankomen krijg ik het verlossende telefoontje: hij zit er nog! Als we in de buurt zijn loodst Rob ons naar de plek, een zijpaadje langs de Sint Jorisweg, en als we even later aan komen lopen kunnen we gelijk aanschuiven. Vlak langs een landweggetje zit een schitterende Notenkraker zich tegoed te doen aan wat lijkt larven, op slechts een paar meter afstand. Even lijkt het mis te gaan wanneer een hond van een passerende wandelaar een uitval doet naar de vogel, maar het gaat goed. De vogel komt boven onze hoofden in een eik zitten en is niet bepaald schuw. Even later vliegt ie terug en gaat verder met waar hij mee bezig was. Als je op de foto rechts goed kijkt, dan zie je de vogel in het gras zitten onder het dunne en dikke paaltje bijelkaar! Na een schitterende show op een weidepaal vliegt de vogel op en vertrekt.

Later blijkt dat de vogel een soort ritme heeft, waarin hij telkens een drietal plekjes in de (ruime) omgeving bezoekt om te foerageren. Zodra de vogelaars dit doorhadden werd het vinden van de vogel een stuk makkelijker!

Op de terugweg besluiten we nog even langs Startwijk bij Beugen te gaan. Op dit bouwterrein vol ruigte werd eerder dit najaar een Graszanger ontdekt, een regionaal erg goede soort, maar nu al een tijdje uit beeld was. Terwijl we door het veld lopen vliegen Putters, Graspiepers, Veldleeuweriken en Patrijzen om ons heen. Bij het inmiddels bekende zandpaadje 'met bouwkeet' hoor ik een roepje wat ik wel ken en hier eerder heb gehoord: verrek, dat is de Graszanger! Tot grote verbazing van Hennie en mij zien we de roepende vogel achter een soortgelijk vogeltje door de ruigte aanvliegen. Zitten er nu gewoon twee! De twee vliegen regelmatig laag over de vegetatie achter elkaar aan en laten zich af en toe leuk bekijken. Het mannetje laat een paar keer z'n zang horen en nadat ik de waarneming heb doorgebeld gaan wij er ook vandoor.

dinsdag 3 juni 2008

Vogelen op Helgoland 29 mei tot 3 juni: fotoimpressie

Donderdag 29 mei vertrokken we om half vijf 's ochtends met twaalf mensen vanuit Nijmegen naar Willemshaven in NoordDuitsland, om de boot van negen uur te kunnen halen. De duitse autobanen waren lekker leeg, we konden dan ook stevig doorrijden. Ruim op tijd kwamen we in de haven aan en parkeerden de auto op de parkeerplaats. In colonne met volle bepakking op naar de boot. Er viel nog niet veel te zien in de haven, slechts een enkele Visdief hing er rond en op een paal zat een Geelpootmeeuw.

Vanaf de boot was er over land schitterende Wespendieventrek te zien. Niet alleen over land, ook laag over het water ging het noordwaarts. Na flinke tijd varen kwam land in zicht. Als een blok doemde Helgoland op en niet veel later liepen we door de controle het taxfree eiland op. Het barste van de toeristen die al dan niet voor langere tijd op het eiland verbleven. Rustig slenterend liepen we naar de jeugdherberg waar we zouden verblijven. In de struwelen voor de herberg hoorden we al Roodmussen en zagen we Grauwe Klauwieren. Na de kamerverdeling werden in de tuin de telefoonnummers met elkaar uitgewisseld, mocht iemand iets leuks ontdekken, dan konden we elkaar zo snel als mogelijk op de hoogte stellen. Daarna ging het in kleine groepjes het eiland op. Er leken behoorlijk wat zangvogels gearriveerd te zijn. Overal zaten Grauwe Vliegenvangers en ander klein spul. Samen met Roy Slaterus liep ik langs enkele bosjes naast een sportveld. Vrijwel gelijktijdig zien Roy en ik een dikproppige zangvogel wegschieten. Roy is snel met determineren, ik had geen eerdere veldervaring met deze soort: Sperwergrasmus! De vogel liet zich even leuk bekijken en gelijk werd gebruik gemaakt van de telefoonnummers. Helaas kwam de rest van de groep te laat, de vogel liet zich niet meer zien. Niet veel later vliegt een vogeltje langs met witte zijstaart: Kleine Vliegenvanger! Ik zie de vogel ook nog kort vliegen, de zoekacties daarna leveren voor de tweede keer niet op waar we op hoopten.

Hieronder een fotoimpressie van het eiland, de rest van het verhaal komt snel


Bosjes aan de noordwestkant van het eiland











Ook de 'gemeentewerf' werd 'geklopt' op vogels












Het 'Mittel' ligt aan de zuidoosthoek. Deze met struiken begroeide vlakte is interessant voor aankomende trekvogels, die vermoeid invallen.












Impressie vanaf boven op het 'Mittel' en een stuk haventerrein













In de haven kun je onverwachte soorten tegen komen. Op het eind van onze trip werd achterin de haven een adult zomerkleed Zwarte Zeekoet door één van onze mensen ontdekt.













Op allerlei plekjes in de haven werd gezocht, zoals rond deze blokken, waar klein spul verbleef










Het Bovenland bestaat uit nog een deel van het dorp, het vogelringstation en de vuurtoren














Voor de rest is het een heuvelachtige vlakte met wat bosjes hier en daar













Wel heb je mooi overzicht over een kolonie Jan van Genten en Drieteenmeeuwen met daartussen Zeekoeten, Alken, Noordse Stormvogels.


















Van dichtbij kun je naar broedende Jan van Genten kijken


zondag 18 mei 2008

Amerikaanse Goudplevier in de Prunjepolder

In de Prunjepolder in Zeeland is 17 mei een schitterende adult zomerkleed Amerikaanse Goudplevier ontdekt door Mark Hoekstein. Samen met Jos van Oostveen rij ik 18 mei dan ook die kant op. Het is opvallend rustig aan de dijk. Blijkbaar heeft 'iedereen' de soort al. We zijn de enigen.

Als we aan de Delingsedyk aankomen is het ongelovelijk maar waar: de enige, werkelijk waar, énige vogel die vlak voor ons loopt blijkt de goudplevier te zien! Compleet verbluft door deze simpele twitch settelen we ons op de dijk en nemen lekker de tijd om de vogel te bekijken. Hij scharrelt op de typische plevierenmanier langs de rand van het water, en laat zich van alle kanten mooi bekijken.

In dezelfde Prunje zien we ook de al tijden aanwezige Zwarte Rotgans in een klein groepje Rotganzen. Een Strandplevier is een gave aanvulling op m'n jaarlijst, echt makkelijk zijn ze niet altijd. Verder hangen er een Kleine Zilverreiger, Kanoeten, Lepelaars, Steenlopers, Bontbekplevieren en andere soorten rond.

Bij het Breedewater in het Voornes Duin, redelijk 'in de buurt' zit sinds een paar dagen een Noordse Nachtegaal. Jos en ik rijden dan ook nog even die kant op. In een schitterend duingebied moeten we eerst een flink eind wandelen voor we op de bewuste plek komen. De route erheen is dan wel weer makelijk. Waar we op een gegeven moment rechts een klein paadje in moeten, wordt dit aangegeven door een plastic zakje, welke aan een hek is geknoopt. Ondanks lange tijd wachten horen we geen Noordse. Wel een gewone Nachtegaal en twee Goudvinken. Ik maak nog wat foto's van libellen, wat Azuurwaterjuffers blijken te zijn. Maar ja, dit is dan ook niet mijn sterkste soortgroep.









Een filmpje van mij van de Amerikaanse Goudplevier staat op Youtube:

donderdag 1 mei 2008

Waar zijn de mensen vandaag niet heen? Daar gaan wij heen!


Vandaag als een afstotende magneet zo ver mogelijk van Nijmegen-centrum ons werkgebied ingeslingerd, hopend op andere massa's dan de menselijke. Dus stond ik vanochtend met Jouke van der Zee bij het hek aan het Nieuwe Heerenven. Hier geen topdrukte, maar een bescheiden feestje met dertien Kemphanen, twee Kleine Plevieren, een zevental Groenpoten, een Nachtegaal en een Gekraagde Roodstaart. Een jagende Blauwe Kiekendief werd opgepikt boven het grote heideveld.Langs de Twistedenervenweg hoorden we onze eerste Wielewaal voor dit jaar. Een mannetje Goudvink en Bonte Vliegenvanger en enkele Gekraagde Roodstaarten zongen ons toe als waren we koningen, een overvliegende Appelvink had andere gedachten hierover. Een man Kleine Bonte Specht liet zich alleen horen. Bij het bramenveld een drietal Roodborsttapuiten, waarvan twee mannetjes elkaar niet echt konden verdragen. De eerste opstootjes vandaag.

Ook gebruikelijk op een dag als deze zijn telefoontjes als 'waar zit jij?'. Ik had de auto van Geert Lamers al zien staan, dus even peilen waar hij uit hing. Dat bleek in de buurt, maar we zouden net langs elkaar heen lopen. Een belletje later zorgde voor een afspraak op de trektelpost, hij met de auto er heen, Jouke en ik met de benenwagen. En dat was nog wel een wandeling, gelukkig werd deze opgeleukt met Zwarte Mees, Gekraagde Roodstaart en Bonte Vliegenvanger en in de buurt van de telpost een drietal prachtig volwassen mannetjes Tapuit. Jouke wilde deze digitaal vastleggen, zodat hij kruipend verder ging en ik de Dikkenberg opstiefelde. Geert was er al, en zowaar ook Paul Gnodde. Het enige wat goed noordwaarts trok was de wind. Na een tijd kwamen er een aantal roofvogels de lucht in, voornamelijk Buizerds. Een man Bruine Kiekendief trok juist zuidwaarts, een Zwarte Specht trok nergens heen, en stak alleen het heideveld over. De Blauwe Kiekendief lummelde rustig over het heideveld voor de berg, terwijl de Koekoek aangaf dat de tijd langzaam vooruit ging. Jouke wist tijdens het besluipen van de Tapuiten trouwens ook nog een man Paapje vast te leggen.

Na bij onze auto afgezet te zijn door Paul reden Jouke en ik naar het Eendenmeer op de Bergerheide, in de volle verwachting een leuke Geoorde Fuut te kunnen platen. Bij het ven aangekomen vlogen op een T-splitsing van paadjes een aantal vogels op, waaronder een smalle, kleine lijster met een duidelijke rugstreep. Draaihals! De vogel ging in een boompje zitten, maar alleen een paar kleuren en de typische houding waren zichtbaar. Jouke trachtte zo snel mogelijk zijn apparatuur in de aanslag te brengen, ondertussen verplaatste de vogel zich naar een den en ging iets onder de top zitten. Nu kreeg ik de vogel redelijk mooi in beeld. De bandering was goed zichtbaar. Ik wrong me in allerlei bochten om door de takken heen te kunnen kijken, langzaam en bedaard lopend, om even later dezelfde houding als de vogel aan te nemen: stil en bewegingsloos staarden we naar elkaar. Als ware het Beatrix (oké, twas leuk, mensen gezien, spelletje gedaan, snel door naar de volgende locatie) vloog de Draaihals naar een andere boom, waar we de vogel uit het oog verloren.Verbluft, beetje balend dat Jouke de vogel niet in vol ornaat had mogen zien, liepen we richting het watertje van de Geoorde Futen. En weer terug: rugzak vergeten, en weer verder.

Bij het ven geen fuutjes. Een paar Waterrallen gedroegen zich als een enthousiaste menigte en gilden er op los, een Blauwborst deed z'n voordracht. Een Wintertaling had zich verkleed en wij konden niet zo snel thuisbrengen waarin: de vogel leek een kruising tussen een man en een vrouw Wintertaling (groene oogstreep, bruin lijf), maar had ook een merkwaardige beige wangvlek. Kruising met het één of ander? Hierna togen we toch nog weer even naar de ontdekplek van Beatrix, maar ze was verder. Wel zat op een afstand een man Tapuit op een schraal heideveldje. Een tweede vraag die bleef hangen in ons hoofd was een raar lachend geluid vanuit het ven. Het klonk als een kruising tussen het hinniken van een Koekoek en een Dodaars, een soort traag lachende triller. We dachten aan de baltsroep van de Geoorde Fuut, maar moeten het antwoord schuldig blijven.Bij de Haart bij Beugen was blijkbaar wel alles de stad in gegaan: geen Noordse Kwikstaart of steltlopers. Een paar Gele Kwikstaarten, een twintigtal Witte en wat stoere mannen Grasmus zaten op het natte weiland en langs het pad. Twee Visdieven kwamen kijken of er op deze vrijmarkt nog wat te halen was, een IJsvogel riep vanuit een struik langs een beek. Hierna sloten Jouke en ik deze 30 april af als een gezellige, maar rustige feestdag.

maandag 31 maart 2008

IJsduiker Kijfwaard

Deze prachtige IJsduiker zwom al een tijd in de Kijfwaard, onderdeel van de Lobberdensche Waard in de Gelderse Poort. Samen met Jan Hartog ben ik uiteindelijk vandaag ook gaan kijken naar deze mirakels mooie zeevogel. Bij de grote recreatieplas De Bijland zagen we later drie prachtige Geoorde Futen in zomerkleed.



woensdag 5 maart 2008

Tussen regenbui en zonnestraal past altijd een leuk verhaal

Het plan van Jan Hartog en mij was wat 'verder' in het land op excursie te gaan. Verwachte weersverwachtingen doen ons anders besluiten en zo sluiten we rond half negen het autoportier bij de nieuwe afgravingen aan de Ewinkel bij de Kraaijenbergse Plassen. We worden vrolijk begroet door een zingende Tjiftjaf. Dat stemt ons gelijk zonnig en doet wensen naar meer zomervogels. So you wish...Niet veel later ('goh, een Kleine Plevier of zo zou leuk zijn'), wordt de aandacht getrokken door een vogel op een zandhoopje: Kleine Plevier! Volgens de fenologiestatistieken in ons waarnemingenscherm één der vroegste, zoniet dé vroegste tot heden in ons werkgebied. Een Tureluur vliegt fluitend over. Hoezo hagelbuien?
KBP-5 is akelig leeg. Een Brilduiker, drie Bergeenden, wat Kieviten en een paar Tafeleenden en Kuifeenden kruipen door het telescoopbeeld. Langs de Maas ten noorden van Linden foerageren zestig Wulpen op een wit achtergrondje van 21 Knobbelzwanen. Één van m'n weinige Kneuen dit voorjaar vliegt over. Via Gassel rijden we naar de Tongelaar. Op een akker langs de weg Broekkant hangt een groep van zo'n tien Veldleeuweriken rond. Twee ervan zingen biddend hun zomerhit, melodieus ondersteund door een zingende Geelgors. Zo'n veertig Kramsvogels tsjakken over het bos. Een korte stop op een bruggetje over de Lage Raam levert niet directe de gehoopte IJsvogel op. En net als je weg wil rijden: túúrlijk.
Langs de Uilweg bij het grindgat De Kuilen eerst één Geelgors op een ruige akker, later komen er nog zeven uit de bomen omlaag. Prachig die gele 'kupkes'! Alles moet natuurlijk op de vlucht voor drie overpendelende Buizerds. Via een kleine ingang aan de Valkweg wandelen we naar het grindgat. Het vrouwtje Topper is vlot gevonden in een klein groepje Kuif- en Tafeleenden, twee Scholeksters staan er voor op een pijpleiding en iets verder staan er nog eens twee op een vierkante plastic boei. Bij de eenden zwemt nog een merkwaardige eend, welke strak weigerde de kop uit de veren te doen. Ook als soms alles verschrikt de kop opricht, de eend was ver heen. Thuis laten vergelijkende foto's zien dat het toch de hier eerder door John van Zuijlen ontdekte Krooneend betrof. Aan de westkant van het grindgat trippelt een Oeverloper langs het water, bij een groep van acht Scholeksters kwikt een witte staart.
Het idee om naar de Ullingse Bergen te gaan laten we varen op het water welke later met bakken naar beneden komt. Onze redding, u leest zo waarom. Op de plas De Vilt bij Beugen zwemmen minimaal zes paar Fuut, drie Wintertalingen en een paartje Krakeend. Op een ondergelopen weiland bij De Haart lopen twee Scholeksters, twee Witte Kwikstaarten, vier Brandganzen en twee Bergeenden. Lange tijd geleden dat ik hier was geweest, maar wat een prachtplek!'De laatste keer dat we hier waren hadden we geen Klapekster', zeggen Jan en ik nog tegen elkaar. Ik ben de auto half uit, of ik zie 'm al boven in de top zitten bij de haagjes bij de Leemput van Milsbeek. Schitterend! Later vliegt de vogel meer rchting de zandput en voert hier een korte aanval uit op een Koolmees, die snel de dichte bosjes indook. De tweede Tjiftjaf voor vandaag zingt uitbundig tussen de meidoornbloesems, een groep Koperwieken zingt verderop uit volle borst. Twee Grote Lijsters doen mee vanaf een heideveldje langs de grens in het Reichswald. Dat gaat voortreffelijk!
Eindje wandelen dan maar op de Jansberg, lekker weertje er toch voor? En potverdriekacheltjes! Terwijl we net aan de Zwarteweg het bos zijn ingelopen zie ik een specht aan komen vliegen, de éérste specht. De vogel gaat net half achter een boom zitten, een roze broek is echter voldoende om naar Jan te juichen: 'Middelste bonte!' YES! Vlak daarna laat de vogel zich prachtig bekijken. Het, zo te zien, mannetje wordt behoorlijk getreiterd door twee Grote Bonte Spechten, wat er voor zorgt dat de vogel geheel vrij op zo'n meter boven de grond vlak voor ons komt zitten. Jan weet enkele platen te kieken en ik kan m'n geluk niet op. De derde Tjiftjaf voor vandaag zingt aan de noordkant van het bos.
We lopen een rondje langs de drie Bosvijvers in een atmosfeer van opvallende stilte, enkele Glanskoppen zingen uitbundig, daar blijft het bij. Elke specht wordt bekeken, elk klopje onderzocht. Aan de noordkant van de vijvers hoor ik een opvallend, maar zacht 'Kro'. Mmm, klinkt als Raaf. Zou ook een krakende boom geweest kunnen zijn. Tussen de boomkruinen door speur ik toch maar de lucht af. En daar vliegt ie! Een grote zwarte vogel met wigvormige staart flapt richting Reichswald, gevolgd door een tweede. Ik kan de vogels een tijd volgen en zie nog net hoe één van de vogels een prachtige stuitervlucht inzet, om daarna omlaag te duiken. Weer aanbeland op het bospaadje langs de Diepen ontwaren we een Grote Zilverreiger in een moerasig stukje in de Diepen, de andere kant levert tot onze verbazing weer de Middelste Bonte Specht op, nu zo'n 100m westelijker opgeschoven.

Met een grote grijns verlaten we het bos. In de hoop nog weer een glimp van de Raven op te vangen rijden we langs de Holleweg naar Groesbeek. De enige vogel die we in de lucht er uit pikken is een hoog noordwaarts glijdende Ooievaar. Via Kranenburg koersen we naar de Sint Hubertusweg bij Beek en draaien de Ooijpolder in. Langs de Persingensestraat weinig, langs de Kouwedijk een leuk aantal Kieviten, helaas zonder enig Goudplevier. Een deken van Kol- en Grauwe Ganzen ligt in de hoek Kruis-/Hezelstraat, niet veel later vindt een boer het nodig deze eens goed op te kloppen, zodat ook de veertig Brandganzen ertussen mee omhoog gaan. Een kekkerende man Havik vliegt door de Groenlanden.
De lucht betrekt nu behoorlijk serieus en onder dreiging van sneeuwwolken bekijken we bij de Oude Waal de slikplaten. Een groep Grutto's foerageert tussen de ruigte, alleen een overduidelijk baksteen rood en gestreepte Grutto iets verder gaat als IJslandse de notities in. Ik ben blij met m'n eerste twee werkgebied-Tureluurs vooraan, nog blijer word ik van het groepje van minimaal zes achteraan. Ze zitten ver weg, het exacte aantal is moeilijk vast te stellen. Een tiental meters rechts ervan waadt een Grote Zilverreiger door de hoge ruigte. Drie Watersnippen, toch weer die onvermijdelijke Kleine Rietgans, vele Pijlstaarten en Slobeenden en een leuk aantal Bergeenden vormen het einde van een geweldige, zonnige dag. Maar door het wegvallen van de zon wordt het nu wel vies koud op de dijk. Tijd om te gaan. En het zonnige humeur: dat gaat mee naar huis!

vrijdag 15 februari 2008

Dweilen met de Vuurgoudkraan open...

Vandaag een paar uurtjes rondgestruind in Heerlijkheid Beek bij, inderdaad, Beek(-Ubbergen). Ik kende het gebied al een beetje, maar na het mistige bezoek gisteren vandaag weer eens een goede kennismaking gemaakt. Via de ingang aan de Stollenberglaan het gebied ingegaan en dan gelijk de eerste rechts. Je komt dan, het pad volgend langs een grasveld, langs een dal aan je linkerhand. Het ziet er in het begin wat karig uit, qua mix van oude eiken en sparren. Verderop loop je wat meer halverwege het dal. Waar het pad een haakse bocht naar links maakt heb ik een hele tijd staan luisteren en kijken.En hoe langer je keek, hoe onvoorstelbaarder het werd: het miegelde van de Merels. Op het punt waar ik stond keek ik voor me uit tegen een helling op. En op die helling staan grote bomen, welke kon ik niet meer zien, want ze zaten vol Klimop. En tussen die Klimop zaten al die Merels. Een aantal van veertig/vijftig is voorzichtig geschat. Het waren bijna, hoe opvallend, ook allemaal mannetjes. En een drukte! Klimop in, klimop uit, achter elkaar aan naar de volgende boom. Prachtig. Zoveel Merels had ik nog nooit bij elkaar gezien. En het was nog niet klaar, want toen ik het pad later vervolgde bleef het maar aanhouden. Over een lengte van zo'n 100m bleef het een drukte op de helling.Even terug naar mijn stoppunt: hier zaten ook aardig wat mezen. Overal scharrelden Kool- en Pimpelmezen, een groep Staartmezen passeerde, Zwarte Mezen zongen, evenals een enkele Glanskop. Een Appelvink tikte over en Goudhanen hingen tot in de lage gazen afrastering langs het pad. Hier zag ik ook m'n eerste vier Vuurgoudhanen. Ze lieten zich van dichtbij bekijken en af en toe verraadden ze waar ze zaten door de zang. Heerlijk om naar die soms als een kolibrie hangende kleine propjes te kijken. Iets verder langs het pad zat een man Goudvink als lunch een partij bramen naar binnen te werken. Een groep van zo'n 60 Sijzen kwam langs, de ene Barmsijs was er makkelijk uit te pikken. In tegenstelling tot gister vandaag uitbundig 'slaande' Vinken, en ook flink meer.Achter een flat, langs het eerder genoemde grasveldje, hoorde ik m'n volgende Vuurgoudhaan, een zingend mannetje. Door de dichte struiken kon ik niet zien of er meer waren. Waar ik m'n fiets had geparkeerd, langs de laan bij de ingang, fladderden nog eens twee Vuurgoudhanen rond in de bramen en hoger in de Eiken. Overal zongen Zwarte Mezen, een paar Glanskoppen en tikten twee Grote Bonte Spechten hun maaltijd bij elkaar. Dat gaat lekker met die Vuurgoudhanen. Dus ik fiets de laan uit, sla rechtsaf de Stollenberglaan in en ga het volgende wandelpad aan de J.D. vanDommerveldtweg in. Op een open plek vrij aan het begin zitten weer Vuurgoudhanen. Eerst een paar. Het mannetje zingt er lustig op los en ze hangen wat rond in de struiken. Vanaf dit punt ontdek ik bij de ingang nog eens twee Vuurgoudhanen in de struiken bij een huis. Het Middelste Bonte Spechtenverhaaltje sla ik dit keer over: ik had er één, weer aan het begin van het wandelpad bij de weg Wyler. Vijf seconden nadat ik de vogel uit het oog verloor kwam Athol Burrill aan. Samen bekeken we de hoeveelheid Grote Bonte Spechten op dit kleine stukje onderwijl het bos 'tukte' van de Kepen.M'n tenen vonden het lange stilstaan in de kou wat minder prettig en begonnen te protesteren. Tijd om naar huis te gaan. Normaal fiets ik altijd langs het kerkhof aan de Kwakkenbergweg/Postweg in Nijmegen. Vandaag was weer eens tijd voor een bezoekje. Dat leverde vier Appelvinken, een groep Sijzen en (zingende) Groenlingen en twee Grote Bonte Spechten op.
Plus de twaalfde tot veertiende Vuurgoudhaan, bij elkaar scharrelend aan de rand van het kerkhof.

donderdag 14 februari 2008

Het zat weer allemaal lekker op één lijn!

Ondanks zware mist ben ik tegen beter weten in aan het eind van de ochtend eerst in het bos ten noorden van de Stollenberglaan bij Berg en Dal op zoek geweest naar de hier eerder gemelde Middelste Bonte Specht. En zoals verwacht zat alles potdicht. Wel vloog er een Houtsnip op die zich in de groenstrook tussen flats en een grasveldje had verschanst. Mijn rondjes werden steeds groter en groter, dit mede omdat ik zat te peinzen of ik nu wel of niet nog naar de Wylerberg zou gaan. Voordeel was dat ik zo een flinke tijd op de plek heb rondgestruind. Zal eens terugkomen met iets meer zon.
Toch maar naar de Wylerberg. Bij het houten hekje aan de weg 'Wyler' mijn fiets van een slot voorzien en het pad 'bovenlangs' genomen. Opvallend veel Grote Bonte Spechten aan het roffelen en roepen, een grote groep Vinken en Kepen bunkert een voorraad nootjes weg. Voetje voor voetje ga ik vooruit. In een soort van opleving onder de vogels, alles begint te roepen en te zingen, hoor ik ongeveer halverwege een wel érg bekend 'belletje'. Bingo! Of toch niet? Ik loop naar de plek van het geluid. Stil. Toch een 'verre' Pimpelmees? En dan, vlak naast me, zet een man Kortsnavelboomkruiper wat twijfelend z'n zang in! De vogel laat zich leuk bekijken, maar zit boomkruiper-eigen vaak aan de achterkant van de boom.
Met de gedachte nog meer te kunnen profiteren van de zang'opleving' loop ik door. In de haakse bocht aan 'het eind' van het pad bovenlangs loop ik tegen een viertal boomkruipers aan, per twee verdeeld over twee bomen. Ze zitten alle vier op ongeveer een meter hoogte. Twee ervan hebben een roep, welke ik nét ervoor ook nog hoorde, twee verraden zich al snel, mede door de zang, als gewone Boomkruiper. Één van de andere vogels zet zijn keel open en laat luid en duidelijk horen dat ie ook een Kortsnavelboomkruiper is: zo straf heb ik de zang nog nooit eerder gehoord! De vogel die mee vliegt heeft dezelfde kenmerken en het roepje. Ik denk dan ook sterk dat dit een vrouwtje is. De vogels bekijkend, hoor ik achter me nog zachtjes de andere vogel zingen: drie exemplaren dus! De vogels voor me zijn nog subliemer te bekijken: vanaf een meter hoog in de boom op zo'n vijf meter. Dit is genieten!
Zo dertig meter na de haakse bocht haal ik de eerste Middelste Bonte Specht eruit. De vogel ontdek ik door alle spechten af te kijken, iets later kekkert de vogel ook. Twee Appelvinken vliegen laag over. Ik loop door tot het trappetje en ga linksaf weer richting uitgang, in de hoop een tweede vogel te vinden. Helaas. Nóg maar een rondje, de Kortsnavels weer bekijken. Bij het houten hekje sla ik weer het pad bovenlangs in. Door alle eerdere ervaringen ondertussen redelijk bedreven in onderscheid kunnen maken tussen getik tegen bomen van Grote Bonte, Boomklever en Middelste Bonte, word ik gealarmeerd door een tik, waarbij ik hoop de vogel snel te kunnen vinden gezien m'n vermoeden. En inderdaad: man Middelste Bonte! De vogel zit direct in de hoek waar de paden boven en onderlangs zich splitsen. Vlak er na ontdek ik een tweede vogel, deze zit zo'n 20m noordelijk in het bos bij de splitsing. De vogels bestuderend, ze zijn erg 'gemoedelijk' en foerageren minutenlang in dezelfde boom, hoor ik uit het centrum van het perceel waar ik net omheen ben gelopen, het gekekker van nóg een Middelste Bonte Specht! Een seconde na dit geluid controleer ik gelijk de eerste twee, om te zien of er één zich misschien verplaatst heeft. Ze zitten tot mijn grote 'opluchting' nog bijna op dezelfde hoogte in hun bomen waar ik ze eerder ontdekte. Getriggerd door deze 'explosie' besluit ik alsnog een rondje witte boerderij te doen. Het blijft hierna helaas stil. Op de terugweg zie ik alleen in het midden van m'n eerdere kleine rondje nog een Mibo. Kekkerend neemt ie afscheid en verdwijnt richting SOVON.Ben ik blij dat ik bij Heerlijkheid Beek de beslissing nam toch even door te gaan. Dit was ongelofelijk genieten langs een lijn van 150m....

donderdag 24 januari 2008

Altijd fijn!

tevreden mensen....!Leuk dat meer mensen vandaag de Roodhalsgans van De Plak in de Ooijpolder nog hebben gezien. Gelukkig heb ik net voor het donker de gans terug kunnen vangen en met dank aan de Cuijkse mensen hebben we de vogel weer losgelaten bij z'n zeven witte maatjes in de Cuijkse Steeg. Waarom denken jullie anders dat zo'n mooi ongeringd beest zo tam was?hahahahaha
Na enkele stadse verplichtingen ter hoogte van de Oude Waal toch maar in m'n regenbroek gekropen: het begon toch wel wat te soppen. Schuilend achter een pol gras (effect: nihil) een vegetatieopname van de achterrand van de Oude Waal gemaakt, maar helaas: geen Krooneend. Wel veel Pijlstaarten met hun typische geluid en druk baltsende Wintertalingen. Daarnaast een club Slobeenden, Tafeleenden en Smienten en een adult Pontische Meeuw dobberend op het water. Twee Waterpiepers klooien langs de dijk. In de oostcorner van de Oude Waal de Kleine Rietgans een aai over de bol gegeven, there there, en doorgespoeld naar de Hezelstraat. Aan het begin twee roepende Waterrallen, een overvliegende Kleine bonte specht (m'n eerste dit jaar) en een opvliegende Watersnip. Liefst vijf Matkoppen trokken door het riet aan de zuidkant en hoewel de overvliegende Gote Mantelmeeuw aan de oostkant van de Hezelstraat een eitje was, had ik geen zin om de meevliegende grote grijsmantelige meeuw te determineren. Die Brandganzen en grote groep Kramsvogels in de weilanden waren veel interessanter. De oorzaak van een groep opvliegende ganzen blijkt een Vos te zijn die door de weilanden banjert. Kleine twijfel of ik linksaf richting Bisonbaai zou gaan en dan weer naar huis, of toch rechts en dan langs de Plak. Ik sla dus rechtsaf en net voorbij het laatse huis, zie ik, tot mijn grote verbazing en zonder verrekijker al een Roodhalsgans vlak langs de weg foerageren. Krek! Ik bekijk de vogel goed en kan geen ringen ontdekken. Dat is beter nieuws! Snel bel ik Peter Hoppenbrouwers om de gans in een mail te laten omzetten en bel ik Jan Hartog, altijd in voor een leuk fotootje.
Na een tijd heb ik het wel gezien, de luchtvochtigheid ín mijn regenpak is nu bijna even hoog als er buiten. Aandachtig speur ik nog een keer door de grote groep Kol- en Brandganzen en fiets dan naar het pontje bij het Meertje. Nieuwsgierig of er misschien nog Bokjes langs de sloot bij de Rijksweg zitten, of dat het paartje Roodborsttapuiten er nog zit, begin ik te draaien aan het wiel van het pontje. Als een koppige ezel blijft het ding echter weerbarstig aan de overkant liggen en het wiel draait tollend terug door de spanning. Jos van Oostveen aan de lijn: waar de Roodhalsgans zit. Ik besluit terug te fietsen, om toch nog even te checken of de vogel er nog zit en zie op afstand al dat Jan H. gearriveerd is. De Roodhals zit nu verder naar achter en is niet altijd even goed te zien. Maar zien doet Jan 'm wel. Én fotograveren ook. Alleen werkt de afstand en het licht nu niet echt mee. Ik keuvel even bij Jan in de auto, wat nog een Grote Zilverreiger aan de fietstocht toevoegt en na buiten een sjekkie gerookt te hebben fiets ik alsnog door Persingen met een omweg naar de weilanden langs de Rijksweg. Kolganzen, een grote groep Kramsvogels en een Grote Zilverreiger hangen hier rond. Geen Bokje en geen Roodborsttapuit. Via het klaphek aan het eind van de parallelweg steek ik de Rijsweg over en fiets Ubbergen in. In het dorp vind ik een tuin nog enkele Glanskoppen en wat mezen.
Bij het SOVON-kantoor ga ik het pad op en parkeer de fiets bij de lage slagboom en ga lopend verder. Misschien, heel misschien wil er wel een Middelste Bonte ondanks het pokkeweer meewerken. Zowat in de achtertuin van SOVON stoot ik bij een bramenstruikpartij langs de bosrand een Houtsnip op en laten twee Vuurgoudhaantjes zich mooi bekijken, al scharrelend door de lage struiken. Ik loop met een omweg terug naar de fiets en pik zo nog een aantal Glanskoppen mee, waaronder één zingend. Hup de Rijksweg weer over, kijken wat het Wylerbergmeer te bieden heeft. Oostelijk fiets ik langs de plas. wat wederom twee Vuurgoudhanen langs het pad oplevert. Zes Sijzen vliegen over. Aan de noordkant van de plas fiets ik langs de sportvelden. De bomen zitten hier vol met Kramsvogels en Spreeuwen. Net voorbij de velden sla ik linksaf en duik door de fietstunnel terug Beek in. Nu ga ik de Duivelsberg via het Piet van Rossumpad op. Langzaam bekijk ik alle bomen. En vang een zacht geklop op. Op de plek waar ik vaker Middelste Bonten heb gezien. Zou het? Na een tijd vind ik een vrouwtje Grote Bonte Specht, die de top van een boom aan het decimeren is. Jammerdebammer. Er tegenover, in het kwelbos vind ik m'n derde paar Vuurgoudhanen, nu vrij hoog in de Eiken. Bij het akkertje loop ik tegen een club koters aan, die het goed zou lukken om de sirenes van de eerste maandag van de maand ruimschoots te overtreffen. Ik hoor helemaal niets en ga door naar het bruggetje. De schemer doet z'n intrede, de slagingskans gaat nu heel hard achteruit. Na om 15:47 Bram Ubels te woord te hebben gestaan, die even later ook de Roodhalsgans kan noteren, vind ik het mooi geweest. Bij het bruggetje in het bos loop ik nog tegen een onwaarschijnlijk grote groep mezen (tientallen, voornamelijk Kool) en Vinken aan. Bij villa Berglust gaat de laatste soort, drie Kepen, de lijst op en voldaan laat ik me heuvelafwaarts terug naar Nijmegen voeren.
Thuis pel ik mezelf uit m'n regenpak en doe voorzichtig m'n schoenen uit. Het zal me niet verbazen als er, gezien de waterstand, niet nog één of andere spectaculaire vissoort te voorschijn komt. Proppen kranten gaan er in, handschoenen op de kachel. En ik, ik wil met de kleren aan onder de douche.Toch geen verschil meer. De chocomelk pruttelt.Altijd fijn!

donderdag 10 januari 2008

Soms zit het geluk in meerdere hoekjes

Vanochtend had ik een werkgesprek, waar ik met de kijker in de rugzak heen ging. Bij een vijver aan het Kerkenbos zat een adult Kleine Mantelmeeuw. Op de terugweg nog even door het Goffertpark gestruind. De noordwesthoek is een ontzettend leuk hoekje. Loof- en dennebomen, vijvertje, veel struiken. Daar moeten wel leuke vogels opduiken!
Via de ingang aan de Slotemaker de Bruineweg/hoek Muntweg fietste ik langs een struikenrij waar een groep Pimpels en Koolmezen en Merels zat. Bovenlangs fiets ik richting de kleine vijver. Rond deze 'vijver' heb ik al eerder Vuurgoudhanen gezien, maar ook Kepen, Appelvink, Grote Lijster en groepjes mezen met Goudhanen hingen hier al rond. Nu leek er weinig te zitten. Maar schijn bedriegt. Na m'n eerste stop, met bijna niets, stop ik een klein eindje verderop. Hier loop ik tegen een groep mezen aan. En hoe langer ik stil sta, hoe meer ik zie. Ik tel zo snel vijf Boomkruipers, Boomklevers, een groep Staartmezen, één Zwarte Mees, vier Goudhanen en Kool- en Pimpelmezen. Ik volg de groep en even later sta ik weer op m'n oude 'hotspot'. Nu zie ik bovenin wat bomen ook twee Vuurgoudhanen fladderen. Een Grote Bonte Specht golft door de lucht.
Daarna door naar m'n volgende favoriet: de educatieve natuurtuin bij de Goffertboerderij. Hier tref ik vijf Appelvinken in één boom, een Grote bonte en Groene Specht, twee Putters, twee zingende Goudhanen, twee overvliegende Sijzen en een aantal Groenlingen aan.Weer een leuk succes dus! 's Middags na wederom een gesprek eerst langs de ruigteterreinen langs het spoor bij Heijendaal op zoek naar Europese Kanaries. Helaas. Wel in een wijk in de buurt een Kleine Barmsijs. Daarna door park Brakkenstein. Aan de zuidkant van de heemtuin in het park loop ik wederom tegen een groep mezen aan. Hiertussen weer twee prachtige Vuurgoudhanen, een viertal Goudhanen, een Grote bonte specht, weer één Zwarte Mees en begeleiding van Kool- en Pimpelmezen. Bij de villa in het park vind ik één Keep tussen een groep Vinken in een Beukengroep.Heerlijk om zo van die hoekjes af te speuren! Moet maar eens beginnen met alles structureel vast te leggen. Want dit gaat nog iets leuks opleveren!

zondag 6 januari 2008

Een spét-ter-rende nieuwjaarsexcursie

Het was in ieder geval níet koud! Maar als ik zó zou zweten was ik in vijf minuten uitgedroogd. Terwijl de hemelkraan goed open staat komen Jan, Hennie en ik om vijf over negen bij het HD-gemaal aan, waar al zes man en één vrouw sterk staat. Na nog even gewacht te hebben op nakomers verdelen we ons over drie auto's en rijden de Ooijpolder in. Bij de 'oude-van-dagen-kolk' valt m'n oog op twee witte en twee bruine puntjes op het water. De eerste stop is gemaakt. Twee man en vier vrouw Nonnetje dobberen op het water. Vlak voor ons zwemt een vrouw Grote Zaagbek. Dit stemt ons al tevreden. Dan gebeurd iets wat volgens mij nog nooit is gebeurd bij een VWG-excursie. We zijn iemand vergeten mee te nemen bij het HD-gemaal! Snel rijdt een auto terug en pikt de tiende man weer op. Had eigenlijk z'n gezicht wel willen zien.

Vanaf een afstandje is al te zien dat er weer drie ganzen op de dijk zitten: het setje Grauwe/Kleine Rietgans is weer compleet en laten zich uitdagend bekijken. Ze zwemmen van ons af. Echt wild dus! Na een korte natte check van de rest van de plas slaan we de Hezelstraat in. Langzaam rijden we langs het eerste rietveld, het lijkt rustig. Door het open raam hoor ik een 'huwiet'-roepje. Met een 'je-weet-maar-nooit' stoppen we. Als je een raar geluid in een bosje niet kunt plaatsen, maak er dan maar een Koolmees van. Zo ook in dit geval. Tot onze verbazing klinkt er ineens 'ping' uit het riet. Als snel heeft Martin Slot de Baardmannetjes in beeld. Ze blijken vlak voor ons in een klein rietstukje te zitten. Zelf tel ik er vier, er worden er zes geteld. Dit gaat héél goed! Ook drie Waterrallen gillen het uit. Bij het tweede rietveld stoppen we ook weer even, hier werden de Baardmennekes eerder gehoord. Één persoon meent hier ook een Baardman te horen, het blijft daarna helaas stil. Een Grote Zilverreiger flapt zich een weg over de weilanden bij de Plak en er worden enkele Kramsvogels roepend gehoord. Een Rietgors vliegt naar het westen. Langs de Kruisstraat wordt een groepje ganzen bekeken. De Grauwe Ganzen gaan, gestoord door een boer, later op de wieken.

Bij de Bisonbaai wordt alles weer uitgeladen. Een groep Huimussen knussen gezellig in de haag bij Oortjeshekken, een wolk Groenlingen vormt een eigen bui en valt snel weer in. Er zitten weinig eenden op de baai, het leukste vliegt over: een Grote Mantelmeeuw, tien Kieviten, negen Wulpen en een Sperwer. Onder toeziend oog van twee adulten ontleden twee juveniele Grote Mantelmeeuwen een ondefiniëerbaar iets op het strandje bij de steenfabriek aan de Erlecomsedam. Bij het infobord van de Kaliwaal is het hoogtepunt twee Waterpiepers, de rest is leeg. Op een kolkje langs de Duffeltdijk zie ik het silhouet van iets bekends. We rijden langzaam door, maar de rem wordt toch ingetrapt: een vrouw Grote Zaagbek trekt haar baantjes. Het plan om een wandeling te gaan maken op de Duivelsberg regent even snel weg als het bedenken er van. We zetten in op het idee om onder de inmiddels erg donkere regenbuien door te gaan rijden en in te zetten op een droge Kraaienbergse Plassen. Via Berg en Dal, Groesbeek, Mook en de Toendrarietganzen aan de westkant van plas 9, draaien we later de parkeerplaats van deze de plas op. Ditmaal geen bevriezende omstandigheden als gisteren en hoopvol richten we halverwege het fietspad langs de plas de telescopen op het wateroppervlak. Twee Brilduikers schieten langs, de Topper wordt helaas een Dobber. Wel ben ik zelf even sprakeloos als er ineens een Grote Zeeëend in m'n kijker verschijnt. Dit lijkt sterk een andere vogel als eerst: de vogel heeft geen witte kopvlekken zoals bij de eerdere vogel wel goed zichtbaar was. In de toppen van een groep bomen worden de Zanglijster en drie Koperwieken aan de lijst toegevoegd.

Na het tunneltje gepasseerd te zijn rijden we Linden binnen. Langs de noordkant van de KBP rijden we naar plas 5. Een Holenduif op de reling van de brug ten noorden van Linden wordt er bijna afgeblazen door ons passeren. Een stuk verderop, bij de boerderij bij Ganzenorgel hebben zes Holenduiven ieder hun eigen weidepaaltje. Een groep Ringmussen bekijkt vanuit een boom de Vinken die het kuilvoer proberen te decimeren. De Kramsvogel op een paadje wordt opgemerkt en tien minuten later staan we vanaf de noordoever te genieten van de nog aanwezige Roodkeelduiker. In een hoekje zwemmen een man en twee vrouw Grote Zaagbek en na een telling van de hele plas kan ik 19 Brilduikers noteren. We proberen de Roodkeelduiker dichterbij te bekijken en rijden naar de zuidkant van de plas. Tuurlijk zwemt de duiker nu voor onze oude plek. De Bergeend op de zandplaat wordt vanaf deze plek al opgemerkt en later van dichtbij vanuit de hut bekeken. Een hele grote groep ganzen, met in ieder geval Kol en Rietganzen strijkt neer langs de provinciale weg ten zuiden van de hut, in de hut wordt onder genot van een kop thee (Hennie) of koffie (de rest) een Tafeleend, Dodaars, Witte Kwikstaart, Wintertalingen en Kokmeeuwen waargenomen. Tien paar ogen zoeken de IJsvogel, zonder resultaat. Meer resultaat hebben we bij plas 7 en 8. Op een zandplaatje in plas 7 zit een adult Pontische Meeuw met slechts enkele Storm- en Kokmeeuwen en op plas 8 wordt waarachtig de Topper-man tevoorschijn getoverd. Tien minuten hebben we. Nadat iedereen de vogel heeft kunnen bekijken, vliegt deze samen met een vrouw Kuifeend op en draait na een rondje voor ons langs richting plas 9, ons, twee Brilduikers, zes Wintertalingen en de rest verbaasd achterlatend. Doch, we hebben 'm toch nog! De melding van een Roodhalsgans brengt ons de A73 op, richting Venray-Noord. Bij Well draaien we de brug af en een minuut later hebben we enkele tientallen Toendrarietganzen, drie Kleine Zwanen, een Zwarte Zwaan en een twintigtal Knobbelzwanen in beeld. Het hoost, de pret is echter nog hoog en niemand heeft de gedachte te kappen met de tocht. Onder de brug door richting Elsteren, waar we aanschuiven bij Rob Voesten. In een wuivend veld van een paar duizend ganzen zit ergens de Rotgans en niet veel later wordt de vogel vooraan in de groep teruggevonden. Achteraan foerageren drie Brandganzen en tussen de Kolganzen foerageren ook een hondertal Toendrarietganzen. Aan de andere kant van ons stapt een Grote Zilverreiger door een wei. We kunnen helaas geen Taigarietganzen ontdekken, wel twee Kolganzen met een gelige ring rond de ogen en met dank aan Rob Voesten voor de aanwijzingen willen we instappen. Net als alles droog is gesteld, slingert Rob een 'KHEB UM!' de lucht in. Het blijkt om de Dwerggans te gaan. Snel vervoegen we ons weer bij Rob. Zijn telescoop staat echter zo opgesteld bij zijn auto, dat een snelle blik werpen moeilijk is. Rap pak ik mijn telescoop en op aanwijzen krijg ik de vogel in beeld: gele oogring, hoge smalle bles, schijnbaar ongestreepte buik en grootte maken het plaatje af. Twee minuten later ontploft er vuurwerk. Een boer aan de rand van het weiland schiet pijlen af. De eerste helft gaat de lucht in, de groep mét de Dwerggans blijft verstijfd staan. Evenals wij. Om na een tweede knal ook de lucht in te gaan. Bedoel de ganzen. Maar ook wij ontploffen door het gebeuren. De boer blijf vuren en de ganzen zoeken hun heil verderop. Dit is flink balen voor de rest van de groep, die de vogel helaas moet missen.

Ontgoocheld en kwaad verlaten we Well en rijden via de uiterwaarden naar het noorden. Waar gisteren nog vele ganzen zaten, is het nu rustig. Bij Gennep begint een interessante tocht, waarvan ik denk dat de rest van de mensen zal denken 'waar gaat die Remco in vredesnaam heen'. Iets soepeler dan gisteren loods ik ons via Ven-Zelderheide naar De Banen. Het toenemen van de donkere lucht doet me besluiten gelijk door te rijden naar de Sint Jansberg voor een wandeling door de Diepen. Langs het wandelpad met de berkjes onderlangs lopen we het bos in. Ik hoop op een Kleine Bonte Specht, maar het is rustig. Het zal al te schemerig zijn. We stuiten op een groep mezen, waar onder andere drie Glanskoppen en een paar Goudhanen meevliegen. Boomklevers kleven zich roepend een weg door de beuken. Een Havik vliegt laag noordwaarts over het bos, een Sijs oostwaarts. De rest is stil. Bij de drie bosvijvers ontwikkelen we een kollektieve nekpijn. Aandachtig speuren we de toppen van de bomen af, in de hoop een Middelste bonte specht te mogen zien. Net als de IJsvogel blijft ook deze stil. Na een slentergang door het bos, met regelmatig kijk- en luisterpauzes komen we aan bij de noordkant. Altijd een schitterend vergezicht, ditmaal muzikaal ondersteund door drie mauwende Buizerds. Een vierde ontrekt zich hieraan en houdt zich bezig met hun andere hobby: paalzitten.

Het begint steeds meer te schemeren en met nog een aantal Goudhanen, een Grote bonte specht en een groep Vinken op een akker op zak keren we om half vijf terug bij de auto's bij restaurant De Diepen. De twee chauffeurs brengen hun passagiers terug naar het HD-gemaal, Jan brengt Hennie en mij naar huis. Ik ben een beetje stil thuis. Vol verwondering door én de hoeveelheid (leuke) soorten en het doorzetten van iedereen ondanks de af en toe slagregens kan ik alleen maar stil zijn.

En nagenieten!

Alle deelnemers, en niet genoemde vogelsoorten, hartelijk dank, de chauffeurs Jan Hartog, Harry Nieboer en Geert Lamers nog meer en wat deze excursie betreft: tot volgend jaar! Mét regen, ditmaal succes gegarandeerd
!

zaterdag 5 januari 2008

Roodkeelduiker en Topper op de Kraaijenbergse Plassen

Dat Bram nog heeft kunnen verstaan wat ik heb gezegd! Ganz tief gefrorn belde ik vanaf Kraaijenbergseplas 9 bij Jan Hartog in de auto Bram Aarts op, om te melden dat het inderdaad om een Roodkeelduiker op KBPplas 5 ging, die gisteren als mogelijk was ontdekt. Wederom zet Gert-Jan Caspers een prachtontdekking op z'n naam! De eend met grijze rug en torpedolijf bleek inderdaad ook een Toppertje.
Om kwart voor negen zette Jan en ik onze kijkers op plas 5. Al vrij snel zwom een duiker m'n beeld in en binnen twee seconden bleek ik eindelijk de derde 'duiker' voor ons werkgebied te mogen aanschouwen. Kijkend naar de, overigens zeer actieve duiker, kwamen achter in beeld twee Casarca's binnendrijven. De duiker dreef en dook al snel richting kijkhut, wij doken ook (in de auto) en reden naar de hut. Hier bleek dat de vogel al weer in de NW-hoek van plas 5 zwom. Bij de kijkhut vlogen een aantal Wulpen op, hakte een Geelpootmeeuw op iets wat leek op een overmaatse liché en doken vijf Brilduikers met een nieuw montuurtje hun kostje bij elkaar.
We hadden even twijfel. Of naar Amersfoort voor de Grote Kruisbekken, of eindelijk een echte Taigarietgans voor Jan Hartog in de wacht zien te slepen. Later zou blijken dat deze juist niet bleven wachten. Via plas 7 met Grote mantelmeeuw besloten we toch, mede vanwege de weersverwachting, in de buurt te blijven. Bij plas 9 konden we al snel, echt exact op de plotpijl van Gert-Jan gisteren de Topper terug vinden.Daarna werd het een tocht met veel ganzen en andere leuke soorten. Om het kort te houden:
Op vele plekken grote aantallen Toendrarietganzen, Rotgans aan de oostkant van de brug bij Well, samen met Zwarte Zwaan en Indische Gans, drie Kleine Zwaan, Toendra's en KnobbelzwanenReinderslooi vijf Brilduikers, een Dodaars en een overvliegende Slechtvalk man, Grote Zilverreigers aan de noordkant van de brug, bij Elsteren (1) en 1 in de weilanden bij Hoogeind,Havik, Zwarte Zwaan en twee dubieuze blauwfasige Sneeuwganzen Kramsvogels en een Goudvink in een 'Pestvogelparadijs': een veld vol Gelderse Roos, én een Brandgans en vele Toendra's bij Ven Zelderheide langs de Niers, veertien Patrijzen aan de Raamweg aan de westkant van plas 9 bij Cuijk.
Alle andere leuke soorten zijn terug te vinden in ons waarnemingenwerkgroepscherm. En Jan: die Taigarietgans vatten we morgen bij de snavel!

donderdag 3 januari 2008

Na mist komt zonneschijn

Hallo allemaal,

Mijn oud en nieuw zit er weer op. Vanuit hartje Nijmegen jullie allen een prachtig en vogelrijk 2008 toegewenst! Hopelijk iets minder hollen en wat vaker stilstaan. Wat ik vandaag ook maar gelijk in de praktijk heb gegooid. Als een Luiaard op oorlogspad vandaag over heuvel en door dal gelopen bij de Wylerberg. Aan de westkant een groep Vinken en Kepen die zich tegoed deden aan het nodige groenvoer. Enkele Boomkruipers zingen hun eerste liedje (waar zit die Kortsnavel...?)

Moet trouwens eerst nog even vertellen dat ik eerder door Mariënboom ben gefietst, een leuk bosperceel aan de oostkant van Nijmegen. Tot m'n verbazing waren hier ALLE Rhododendrons tot een horizontaal niveau verwerkt. Dag Vuurgoudhanen bosjes...gelukkig zat er nog wel het één en ander, zoals Grote Bonte Specht, Koperwiek, m'n eerste zingende Glanskop en een groep mezen. Een Eekhoorn vloog tegen de boom omhoog op het moment van rakelings passeren.

Terug naar de Wylerberg, waar ik inmiddels aan de oostkant ben beland. De toppen worden prachtig beschenen door de zon, het geklop aan de bomen kwam vanaf verschillende kanten op me af: Boomklevers, Grote Bonte Specht en hier en daar doet een Koolmees z'n best. Iets voorbij het oostelijke bronbosje, zo tussen het knuppelbruggetje aan de Beekse kant en de nieuwe brug bij het L-weiland zoek ik een klopgeest. Is maar goed dat ik hier langer bleef staan, niet veel later draait een Middelste Bonte Specht m'n beeld in. De vogel , vermoedelijk een vrouwtje door het ietwat (schijnbaar) blekere rode petje, leeft zich uit op een acacia en laat zich prachtig bekijken. Na een half uur besluit ik verder te gaan. Via Wylerbergmeer, met IJsvogel, kom ik aan bij de Querdamm. Een grote groep ganzen foerageert in de weilanden. Kol- en Grauwe Gans voeren de boventoon, maar er schuifelen ook drie Brandganzen, een tiental Toendrarietganzen en zelfs drie 'reusachtige' Taigarietganzen tussen. Een Geelgors tikt in de haag en een Dodaars sluipt door de sloot. Via Kerkdijk, dichtgevroren weilanden, dus geen Waterpiepers, naar het dorp Ooij. Binnendoor fiets ik naar de Bisonbaai, een Grote Gele Kwikstaart meenemend, die overvliegt aan het zandpad Kon. Julianalaan.

Bij de Bisonbaai de telescoop erbij gevat en het water afgespeurd. Dit levert een Pontische Meeuw en twee Brilduikers op, dobberend en duikend met Zilvermeeuwen, Smienten, Tafeleenden en Kuifeenden. Een grote groep Putters en Groenlingen bivakkeert nog steeds in de ruigte. Bij de Spruitenkamp vliegt m'n eerste Waterpieper over en niet veel later kan ik, samen met Jouke van der Zee, een man Goudvink noteren langs de Hezelstraat. Een Waterral doet gillend z'n best en het paar Havik slooft zich in de lucht prachtig uit, roepend en najagend. Bij de Oude Waal helaas geen Kleine Rietgans. Wel een groep van ongeveer elf Waterpiepers, drie vrouwtype Nonnetjes, een hoop Pijlstaarten, Smienten en Wintertalingen. Een groep van minimaal achttien Watersnippen staat wat dromerig op een slikplaat, af en toe prikt er één een snaveltje.

Thuis loop ik een rondje over het kerkhof achter m'n huis: Groene Specht, een vijftiental Kepen, een Appelvink en Sijs en twee Goudhanen mag ik noteren. In het Goffertpark zitten nog steeds twee Appelvinken bij de vijvertjes in de NWhoek.

De kop is er af, laat het wederom een jaar met verbazende waarnemingen worden!