zondag 18 mei 2008

Amerikaanse Goudplevier in de Prunjepolder

In de Prunjepolder in Zeeland is 17 mei een schitterende adult zomerkleed Amerikaanse Goudplevier ontdekt door Mark Hoekstein. Samen met Jos van Oostveen rij ik 18 mei dan ook die kant op. Het is opvallend rustig aan de dijk. Blijkbaar heeft 'iedereen' de soort al. We zijn de enigen.

Als we aan de Delingsedyk aankomen is het ongelovelijk maar waar: de enige, werkelijk waar, énige vogel die vlak voor ons loopt blijkt de goudplevier te zien! Compleet verbluft door deze simpele twitch settelen we ons op de dijk en nemen lekker de tijd om de vogel te bekijken. Hij scharrelt op de typische plevierenmanier langs de rand van het water, en laat zich van alle kanten mooi bekijken.

In dezelfde Prunje zien we ook de al tijden aanwezige Zwarte Rotgans in een klein groepje Rotganzen. Een Strandplevier is een gave aanvulling op m'n jaarlijst, echt makkelijk zijn ze niet altijd. Verder hangen er een Kleine Zilverreiger, Kanoeten, Lepelaars, Steenlopers, Bontbekplevieren en andere soorten rond.

Bij het Breedewater in het Voornes Duin, redelijk 'in de buurt' zit sinds een paar dagen een Noordse Nachtegaal. Jos en ik rijden dan ook nog even die kant op. In een schitterend duingebied moeten we eerst een flink eind wandelen voor we op de bewuste plek komen. De route erheen is dan wel weer makelijk. Waar we op een gegeven moment rechts een klein paadje in moeten, wordt dit aangegeven door een plastic zakje, welke aan een hek is geknoopt. Ondanks lange tijd wachten horen we geen Noordse. Wel een gewone Nachtegaal en twee Goudvinken. Ik maak nog wat foto's van libellen, wat Azuurwaterjuffers blijken te zijn. Maar ja, dit is dan ook niet mijn sterkste soortgroep.









Een filmpje van mij van de Amerikaanse Goudplevier staat op Youtube:

donderdag 1 mei 2008

Waar zijn de mensen vandaag niet heen? Daar gaan wij heen!


Vandaag als een afstotende magneet zo ver mogelijk van Nijmegen-centrum ons werkgebied ingeslingerd, hopend op andere massa's dan de menselijke. Dus stond ik vanochtend met Jouke van der Zee bij het hek aan het Nieuwe Heerenven. Hier geen topdrukte, maar een bescheiden feestje met dertien Kemphanen, twee Kleine Plevieren, een zevental Groenpoten, een Nachtegaal en een Gekraagde Roodstaart. Een jagende Blauwe Kiekendief werd opgepikt boven het grote heideveld.Langs de Twistedenervenweg hoorden we onze eerste Wielewaal voor dit jaar. Een mannetje Goudvink en Bonte Vliegenvanger en enkele Gekraagde Roodstaarten zongen ons toe als waren we koningen, een overvliegende Appelvink had andere gedachten hierover. Een man Kleine Bonte Specht liet zich alleen horen. Bij het bramenveld een drietal Roodborsttapuiten, waarvan twee mannetjes elkaar niet echt konden verdragen. De eerste opstootjes vandaag.

Ook gebruikelijk op een dag als deze zijn telefoontjes als 'waar zit jij?'. Ik had de auto van Geert Lamers al zien staan, dus even peilen waar hij uit hing. Dat bleek in de buurt, maar we zouden net langs elkaar heen lopen. Een belletje later zorgde voor een afspraak op de trektelpost, hij met de auto er heen, Jouke en ik met de benenwagen. En dat was nog wel een wandeling, gelukkig werd deze opgeleukt met Zwarte Mees, Gekraagde Roodstaart en Bonte Vliegenvanger en in de buurt van de telpost een drietal prachtig volwassen mannetjes Tapuit. Jouke wilde deze digitaal vastleggen, zodat hij kruipend verder ging en ik de Dikkenberg opstiefelde. Geert was er al, en zowaar ook Paul Gnodde. Het enige wat goed noordwaarts trok was de wind. Na een tijd kwamen er een aantal roofvogels de lucht in, voornamelijk Buizerds. Een man Bruine Kiekendief trok juist zuidwaarts, een Zwarte Specht trok nergens heen, en stak alleen het heideveld over. De Blauwe Kiekendief lummelde rustig over het heideveld voor de berg, terwijl de Koekoek aangaf dat de tijd langzaam vooruit ging. Jouke wist tijdens het besluipen van de Tapuiten trouwens ook nog een man Paapje vast te leggen.

Na bij onze auto afgezet te zijn door Paul reden Jouke en ik naar het Eendenmeer op de Bergerheide, in de volle verwachting een leuke Geoorde Fuut te kunnen platen. Bij het ven aangekomen vlogen op een T-splitsing van paadjes een aantal vogels op, waaronder een smalle, kleine lijster met een duidelijke rugstreep. Draaihals! De vogel ging in een boompje zitten, maar alleen een paar kleuren en de typische houding waren zichtbaar. Jouke trachtte zo snel mogelijk zijn apparatuur in de aanslag te brengen, ondertussen verplaatste de vogel zich naar een den en ging iets onder de top zitten. Nu kreeg ik de vogel redelijk mooi in beeld. De bandering was goed zichtbaar. Ik wrong me in allerlei bochten om door de takken heen te kunnen kijken, langzaam en bedaard lopend, om even later dezelfde houding als de vogel aan te nemen: stil en bewegingsloos staarden we naar elkaar. Als ware het Beatrix (oké, twas leuk, mensen gezien, spelletje gedaan, snel door naar de volgende locatie) vloog de Draaihals naar een andere boom, waar we de vogel uit het oog verloren.Verbluft, beetje balend dat Jouke de vogel niet in vol ornaat had mogen zien, liepen we richting het watertje van de Geoorde Futen. En weer terug: rugzak vergeten, en weer verder.

Bij het ven geen fuutjes. Een paar Waterrallen gedroegen zich als een enthousiaste menigte en gilden er op los, een Blauwborst deed z'n voordracht. Een Wintertaling had zich verkleed en wij konden niet zo snel thuisbrengen waarin: de vogel leek een kruising tussen een man en een vrouw Wintertaling (groene oogstreep, bruin lijf), maar had ook een merkwaardige beige wangvlek. Kruising met het één of ander? Hierna togen we toch nog weer even naar de ontdekplek van Beatrix, maar ze was verder. Wel zat op een afstand een man Tapuit op een schraal heideveldje. Een tweede vraag die bleef hangen in ons hoofd was een raar lachend geluid vanuit het ven. Het klonk als een kruising tussen het hinniken van een Koekoek en een Dodaars, een soort traag lachende triller. We dachten aan de baltsroep van de Geoorde Fuut, maar moeten het antwoord schuldig blijven.Bij de Haart bij Beugen was blijkbaar wel alles de stad in gegaan: geen Noordse Kwikstaart of steltlopers. Een paar Gele Kwikstaarten, een twintigtal Witte en wat stoere mannen Grasmus zaten op het natte weiland en langs het pad. Twee Visdieven kwamen kijken of er op deze vrijmarkt nog wat te halen was, een IJsvogel riep vanuit een struik langs een beek. Hierna sloten Jouke en ik deze 30 april af als een gezellige, maar rustige feestdag.