woensdag 29 april 2009

12:53, sms: '2 steltkluten kaliwaal via bekhuis'

Vanochtend ondanks dikke ochtendnevel een leuke ochtend gehad. 's Middags klaarde het op en besloot ik nog 'even' de Ooijpolder in te duiken om te zoeken naar onder meer het Paapje. Langs de Persingensestraat is het 'rustig': her en der Roodborsttapuiten, zingende Veldleeuweriken en groepen Houtduiven. In de hoop een Ortolaan te vinden loop ik een ruige akker af, zonder resultaat. Oké, een paar Grasmussen en een paartje Torenvalken is altijd leuk om van dichtbij te bekijken. Op de kruising met de Koudedijk sla ik linksaf, maar bedenk me, fiets terug en sla af naar Persingen: toch even naar de nieuwe plasjes in de Polder van Beek kijken. Hier zitten een Kleine Plevier, Witgat en enkele Kieviten. Terug naar de Koudedijk. Op de hoek zit nu een man Roodborsttapuit te zingen en een paar meter verder laat een pracht van een man Blauwborst boven in het riet z'n beste kunnen op vocaalgebied horen.

Halverwege de Koudedijk sla ik een 'natuurpad' naar het oosten in, de laatste keer dat ik hier was zaten er Tapuiten. Nu zitten er Graspiepers en Houtduiven. En natuurlijk een man Roodborsttapuit. In de lucht cirkelen 19 Kleine Mantelmeeuwen die net van een akker opgevlogen waren. Via de Leuthsestraat en Kruisstraat, waar ik nog een Pimpelmees mee pik die z'n nest in een holte in een fruitboom heeft en een Ringmuspaar een nestkast bezet, rij ik naar de Bisonbaai: helemaal leeg. Ik besluit langzaam weer naar huis te fietsen via de Langstraat. Halverwege in een meidoorn zit een Nachtegaal op een paar meter voor me hard te zingen. In de hoop een plaatje te kunnen maken wacht ik, krijg de vogel ook prachtig in beeld, maar een foto zit er niet in.

De Zomertortels zijn terug in het land, op de Paardeweide krijg ik ze helaas nog niet te zien. Wel hoor ik verschillende Tuinfluiters, een Groene Specht, Kneutjes, Zwartkoppen en geniet van een paartje Torenvalk. Op drie plekken om me heen hoor ik Nachtegalen zingen. Bij het huis aan het westeind van de Langstraat zingt nog steeds een Gekraagde Roodstaart. Zittend op de dijk bij Tiengeboden een telefoontje van Jouke van der Zee. Of ik nog tips voor een middagje vogelen heb. Geen idee, het lijkt rustig. We spreken af later nog weer eens contact te hebben. Ondertussen zie ik eindelijk weer eens de Pijlstaart die hier al geruime tijd bivakkeert, er vlak voor dommelen twee mannetjes Smienten. In de modderige vegetatie staan Grutto's en Tureluurs. De twijfel tussen terugfietsen over de dijk langs de Oude Waal of langs de Zwarteweg en Vlietberg wordt weggenomen door de gedachte dat er nu best wel leuke slikrandjes langs laatste locatie liggen. Aan het begin van de Zwarteweg, in de hoge wilgen, zingt een Boomkruiper, Bij de slikjes is het helaas toch rustig. Nog steeds dezelfde Grutto's en Tureluurs, nu met Kleine Plevier, een Zomertaling en een zingende Braamsluiper.

De Vlietberg fiets ik langzaam voorbij, te droog, en ik wil naar de Stadswaard, Paapjes moet toch een keer lukken. Niets.

Dan krijg ik om 12:53, net op het moment dat ik rechtsaf op de dijk naar huis moet, een sms: '2 steltkluut kaliwaal via bekhuis'. Wat krijgen we nou?! De rustige middag wordt ruw verstoord door de melding van een tweetal schitterende zeldzame steltlopers in ons werkgebied. Ik bel gelijk de afzender, Jos van Oostveen op, voor meer informatie en de vraag of hij die kant op gaat. Hij kan pas later, een snelle berekening maakt duidelijk dat ik er sneller ben. Ondertussen probeer ik meerdere keren Jouke achter zijn lunch vandaan te halen, maar die blijft onbereikbaar. Gebogen over het stuur, telescoop in de ene hand, telefoon in de andere, terg ik mijn inmiddels fragiele fiets tot het uiterste. Voor het dorp Ooij heb ik een standaardsms met informatie naar diverse mensen gestuurd en diverse mensen gebeld om de waarneming door te geven.

Bij de Kaliwaal is nog niemand, ben de eerste. Ik moet het hart uit m'n keel halen na de fietstocht en de spanning van het wel of niet weervinden. In de plasjes vooraan zit niets. Als ik naar de rand van de grote plas kijk, zie ik tot grote blijdschap één Steltkluut lopen. Die even later achter een oeverwal verdwijnt...Maar er zit er in ieder geval nog één! Een paar minuten later komt Gerard van Aalst langs, die klaar stond om naar de Alphenheggemus te gaan als deze weer werd gemeld en deze melding voorbij zag komen. Ondertussen heb ik ook de tweede vogel gevonden, die verderop langs de oever loopt. Al kijkend door de telescoop bel ik mensen om te bevestigen dat de vogels er nog zitten. Zo wordt de waarneming ook op de mailgroep van de Gelderse vogelaars geplaatst. Langzaam druppelen de mensen binnen. Hoewel enigzins ver zijn de Steltkluten mooi te bekijken. Verbazingwekkend hoe snel ze zich langs de oever bewegen. Een naderend klein bootje doet onze harten sneller kloppen: wat zouden de vogels doen? Gelukkig trekken ze zich er Toch vliegen ze tot onze schrik even later op, om achter de oeverwal te verdwijnen. Uit beeld.

Dan ziet de inmiddels ook gearriveerde Jouke de vogels ineens een stuk rechts vliegen. Ze zouden toch niet....? Ze vliegen gelukkig en tot nog grotere vreugde van ons naar het kleine plasje vlak langs de weg. Langzaam lopen we erheen, installeren ons op de dijk en kunnen zo getuige zijn van een korte paringsdans gevolgd door een paring. Schitterend! Daarna lijkt het of ze niets van elkaar moeten hebben en foerageren een flink eind uitelkaar. Om later toch weer naast elkaar te eindigen om een synchroonpoetsbeurt uit te voeren, een zeer kort uiltje te knappen, hierbij gestoord door een Lepelaar en daarna weer verder te gaan met eten zoeken.

Langer dan gepland blijf ik hangen, tis ook zo gezellig! Aan het eind van de middag fiets ik met Jeroen Veeke naar Nijmegen, thuis geniet ik nog uren na via de foto's.

Zoekactie Noordse Sterns de mist in

Na het Noordse Sternengeweld gisteren in ons werkgebied, waarvan ik op het Grote Grindgat van Weurt twaalf vogels mooi kon bekijken,vanochtend vroeg weer die kant opgegaan, kijken of er nog iets is blijven hangen. Gisteravond bleek al dat de meeste sterns uiteindelijk doorgevlogen waren, maar je weet nooit. In het ietwat heiige ochtendgloren cirkelde een Slechtvalk rond de pijp van de EPONcentrale. Altijd een schitterend gezicht! Na na de sluis rechts de dijk opgedraaid te zijn fiets ik bij het grindgat een tapijt van mist in. Ik heb nog enig zicht, naarmate ik dichter bij het water komt wordt de deken dichter en moet ik het hebben van wat er vlak voor me gebeurd of wat ik hoor.

Na de fiets tegen een paaltje op het einde van de dijk geparkeerd te hebben loop ik de Weurtse Plaat op. Twee Patrijzen schieten al snel vlak voor me weg, het gras verderop induikend. Flarden witte hoge luchtvochtigheid schieten als watervrezenden van de Waal af en duiken over de dijk het grindgat op. Ik spits de oren om te luisteren of er misschien sterns roepen, het blijft echter stil op het water. Graspiepers schieten voor me uit, ergens boven me roepen Zilvermeeuwen. Een Gele Kwikstaart roept onvindbaar ergens vlakbij. In een bosje links van me zingen Zwartkoppen, Fitis, Grasmussen, Putters en een Vink, laag over het land duikt een Buizerd weg. 'Ergens' roept een Groene Specht, de zingende Rietgorzen met hun bruine koppies boven in de struiken zijn makkelijker te vinden. Langs de waterrand van het grindgat schieten drie Oeverlopers laag roepend over het wateroppervlak, een paar Scholeksters maken iets meer kabaal. Her en der steken de bruine koppies van de Grauwe Ganzen boven het gras uit. Halverwege de plaat zie ik een plompe plevier langs de rand staan. Zal dat de Zilverplevier zijn die gisteren ook werd gezien? Voorzichtig iets dichterbij sneakend om een iets helderder beeld te krijgen vliegt de grijze vogel toch op om vrij snel weer op de rand te gaan staan. Inderdaad de Zilverplevier! Ik pak de telescoop en ga er eens lekker voor zitten om te genieten van deze regionale bijzonderheid én nieuwe jaarsoort.

De eveneens gisteren gemelde Bontbekplevier lijkt gevlogen en heeft plaats gemaakt voor een Kleine Plevier die onopvallend met korte rukjes over de oever voor me uitloopt, om dan met een boogje om me heen weer achter me te landen. Een tweetal Tureluurs scharrelt mee. Dan hoor ik het geluid van een stern en uit de mist doemen er twee op en gaan op een paaltje in het water staan. De contouren verraden een stern, het geluid dat het een Visdief is. Een vierde Oeverloper zit bijna aan het eind van de plaat. Een geul ligt als onoverbrugbare hindernis, althans niet zonder droog te blijven, tussen grindgat en Waal en zorgt dat ik me omdraai en terugloop. Grasmussen krassen her en der. In een bosje tegenover de geul kleppert een man Braamsluiper, geflankeerd door een zingende Gekraagde Roodstaart. Op de terugweg zit de Zilverplevier er nog steeds. Met een klein boogje loop ik er om heen en wandel naar de andere kant van de plas, bij de dijk. Ik struin door wat dichte bosjes, je weet nooit wat je treft. Een Staartmees hangt in de bomen boven een groep Huismussen die met pluisjes in de bek naar het dorp vliegen. Langs het water zit wederom een tweetal Tureluurs en een Gele Kwikstaart houdt me in de gaten vanaf een paaltje.

Aan het eind van de plas draai ik weer om en loop langs de waterrand terug. In hetzelfde bosje van net aangekomen hoor ik een kenmerkend geluid: 'biet'. Vlak er achteraan klinkt een voorzichtig gezang. Een Bonte Vliegenvanger! Leuke plek voor deze soort, gezien de locatie zal het echter een doortrekker zijn. Ik zoek even en heb later het bruine mannetje in beeld. Langzaam loop ik naar de fiets, genietend van de rust en de stilte, geluiden worden gesmoord in het dikke pak mist. Hierdoor zijn de geluiden dichtbij veel intenser en voordat ik m'n fiets pak blijf ik nog even staan voor een momentopname.

zondag 26 april 2009

Jodelahitie vanaf het kuilvoer

Deze ochtend sta ik al vroeg naast m'n hoogslaper. Buiten is het bewolkt en mijn plan bestaat uit het zo snel mogelijk in de Millingerwaard zien te komen vóór het eventueel gaat regenen en dan langzaam terug te gaan. Langs de Oude Waal staat een groepje vogelaars, blijkbaar één of andere excursie. Ik trap gestaag door en kom rond zeven uur bij de Kaliwaal. Hier las ik een korte pauze in, om uit te blazen en te genieten van een Lepelaar vooraan in de plas. Op de slikjes lopen een Kleine Plevier en een Groenpootruiter, twee Blauwborsten zingen verderop op de grote ruigtevlakte voor de picknickbankjes.
Iets verder langs de dijk zit op het dak van een boerderij verscholen onder een vrijliggende nokpan een Steenuil te doezelen. In de Millingerwaard tref ik van alles aan: Sprinkhaanzangers, Roodborsttapuiten, Zwarte Stern, twee Visdieven, Kleine Plevieren,Tuinfluiters, Oeverzwaluwen, een Havik, enzovoorts, maar weinig echt bijzonders. Vanuit Kekerdom rij ik naar de Zeelandsestraat, waar een Kleine Karekiet onderin een houtwal zingt, beetje gekke plek, en via Leuth weer naar de Kaliwaal en de Erlecomse Waard, waar ik Mark Wilkinson aantref.

Ik zit net lekker langs de dijk met Mark te kletsen, waarbij hij me nog wijst op een Bosruiter en een Groenpootruiter, als ik een telefoontje krijg van Geert Lamers: 'er wordt een Alpenheggenmus gemeld bij Eibergen op een boerenerf'! Wat moet ik daar nu weer van denken? Geert heeft niet meer informatie, maar wat beschikbaar is lijkt aardig te kloppen. Ik hang op met de mededeling één en ander verder uit te zoeken en bel Arjen Poelmans, die hopelijk meer mensen kent uit die regio. Hij vertelt dat er een bekende van hem is gaan kijken en ook afwacht. Ondertussen komt het bel en smsverkeer op gang en Geert krijgt het al behoorlijk op de heupen en wil gaan rijden. Mij zit het nog niet helemaal lekker en wil dan ook nog heel even nieuwe informatie afwachten. Vorig jaar ben ik in één week tijd twee keer op en neer geweest naar Vlieland voor deze dwaalgast en beide keren greep ik er goed naast.
Niet veel later krijg ik Arjen weer aan de lijn: de vogel is teruggevonden en het gaat inderdaad om een Alpenheggenmus!!!

Met Geert spreek ik af dat hij over een half uur bij mijn huis is, Mark heeft wel zin in deze twitch en fietst met me mee. Na thuis nét een kop koffie klaar te hebben, dat was wel even nodig na de vroege start vandaag, staat Geert al voor de deur. De koffie wordt rap weggewerkt waarna we ons in de auto proppen. Tomtom navigeert ons door het heerlijke Achterhoekse landschap, eerst over de autobaan en dan via provinciale en landwegen naar de Zwilbroekseweg 5 bij Eibergen. Verschillende mensen hangen onderweg aan m'n telefoon en vlak voor we aankomen bel ik op de gok Aart Vink, die er gelukkig al blijkt te zijn, voor laatste informatie. De vogel foerageert rustig op een kuilvoerhoop en lijkt geen aanstalte te maken stante pede te willen vertrekken.
Vijf minuten later schuiven we in een vrij gewoon boerenlandschap aan bij een meute vogelaars naast een boerderij, telescopen en kijkers gericht op de inmiddels bekende hoop van amper anderhalve meter hoog. En daar zit ie! Op het klaarblijkelijk hoogste punt in de omgeving zit een werkelijk ongekend prachtig getekende Alpenheggemus in zijn eigen ruige Alpenweitje een lunch naar binnen te werken. Voor mij is het een dubbel groot feest door het treffen van mensen uit mijn vroegere Twentse vogeljaren. Zo spreek ik, helaas kort, iemand die ik zeker twintig jaar niet heb gezien, maar feilloos op naam weet te brengen.

Het is slechts zelden dat ik een vogeltje van zo'n formaat zo mooi getekend heb gezien. Hij is iets forser dan de in Nederland voorkomende Heggenmus en doet wat denker aan een pieper. De potloodgrijz grondkleur is op de rug met zwarte lengtestrepen bedekt, over de buik lopen zware roestroodbruine strepen. De zwarte snavel met gele mondvlek zit boven een mooi wit slabbetje, voorzien van fijne zwarte streepjes. Een zwart kraaloogje kijkt je onschuldig aan.

Rond drie uur wordt het constante gepik door de vogel afgewisseld met een bezoekje aan een nog hoger punt, de schoorsteen van de boerderij. Hier blijft de vogel een paar minuten zitten, waarschijnlijk om er achter te komen dat die hoop toch echt de hoogste alpenwei is die er in de buurt is te vinden. En vliegt later dan ook weer naar de grond. Waar we verder kunnen gaan met het bewonderen van deze alpine soort. Echt schuw is de vogel niet en laat zich tot op een tiental meters benaderen, vanaf waar we rustig op een rijtje elkaar aankijken. Deze betrekkelijke rust wordt even onderbroken door de brul 'Zwarte Wouw!' en het bezig zijn om de langzaam overcirkelende roofvogel te vinden. Eerst heb ik zelf ook een roofvogel ver weg in beeld, maar de wouw blijkt dichterbij te vliegen dan ik dacht en pik deze later dan toch nog mooi mee. Ondertussen zingen een Braamsluiper en Gekraagde Roodstaart rond de boerderij rustig door.

Door de vele bekenden en het niet kunnen loslaten van deze ongelofelijk mooie soort, wordt het stiekum toch half zes. Met z'n drieën laden we onze spullen in de auto en bel ik naar huis dat ik er aan kom en we zo kunnen eten. Nog één keer kijk ik om. En bedenk me dan, dat het voor passerende mensen er wel érg grappig moet hebben uitgezien: veertig mensen die met kijkers naar een kuilvoerhoop staan te turen. Die zijn getikt...

zaterdag 25 april 2009

Gewoon een fijn plaatje: Bisonbaai

Na 's morgens een flink eind gefietst te hebben naar de Kraaijenbergse Plassen en via Malden, waar ik zowaar een adult zomerkleed man Grauwe Kiekendief naar oost zag vliegen, weer naar Nijmegen. 's Avonds nog even richting Bisonbaai om ergens in de polder een Zwarte Stern te vinden, een nieuwe jaarsoort in ons werkgebied.

En dat lukte bij de Bisonbaai.En wat een mooi plaatje van deze plas opleverde, waarboven een viertal Visdieven en twee Zwarte Sterns rondvlogen. Maar dat is niet te zien op de foto.

zondag 19 april 2009

Dagje veld eindigt met Velduil

Zes uur. M'n wekker gaat af. Ik doezel nog wat en spring er dan uit. Altijd weer gevaarlijk met een hoogslaper. Koffiezetapparaat aan, spullen klaarzetten en bammetje maken. Na een half uur ben ik klaar en wacht op Jouke van der Zee, die me zo komt oppikken om naar Princepeel te gaan waar al een paar dagen een Velduil is gemeld. Ik kijk op de klok thuis: 5:42. Huh? Wat is hier gebeurd? Blijk ik het afgaan van de wekker gedroomd te hebben en ineens nog flink wat tijd over te hebben. Op Waarneming.nl kijk ik of er gisteren nog iets leuks is gezien waar we eventueel nog heen zouden kunnen en wandel om de tijd te doden een klein rondje in m'n buurt. Dit levert in ieder geval alvast een overvliegende Sijs naast m'n huis op.

Om kwart over zeven rij ik met Jouke naar Princepeel. Bij Haps zitten Roeken langs de weg, altijd leuk voor de daglijst en even later parkeren we de auto op de veldweg waar we moeten zijn. Veel Gele Kwikstaarten, zingende Veldleeuweriken, Kieviten, een drietal Grutto's en twee Wulpen vullen ons lijstje. Jouke vind nog een man Roodborsttapuit. Maar geen Velduil. We wachten zo'n tweeënhalf uur zonder een uil en vermaken ons met het maken van foto's van de Gele Kwikstaarten. We hebben nog wat tijd en besluiten naar het Nieuwe Heerenven op de Hamert te gaan.

Bij 'het hek' aan de Heerenvenweg maken we halt en kijken over het ven. Het is 'rustig': een zestal Zwarte Ruiters, enkele Groenpootruiters, Kleine Plevieren en een Kemphaan weten we aan steltjes in het tegenlicht te determineren. Vanuit de bosjes klinken Gekraagde Roodstaarten, Koekoek, Boompieper, Fitis en Grasmus. Een Kleine Bonte Specht roffelt links in een bos en recht tegenoverons roept een Zwarte Specht. Huiselijke zaken zorgen er voor dat we terug naar Nijmegen rijden. We maken een principeafspraak voor het begin van de avond om wederom de Velduil te proberen. Later op de middag maken we hier half zes van.

Thuisgekomen fiets ik snel een rondje over de stuwwal bij Berg en Dal en door de Ooijpolder. Op beide plekken is het rustig, op de stuwwal tikt een Appelvink en tot de Erlecomse Waard kom ik weinig bijzonders tegen. Dan vliegt binnendijks een roofvogel in glijvlucht naar het oosten. Zwarte Wouw! Dat is dan wel weer erg leuk. Bij de Erlecomse Waard kom ik Mark Wilkinson tegen, die me wijst op twee Oeverlopers, een nieuwe jaarsoort. Een paartje Kleine Plevieren is nog steeds aanwezig, een Groenpootruiter speelt verstoppertje, maar loopt later toch m'n telescoop in. Bergeenden en Tureluurs lopen de kantjes er van af. In de Waal dobbert een adult Grote Mantelmeeuw, op het strandje er voor staat een club Wulpen. Peter Hoppenbrouwers maakt even een korte stop en fietst later door.

Na met Mark afgesproken te hebben 's avonds mee te gaan ga ik vlak na Peter ook door richting huis. Langs de Waal ter hoogte van het dorp hoor maakt het gebrabbel en gezang me attent op een mannetje Blauwborst. Opmerkelijke locatie, ze lijken nu 'overal' in de Ooijpolder te zitten. Via de Hezelstraat en de Oude Waal kom ik aan bij de ijskraam op de dijk ter hoogte van de weg naar de Vlietberg. Hier staan Harvey van Diek en vriendin en Peter weer. In de korte stop die ik ook even maak hou ik de lucht contstant in de gaten, die Gierzwaluwen waar ik de hele dag al op hoop moeten toch een keer langskomen. Wat een drietal dan ook binnen een paar minuten doet. Heerlijk die zwevende halve maantjes door de lucht. Vanaf de ijscoboer('in' eigenlijk) horen we iets verderop in een rietsloot binnendijks een Blauwborst zingen, een nieuwe locatie dit voorjaar voor me. Gaat lekker met die soort! Mark komt ook aanfietsen maar mist ze net. Samen fietsen we een eind op. Thuisgekomen regel ik nog het één en ander, gooi een hap eten naar binnen en hoef dan nog maar even te wachten tot het half zes is.

Mark komt iets voor half zes bij me en niet veel later pikt Jouke ons op, zodat we rond zes op de inmiddels bekende plek staan. We zijn de eerste mensen en wachten op wat komen gaat. Gisteren vloog de uil al vroeg, hopelijk nu weer. Er komen meer mensen en met een babbel en genietend van de zingende Veldleeuweriken brengen we de tijd door. In een veld achter ons horen we jonge Kieviten, later zien we er één over een akker ploeteren. De drie Grutto's blijken er vier te zijn en de Gele Kwikstaarten vliegen nog steeds actief rond. Een noordwestwaarts vliegende valk blijkt m'n eerste Boomvalk voor dit jaar te worden. Nog meer mensen, voornamelijk van de Vogelwacht Uden, arriveren, maar van de uil nog geen spoor. Een dikbuikige valk vliegt stevig door naar wederom het noordwesten en blijkt een man Slechtvalk te zijn. Iets later volgt een Torenvalk dezelfde weg. Twee Wulpen maken een rondje over de velden.

De Veldleeuweriken zingen stevig door. Verder niets van iets wat lijkt op waar we voor staan te wachten. Rond kwart voor negen geven we het op. We gaan. Ik weet niet waarom, maar kijk tijdens het wegrijden in m'n telefoon of ik het nummer van Carel van de Sanden heb. Een voorgevoel? Nagenietend van een zwoele lenteavond, maar toch lichtelijk teleurgesteld rijden we naar huis. Net op het moment dat we Mill binnen rijden gaat m'n telefoon, het schermpje laat de naam 'Carel' zien. Aiaiai, zul je het hebben. 'Hij vliegt nu net op!' krijg ik te horen. Krijg nou wat! Resoluut draait Jouke de auto om en spoeden we ons terug.

Het is inmiddels behoorlijk gaan schemeren, maar als we op de veldweg aankomen blijken de mensen van net er nog te staan. Terwijl ook zij net het plan hadden te vertrekken, vloog de Velduil ineens op. Precies waar we stoppen wijst Carel naar een akkerrand bij een sloot. Ik zie het bruine koppie al en niet veel later kijk ik in het serieuze witte gezicht van de Velduil. Zie ik daar een lichtelijke grijns rond z'n snavel? 'Gotcha!' hoor ik 'm denken. Het avondlicht verdwijnt van het gezicht van de uil en hij verwordt tot een bruin propje in het veld. Jouke weet toch nog enkele leuke plaatjes te maken. Vlak voor we wegrijden 'schrik' ik nog even van iets rechtopstaands in het veld. Zou het? Het blijkt een klein paaltje te zijn. De stopactie levert nog wel twee heimelijke Patrijzen langs de rand van een akker op. Behoorlijk opgelucht dat de avond toch nog geslaagd is rijden we naar huis. Een heerlijk eind voor een geweldige dag in het veld.

woensdag 15 april 2009

Boemelen rond het Bemmelse

Na de afspraak van tien uur in Nijmegen afgerond te hebben spring ik nog even op de fiets. Een rondje aan 'de overkant' lijkt me wel wat en waag me over de Waalbrug heen. Een adult Kleine Mantelmeeuw zit letterlijk en figuurlijk graag in de schijnwerpers en kijkt me met een schuin koppie wantrouwig aan vanaf een lamp aan de zijkant van de brug. Bij de Lentse Waard friemel ik m'n telescoop eerst maar eens in elkaar. Dat ik nog steeds niet goed geleerd heb dit te doen vóórdat er iets leuks voorbij vliegt zal me nu niet aangewreven kunnen worden. En dat gebeurd dan ook snel. De witte cirkelaar in de lucht is zeer waarschijnlijk dezelfde Lepelaar, welke ik vanochtend bij de Oude Waal zag. Een pleviertje ligt wat moeilijk te doen door in het tegenlicht te gaan staan. En tegenlicht is ook licht, want onweer is ook weer. Het zal 'gewoon' waarschijnlijk wel om een Kleine gaan, maar je weet nooit. Langzaam zak ik de dijk af en uiteindelijk kijk ik door het zwarte oog van m'n scoop naar het gele ringetje rond het oog van de plevier. Een Kleine zal het zijn. Naast een viertal Tureluurs kunnen er bij die ene plevier nog drie opgeteld worden. En onderwijl iedereen over de dijk scheurt liggen ondermeer de Bergeenden, Scholeksters en Grauwe Ganzen lomig langs de waterrand. Een Groene Specht claimt zich lachend het populierenbosje binnendijks toe.

Bij restaurant Sprok klinkt een helder 'pjuu'. Een blik in de lucht blijft kleven aan twee Goudplevieren die laag naar het westen scheren. Dan het fietshekje door en rechts de dijk af. Het ge'tjek' van Ringmussen klinkt vanuit een Meidoorn en laat me remmen. Wat een beauties zijn het ook. Langzaam word ik meegevoerd en uiteindelijk sta ik zestig meter verderop bij een dijkhuisje waar ze blijkbaar onder de dakpannen broeden. De druktemakertjes roepen wat af en schieten van het dak af, om later in een spectaculaire achtervolging er weer op te eindigen. Een mannetje gaat vlak naast me langdurig in een boompje zitten kwetteren en laat zich zo prachtig bekijken. Om niet bevangen te raken door alles wat z uitvreten en me hierdoor vasthouden op deze plek, dwing ik mezelf om verder te fietsen. Zo'n 200 meter verder zit weer een groepje Ringmussen in een boom, maar nu wordt de aandacht vastgehouden op baltsende Grutto's in de weilanden links van me. Er zit een 'aardig' clubje, althans voor deze regio, wat lijkt op potentiële broedvogels. De hier en daar boven het gras uitstekende bruingrijze kopjes horen bij de Tureluurs, waarvan er ook een leuk aantal zitten. En met de drie rond een weiland tegen elkaar opzingende Gele Kwikstaarten en de man Roodborsttapuit verwordt dit gebied tot een heerlijk klein paradijsje waar ik dan ook nog even blijf hangen om het genieten. In een ruig terreintje tegen de steenfabriek aan iets verderop langs de dijk zit nog een paar Roodborsttapuit.

Een zingende Zwarte Roodstaart had ik wel verwacht bij de steenfabriek, ik mag het doen met Zwartkoppen, Grasmussen en wederom een paar Ringmussen. In de bocht op het eind van de dijk zit links op een plasje een Knobbelzwaan. Het vrouwtje zal waarschijnlijk wel iets met Pasen en eitjes aan het doen zijn. Ze is er in ieder geval niet. Bij de kunstenaar op de hoek sluipert een Braamsluiper door de bramen. Na de grote dijk weer rechts opgereden te zijn, vliegt een Tureluur op vanaf een plasdrasje waar zo te zien straks geen eer meer aan te behalen is en een beter oord wellicht handiger zou zijn. Vanaf de afrastering onderlangs de dijk zingen Putters en Kneutjes, enkele Zwarte Kraaien spelen molshoopje in de uiterwaard.

Ze staan er niet voor niets, vanaf een bankje tegenover het gehucht Kommerdijk ga ik er dan ook eens lekker voor zitten om de plas in de Gendtse Polder te scannen. Wederom Scholeksters, Tureluurs, Kleine Plevieren en een baltsende Grutto. Gele Kwikstaarten verzorgen het achtergrondmuziekje, een tweetal Grote Canadeze Ganzen zet hun tubageluid in. Het muziekje is waarschijnlijk bedoeld voor twee jonge Geelpootmeeuwen welke aan tafel zitten en zo te zien vis hebben besteld. Als kelners hippen twee Witgatjes om de meeuwen heen. Na de gedachte de vogels rond de plas nu wel gezien te hebben kuier ik verder, rechtsaf de weg met de unieke naam 'Polder' in. Hier bekijk ik het tafelreeltje van de meeuwen vanaf een andere kant. En zie nu ook een Groenpootruiter rondhobbelen. Of net binnengevallen, of heeft net 'om het hoekje' gelopen, in ieder geval nu alsnog gesnapt. Bij de steenfabriek zet ik voor de laatste keer de scoop op z'n pootjes en verbaas me over het flinke aantal Bergeenden op en langs de plas waar ik over kijk. Zo'n achttien zeker. Maar inmiddels weten we hoe het zit met 'hoekjes' en zo. Een man Zomertaling krijgt op het water op z'n donder van andere vogels, waarschijnlijk zitten de vijf Smienten daarom op de oever.

Hierna is het mooi geweest. De telescoop gaat de rugzak in en in stevige tred gaat het terug richting Waalbrug. Maar niet zonder tussentijds nog in de Bemmelse Polder een Tafeleend, enkele Kolganzen en ander spul opgerold te hebben. Over de Ambtswaard vliegen drie Ooievaars naar het noorden, niet veel later vlieg ik over de brug naar het zuiden.

Tussen zes en tien is altijd wat te zien.

Tien over half zes stond ik vanmorgen aan de buitenzijde van de huisdeur. Rustig fiets ik naar de Ooijpolder en laat me, voor zover het mogelijk is, langzaam langs de benevelde Oude Waal waaien. Ware het niet dat ik af en toe lichte tegenwind heb. Bij Tiengeboden sla ik de Hezelstraat in. Alles zingt al volop en ik hoor aan het begin van de straat, de westkant, twee Sprinkhaanzangers, twee Blauwborsten, een Nachtegaal, Dodaarzen, twee Waterrallen en de nodige Zwartkoppen, Fitissen en Tjiftjaffen. Waarschijnlijk dezelfde Koekoek kom ik eerst hier roepend tegen en later langsvliegend bij de Zwarteweg. Halverwege de Hezelstraat zingt een Rietzanger een duet met een Kleine Karekiet in een rietveld. Na tot aan de oostkant alles beluisterd te hebben fiets ik terug, sla rechtsaf de Ooijse Bandijk op en dan links de Zwarteweg in. In de verte zie ik in de nog nevelige en donkere ochtend een opgericht, nou ja, meer een wit hoopje, bij de Cilieboer staan. Dit blijkt de Lepelaar te zijn die gisteren werd gemeld en nu met een druipende loopsnavel wakker wordt. De adulte vogel poetst z'n witte pak en headbanged een paar keer, wat een mooie wapperende kuif in de ochtendnevel oplevert. Iets voor zeven is het mooi geweest en vliegt ie naar het westen.

Hoewel m'n verwachtingen behoorlijk hoger lagen door de voorspelde zuidoostenwind, blijkt er weinig trek te zijn. Althans zichtbare dan. Zo komen er 'slechts twee Kepen en evenveel Boompiepers, groepjes Graspiepers en ander klein spul noordoostwaarts langsvliegen. Op de plasdras langs de Zwarteweg zit een grote groep Grutto's, waarvan zeker 100 exemplaren tot de IJslandse ondersoort behoren. Solitair, in tweetallen of met kleine groepjes vliegen ze onder luid afscheid laag over de dijk weg naar het oosten. Een Zomertaling, paartje Tafeleend, de immer solitaire Knobbelzwaan en twee Pijlstaarten vallen ook nog op tussen het groene gras. En dan eindelijk hoor ik ook weer eens dat bekende heerlijke geluid: een IJsvogel speert vlak voor me langs en duikt een rietsloot in. Een tijd sta ik hier te luisteren en kijken, genietend van de inmiddels langzaam opkomende zon. Ik fiets nog even naar de klaphekjes verderop langs het pad, draai daar om, fiets terug en loop de dijk over, om dan de Langstraat in te steken. Bij een boerderijtje op de hoek zingt hoog in een boom een man Gekraagde Roodstaart. Ik maak wat foto's en geniet van het heerlijke geluid van dit schitterende vogeltje. Na tien minuten fiets ik een klein stukje verder, parkeer m'n vehicel tegen een paaltje en kachel de Paardewei op. Hier is het een drukte van jewelste door zingende Kneutjes, Grasmussen, Fitissen, tiekende Zanglijsters, Braamsluipers, Nachtegaal en Heggemus.

In een uithoekje, achter de SBBboerderij, kijk ik eens langer naar een Turkse Tortel en dat levert ook nog een geinig plaatje op. Langs de rand aan de Langstraat zingen twee Nachtegalen om het hardst en iets verderop, in de zuidelijke Groenlanden ratelt een Sprinkhaanzanger. En terwijl een Appelvink noordwaarts naar betere oorden vliegt slaat de Ooievaar op z'n nest het allemaal gelaten gade. Aan de noordkant van de Paardeweide, in 'de kuil', vliegen drie Blauwe Reigers laag roepend langs. Één ervan gaat boven in volgens mij een wilg, wat me zo nog bijstaat, zitten en probeert zich staande te houden. Als ik later de foto's bekijk die ik snel knip, lijkt het of er onder de vogel een nest zit. De nestgrootte van een Blauwe Reiger kennende kan ik me hier niet helemaal een voorstelling van maken, maar moet het maar eens in de gaten houden. Ik zie dat het bijna half tien is, en een afspraak om tien uur in de stad dient gehaald te worden. Ik pik m'n fiets dan ook weer op en fiets via de Zwarteweg naar de Vlietberg en dan achter de Oude Waal langs probeer ik op m'n barreltje tegen de dijk op te komen. Met een telescoop op de schouder en één hand aan het stuur en dán nog kracht zetten is wat teveel gevraagd. Stukkie lopen, aangemoedigd door een zingende Grasmus uit de top van een struikje langs de weg. Boven gekomen blijk ik nog 'zeeën' van tijd te hebben: een kwartier. Snel schiet ik de Persingensestraat nog even in en kan zo nog genieten van zingende Roodborsttapuit, Blauwborst, Gele Kwikstaart en Veldleeuwerik. In een wei struinen een paar Roeken tussen de Kauwtjes en Zwarte Kraaien. Altijd leuk om deze kaalsnaveligen in de polder te zien. Stip tien uur ben ik op m'n afspraak.

zaterdag 11 april 2009

(te) Laat in de middag een rondje

Vanmiddag laat wederom een fietsrondje Groenlanden en Vlietberg en omgeving gemaakt. Bij Tiengeboden zong buitendijks een Rietzanger, wel wat ver en werd soms overstemd door een zingende Blauwborst die halverwege zat. Of anders door voorbijrazend verkeer. In de verte riep een Groenpootruiter en ook de Zomertalingen lieten vocaal hun aanwezigheid weten. Een paartje Tafeleend zat verscholen tegen wat bosjes aan. Langs de Hezelstraat ontwaarde ik in de verte een mannetje Roodborsttapuit bovenin een meidoornhaag. Na een hele tijd geleden een vrouwtje hier gezien te hebben, was het een tijd rustig en vroeg ik me al af waar dit 'standaard'paartje voor deze plek toch bleef. In een rietveld zong mijn eerste Kleine Karekiet van dit jaar. Terwijl ik terugfietste naar de Ooijse bandijk hoorde ik in de zuidelijke Groenlanden mijn eerste Koekoek 'zingen'. Lekker dat geluid!

Langs de Zwarteweg zag ik een paartje Pijlstaart, één van de weinige die nog overgebleven is van een grote groep die er heeft gezeten. Verder zaten er onder andere Zomertaling, vier Grote Canadese Ganzen, veel Slobeenden, Dodaarzen, een paar Wintertalingen en veel ander vertrouwd gevederte voor deze hoek.

Bij de Vlietberg ging ik weer op m'n vertrouwde stekkie zitten om de natte weilanden af te kijken. Er was een grote groep IJslandse Grutto's aanwezig, zo'n 84 telde ik er zeker. Veel waren er in vol zomerkleed, maar er zaten ook vogels bij die halverwege hun overgang zaten, of zelfs nog in winterkleed. Prachtig om die donkerrode zomerkleedvogels te bekijken. Her en der scharrelden de weinige Tureluurs. Op de Vlietberg zong wederom een Zwarte Roodstaart vanuit een boom. Sinds de fabrieksgebouwen op dit terrein zijn neergehaald moet ie wel. Een Gekraagde Roodstaart zong vanuit een bosje. Achter de Oude Waal was het behoorlijk rustig. Slechts een Wulp en 'het bekende spul', onder andere een Ooievaar, foerageerden op het inmiddels drooggevallen land. Wat een leuk steltloperlandje leek te worden is helaas vroeg voorbij.

vrijdag 10 april 2009

Een rondje inventariseren en daarna een uitspattinkje

Gistereren geëindigd met een opkomende maan, nu met een lekker opkomend zonnetje. Vanochtend was het weer ouderwets gezellig. In die zin dat ik de wekker een tets gaf voor ie mij met volle overgave kon wekken. De meeste inventariseerders weten hoe het dan verder gaat: bammetjes smeren, kopje kof (of thee) zetten en ondertussen de benodigde spullen in een rugzak douwen. Nog eens een keer alles checken: veldkaarten mee, pen, extra pen, noodgevalletje potlood (mocht het gaan regenen, dan loopt inkt uit...), kijker, telescoop en tegenwoordig ook camera.
Dan rap op de fiets richting Paardewei. Ik neem de weg langs de Vlietberg en pik zo mijn eerste zingende Grasmus van dit jaar mee. Later op de dag zit de vogel er nog steeds en weet ik wat geinige fotootjes te schieten. Om 6:30 kom ik op de Paardewei aan. Ondertussen zingt alles al lekker behoorlijk, maar de soorten die ik tijdens deze ronde in de gaten moet houden zijn nog niet volop aanwezig, het is te overzien...
Ik heb net een klein struintochtje door wat bosjes langs een watertje achteraf gemaakt als ik weer op een open weilandje kom en een bekend geluid hoor: 'tsjoktsjoktsjok'! Vlak voor me uit schiet een Beflijster geschrokken een boompje in waar hij zich mooi laat bekijken. Na een minuut vliegt de Kransmerel op en gaat in een hoge boom langs de dijk zitten. Ik vervolg mijn ronde en loop via de wildovergang bij de Bisonbaaistrang weer westwaarts over de weg, om daar weer de uiterwaard in te steken. Een Sperwer schiet een bosje in, een paar Kneutjes zoeken snel een veiliger heenkomen.

Langs het boerenpad achter de Bisonbaaistrang zit een man Roodborsttapuit op het prikkeldraad, een man Graspieper voert zijn baltsvluchten uit. Op de kleine plas hoor ik Zomertalingen 'krekken', afkomstig van vijf mannetjes langs de waterkant. Af en toe een soort op de veldkaart noterend loop ik naar de ruigte achter de Bisonbaai. Een Grasmus laat z'n zang horen, Graspiepers schieten heimelijk tussen het gras door. Een stuk voor me uit vliegen zwarte en bruine vogels op: weer Beflijsters! Nu tel ik er zeven en weet wat plaatjes te schieten.

Op het Waalstrandje blunder ik tegen mijn eerste Tapuit van dit jaar aan. Het vrouwtje zit, Tapuiteigen, vaak op hogere uitkijkpuntjes zoals een steen. Na een zomers broedonderzoek naar deze soort in 2007 in de duinen van Noordholland kijk ik heel anders tegen deze schitterende soort aan. Als een soort met een bepaald karakter waarbij ik het gevoel heb dat ik ze nu wat beter begrijp. In ieder geval geniet ik met volle teugen.

Aan de zuidkant van de Bisonbaai loop ik over het houten bruggetje weer naar de strang aan de westkant. Naast Futen, Kuifeenden en een enkele Smient tref ik ook een vrouwtje Mandarijneend aan op de baai. Een Braamsluiper kleppert vanuit het struikgewas en de roepende Boomkruiper noteer ik op de kaart. Verderop steek ik de 'wildwissel' op de Oooijse bandijk over en slenter de Paardewei weer op. Halverwege zie ik een drietal vogels opvliegen ter hoogte van de Staatsbosbeheerboerderij. Een blik door de kijker levert mijn volgende drie Beflijsters op. Het houdt niet op vandaag! Mijn tweede, eveneens naar maatstaven vroege, Nachtegaal zingt uit volle borst langs de Langstraat.

Ik maak nog een rondje over de Paardewei en weet zo nog een Groene Specht voor de inventarisatieronde te pakken. Daarna pak ik mijn grote held, de fiets en ga op weg naar huis. Want vanochtend kreeg ik een sms van Jos van Oostveen. Of ik nog mee wilde naar de Spaanse Mussen in de Eemshaven. Na een afweging, ik wist niet precies hoe lang de inventarisatie nog zou duren, heb ik ja gezegd. Dit natuurlijk ook na een gesprek met m'n vriendin, incluis mijn bedelende blik van 'ik zou zó gráág...'

Uren later sta ik dus in de Eemshaven. Ja, zo kan het verkeren. Bij aankomst staat er al een rijtje auto's, de inhoud loopt verspreid over de weg. De mussen zijn echter al zeker een uur uit beeld. Maar ik heb geduld, enigzins gevoed door een luiheid die ik heb opgebouwd na een vroege en actieve wandelochtend. Ik vermaak me met een man Gekraagde Roodstaart die in de buurt verblijft en bekenden die er ook zijn. Ik hoef ik practisch alleen op mijn statief te leunen en te wachten op geluiden als: 'HIER!'. Wat (gelukkig!) ook vrij snel gebeurd. Iemand heeft de mussen ontdekt langs een stenen kade. Met de aanwezige mensen sprinten we er heen. In de drukte van de mensen zet ik de kijker voor de ogen en zie zo meerdere mooi getekende mussen in de kijker verschijnen. Even later gaan ze even op een reling zitten, om daarna weg te vliegen.
In de uren erna krijgen we de mussen nog een paar keer dichtbij in beeld, onder andere een luid tsjilpend mannetje, zittend op het prikkeldraad van een hek. Waarna het mooi is geweest. Ergens in Groningen wordt in een wel erg troosteloos winkelcentrum, die van Lewenborg, een avondmaaltijd bij elkaar gekocht, iets met vet van de friettent en drinken van de Coop. Halverwege de rit naar huis val ik een paar keer in een dommelslaap. Ja, het was best een indrukwekkende dag. Wat rest is de vraag hoe ik op een verjaardag uitleg dat ik voor 'een mus' naar de Eemshaven ben gegaan. Misschien maar niet...

donderdag 9 april 2009

Avondommetje Groenlanden

Vanavond vanaf kwart voor zeven even het fietsje gepakt om een klein rondje Ooij te doen. De Oude Waal was mooi glad, in het licht van de ondergaande zon pulkte ik er nog twee Oeverzwaluwen en een groepje Boerenzwaluwen uit. Naast de boerderij bij de schaapskooi foerageerde aan de oostkant een Ooievaar.

Op de Paardeweide was het een grote drukte met zingende Merels, Zanglijsters, Tjiftjaf en Kneutjes. De Ooievaars lagen al op bed. In de struiken langs de Langstraat was een Braamsluiper begonnen met het dichttekkeren van z'n territorium. Ook de Bisonbaai lag er mooi, maar rustig bij. Aan de Hezelstraat hoorde ik halverwege een Blauwborst en een stukje verderop kwam mijn eerste Bruine Kiekendief, een man, in de schmering zuidoostwaarts over, mogelijk naar een slaapstek ergens bij Persingen. In het rietveld aan de westkant van de Hezelstraat ving ik het geluid van m'n eerste Sprinkhaanzanger dit jaar op. iets later zat het mannetje voluit te ratelen vlak langs de weg. Twee Blauwborsten en een drietal schreeuwennde, knorrende en biekende Waterrallen maakte een mooi eind aan m'n rondje. Bij het Oude van dagen kolkje kiekte ik nog een rachtige rode opkomende maan en met dit beeld in m'n hoofd fietste ik later langs de straatverlichting op huis aan.

dinsdag 7 april 2009

Roodstuitzwaluw bij Kraaijenbergse Plas 5!

Thuis aan het omrommelend dacht ik rond kwart voor vijf 's middags rustig een rondje waarnemingen kijken te kunnen doen en zet m'n computer aan. In m'n mailbox zie ik een alert van 'een Roodstuitzwaluw' opdoemen en lees er achteraan 'Kraaijenbergse Plassen 5, voor de kijkhut'. Slik! De beschrijving past erg goed op de soort, dus wat nu? Om tien voor vijf krijg ik het eerste telefoontje binnen, van Jos van Oostveen, hij is al aan het rijden. Ik begin diverse mensen te bellen, maar de eerste die ik probeer nemen óf niet op, óf kunnen niet: geen vervoer, verjaardag, kinderen ophalen, enz. Bram Ubels belt: of ik ga? Tuurlijk! Als vervoer lukt....
Vlak daarna weer een belletje van Jos: Justin Jansen heeft iets westelijker op de plas de vogel weer gevonden en vliegt nu bij de boerderijen rond, op de 'Pestvogelplek'! (in januari verbleef hier een tijd een Pestvogel) De spanning wordt nu enigzins om te snijden en ik blijf doorbellen en smsen, ondertussen ook telefoontjes beantwoordend. Uiteindelijk krijg ik Harvey van Diek aan de lijn. Hij kan in een kwartier voor de deur staan. Snel bel ik Bram Ubels weer dat we 'zo gaan rijden'. Hij belt net mij, dat hij net met z'n moeder wil gaan en of ik mee wil. We sluiten kort dat hij ook naar mij komt om samen met Harvey verder gaan.

Na een kwartier bel ik Harvey: hij staat 300m verderop in de straat, maar het verkeer staat muurvast. Dit zorgt voor de nodige spanningsopbouw, temeer omdat ik ondertussen diverse telefoontjes pleeg en krijg: ja de vogel is nog ter plaatse!' Stik, die heeft z'n batterij leeg'. 'Dit is de voicemail van...'. Dát wil ik niet horen! Sms: 'Roodstuitzwaluw KBP 5'. Ja I know! Bram, inmiddels gearriveerd, en ik besluiten tegen de file in te lopen, zodat we zo snel mogelijk in de auto kunnen springen. Na een tijd tegen de stroom ingelopen te zijn bel ik Harf. Waar hij is? Blijkt hij ons alweer gepasseerd te zijn! Rap rennen Bram en ik terug en stappen in. Een eind verderop in de straat pikken we Erik van Winden op en na de Nijmeegse binnenstadfiles geparreerd te hebben spoeden we over de autobaan naar Beers. Het weer is nog wat somber, wat goede hoop geeft: een opklaring zou er voor kunnen zorgen dat de vogel er vandoor gaat. In twintig minuten zijn we bij de boerderijen aan de zuidwestkant van Kraaijenbergse Plas 5. Een groepje mensen staat naar een groep zwaluwen te kijken. Harvey 'tikt' de vogel al vanuit de auto. Snel stappen we uit en in de korte afstand lopend komt de vogel al in beeld, rustig glijdend door een groep Boerenzwaluwen. Er blijken ook twee Huiszwaluwen en twee Oeverzwaluwen tussen te hangen. Voor menigeen die later ook aankomt, zijn dit óók nieuwe jaarsoorten. Één persoon, we noemen geen namen, maar hij stond in ieder geval iets te vaak op de ijsbaan, presteert het zelfs om de Roodstuitzwaluw als eerste zwaluw voor het nieuwe jaar te zien! De vogel vliegt af en toe zo dicht langs, dat ik met de klikklakdigicamera gewoon maar wat afdruk, wat een geinig plaatje oplevert.

In de uren er na laat de vogel zich van z'n beste kant zien. Soms lijkt de groep verder te gaan, maar altijd keert de groep weer terug naar de boerderijen. Als de groep zwaluwen mét de Roodstuit in een boompje gaat zitten, laat deze zich prachtig bekijken. Helaas te kort, de onrustige groep gaat alweer omhoog voor een leuk fotootje geschoten kan worden. Rond half acht vliegt de groep nu vrij constant tussen de boerderijen door. 'Laatkomers' weten de vogel echter nog steeds te zien te krijgen. Om half acht vertrekken wij, een klein groepje gelukkigen achterlatend.

De laatste twitchbare Roodstuitzwaluw voor ons werkgebied vloog in 1998 bij de Bisonbaai in de Ooijpolder. In 2005 (Klompenwaard, Doornenburg) en 2007 (Kaliwaal, Ooijpolder) werden kortstondig vogels gezien. Het geval van de KBP blijkt ook nog eens één van de meest vroege voor Nederland te zijn, het tweede of derde.



Voor de 'regiolijsters' van de VWG Nijmegen was dit een zeer welkome, alsook een werkelijk schitterende soort om te bekijken..

Blauw en rood in elke sloot

Na vanochtend al een lekker rondje te hebben gefietst en thuis wat zaken afgehandeld te hebben, vanmiddag weer op de pedalen gestapt. Het is lekker warm en ik ga eerst, via de Vlietberg, naar de Paardeweide om te kijken of hier misschien ook Beflijsters zitten. Bij de Vlietberg zindert de lucht teveel om goed over grote afstand te kunnen kijken. Daarnaast heb ik nog eens tegenlicht. Een aantal Witgatjes, Wulpen en Tureluurs weet ik er nog uit te plukken en hierbij laat ik het. Bij de Cilieboer is het een drukte bij de Grutto's. Een tiental donkerrood gekleurde vogels met sterk gebandeerde flanken blijken IJslandse Grutto's te zijn. Langs de Zwarteweg liggen een viertal Bevers op de oever te zonnen. Voor zover dat gaat vanonder de struiken
Op de Paardewei is het rustig. Volop Fitissen en Tjiftjaffen en de eerste Gekraagde Roodstaart voor dit jaar, een man, vliegt voor me uit. Ooievaar, Groene Specht en Buizerd bezetten hun standaardhoekjes op de wei. Matkop en Kneu hangen zingend rond in het gebied. Via Bisonbaai (even kijken of er al een Visdief rondhangt: nope) en Kruisstraat fiets ik de Hezelstraat in. Helaas geen Baardman. Wel aan beide zijden van de weg zingende Blauwborsten. Aangekomen bij Tiengeboden ga ik linksaf de dijk op en trap rustig richting de Persingensestraat in het Circul. Tapuiten en ander zomerspul komt nu langzaam binnen en dan is dit altijd een leuke plek.

Langs de Persingensestraat is het 'opvallend' rustig. Halverwege de straat zingt een Roodborsttapuit en roepen twee Patrijzen. In in de scherpe bocht laten twee Blauwborsten hun prachtige geluid horen. Een soort waarbij ik het idee heb dat er aardig wat van binnen zijn komen vallen. Afgelopen periode heb ik zowel in het Circul als in de Groenlanden en verderop langs de Waal al op diverse plekken Blauwborsten gehoord en gezien, naar mijn beleving meer dan vorig jaar. Langs de Koudedijk zet ik m'n fiets neer. Bij een wilgengriend zit een met aluminium geringde Blauwborst, die zich bij tijd en wijle schitterend laat bekijken. Ook nu zit de vogel bovenop een geknotte boom langs de weg. Een auto zorgt er voor dat ie wegduikt en zich voorlopig niet meer laat horen. Ik ga in de berm zitten en wacht af. Er is genoeg te zien en te horen om me heen en een beetje geduld doet wonderen: uiteindelijk zit de vogel op een paaltje vlak voor me en laat zich redelijk fotograferen.


Op de weg naar huis zijn in de S bocht van de Persingensestraat zes Patrijzen met elkaar aan het bakkeleien. Blijkbaar heeft ieders aan de zijde van de weg zijn territorium en moet dat met een hoop vertoon worden verdedigd. Een mannetje zit vol opgericht midden op de weg te roepen en jaagt even later achter een ander mannetje aan.

maandag 6 april 2009

Wijchens Ven

Na gisteravond naar een wel verdomd vroege Nachtegaal te hebben staan luisteren in de Groenlanden in de Ooijpolder, en er daarna nog een rondje uilen luisteren tegenaan gooide (wat me alleen Steenuilen en een Ransuil opleverde), was m'n plan voor vandaag nog niet echt helder. Een mailtje over een Roerdomp bij het Wijchens Ven stuurde me dan ook die kant op. Het is een heerlijke ochtend en ik verbaas me erover hoe dicht bij huis dit prachtige gebied eigenlijk ligt. In mum van tijd sta ik aan het ven en bedenk hoe ik het eens aan zal pakken. Het is behoorlijk heiig, dus maar gewoon de telescoop op de rietkraag gericht en heen en weer gaan scopen. Overal denk ik iets te zien wat voor Roerdomp door kan gaan. En elke keer is het óf een boomstammetje in de rietkraag, óf een dichte pluk riet. Dan zie ik iets wat meer kans maakt. Maar de vogel zit zo ver weg dat ik een andere invalshoek nodig heb. Ik verplaats me naar de noordoever en kijk weer naar de plek. Het beweegt! Als ik iets inzoom komt een prachtige Roerdomp tevoorschijn! De vogel loopt langzaam langs de rietkraag naar achter. Na een poging tot fotograferen te hebben gedaan (natuurlijk alleen mist te zien, met vaag een paaltje wat de vogel moet zijn) besluit ik verder te fietsen, lekker door de Overasseltse Vennen.


Een Appelvink zingt bij een huis in de buurt en in de verte roept een Kleine Bonte Specht. Langs de weg in de buurt van het ven blijkt op een ruig terreintje tussen een groepje Putters een paartje Roodborsttapuit te zitten. Normaal ben ik ze gewend van de uitgestrektere polders en heideterreinen, dit is een klein terreintje waar ik 'm niet zo snel had verwacht. Ik dwaal een beetje over de fietspaden en sla af en toe een stukje bos in, wat me onder andere Boompieper, vele Zwartkoppen, Fitissen en andere (semi)bosvogels oplevert. Bij de Heiveldweg zie ik bij een paardeweitje iets zwartwits in een boom zitten. Mmm, rare ekster. Terwijl ik doorfiets schiet door m'n hoofd dat dit toch wel gecheckt moet worden. Ik draai om en sta even later naar een mooie Beflijster te kijken! De vogel zit langdurig in een bomenrij, maar als tie besluit de wei in te vliegen vliegt er zowaar een tweede vogel achteraan! Een tijd lang zit ik naar deze prachtige lijstersoort te kijken. Gewoon met een telescoop langs een weggetje, wat af en toe verbaasde blikken van passerende automobilisten oplevert. Een paar Boerenzwaluwen vliegen rond en een Keep vliegt over. Na een dik kwartier vliegen de vogels weer de bomen in en komen er niet meer uit. Hoog tijd om door te fietsen.

Geen idee waar ik ben. Wil naar de Hatertse Vennen, dus ik sla een beetje linksaf rechtsaf, in de hoop uit te komen waar ik wil zijn. Onderweg laat ik iets vallen wat ik eigenlijk wel graag terug zou willen, een pennetje van een Pda. 'Mooi, die is weg' dacht ik. Zeker een kwartier loop ik een stukje fietspad van tien meter op en neer. Dit levert me wel weer een roepende Kleine Bonte en Groene Specht op. Niet veel later vind ik met een grote doos geluk het pennetje weer, liggend op een meter van het pad af. De soortjes die ik hoorde kunnen ingevoerd worden.

Uiteindelijk sta ik op de bult bij het Botersnijdersven. Enkele luidruchtige Kokmeeuwen lijken weer een kolonie te willen beginnen en zitten op pollen in het water, of boven op de top van dooie staken.
Een drietal Roodwangschildpadden liggen loom op een boomstronk langs het water. Helaas nog geen Geoorde Fuut, daarvoor moet ik nog maar eens terug. Een Boompieper en Goudhaan neem ik wel nog even mee. Het is rond het middaguur, en ik moet thuis nog wat dingen regelen. Met grote tevredenheid over de prachtige ochtend kneur ik naar huis.

zondag 5 april 2009

Zwarte Wouw in het Circul van de Ooijpolder


Vandaag kon ik prachtig een Zwarte Wouw bekijken die aan het jagen was langs de Persingensestraat in de Ooijpolder. De vogel cirkelde steeds rondjes boven een aantal weilanden en vloog af en toe tot vlak boven de grond. Een aantal Zwarte Kraaien en Buizerds waren niet van zijn aanwezigheid gediend en joegen 'm een aantal keren het weiland uit, waarop de vogels verderop begon te draaien, en sluiks weer terug kwam naar het weiland waar ik voor stond.

Na een dikke twintig minuten vloog de vogel langs me heen, draaide soepeltjes een paar rondjes boven de weg en vertrok langzaam naar het oosten. Dat de Zwarte Wouw behoorlijk géén gevorkte staart kan hebben, is op de foto hiernaast te zien. Je zou er zo een Dwergarend van maken...

's Avonds kopte ik trouwens m'n eerste, onwijs vroege, Nachtegaal voor dit jaar in aan de Hezelstraat. Na een half uur wachten liet de vogel ineens vlak voor me zijn aanwezigheid horen, door keihard het 'djuudjuudjuu' in te zetten, een volle riedel te zingen, nog wat alarmkreten te slaken (het harde 'hu iet' en het rollende 'errrr') en daarna z'n bek te houden. Geweldig!

vrijdag 3 april 2009

Met de neus in een beschuit met muisjes


Het aanstekelijke lekkere weer lokte me toch nog naar buiten.


Bij de Vlietberg in de Ooijpolder zat ik net lekker, hoewel een flink oostnoorderwindje me tegemoet waaide, een tijdje langs een dijkje, toen ik ineens een 'glimmend object' vlak voor me ontwaarde. Bleek nou? Was er net een kalfje geboren!


De rest van het verhaal over deze leuke dag komt snel!