dinsdag 26 mei 2009

Even tussen de buien door eruit

Buienradar.nl werd afgelopen twee dagen plat geraadpleegd door waarschijnlijk storm en onweer'chasers'. Vandaag opende ik ook de site maar eens om te kijken hoe de kansen lagen om er even droog op uit te kunnen. Het zal echter niet de laatste keer zijn dat de site aangeeft dat het de aankomende paar uur droog zal blijven en ook nu is het twijfelachtig. Ik besluit naar het nieuwe gebiedje 'Het Zwanebroekje' bij Persingen te gaan, wat er steeds interessanter uit gaat zien. Via het Traianusplein vlieg ik op de fiets over de Rijksweg naar Beek Ubbergen en steek deze even later over, om zo aan de zuidkant van het natuurgebiedje in aanleg te komen. En inderdaad: hoewel buienradar minimaal een uurtje droog aangaf, pakken wolken zich boven de stuwwal samen om weer eens goed te gaan hozen. Een flinke wind gaat tot mijn plezier flink tekeer, hiervoor zit natuurlijk een eerste versnelling op m'n fiets en die moet af en toe ook gebruikt worden.

Met de fiets aan de hand loop ik over het paadje naar het voetgangerspontje en begin aan het gele wiel te zwengelen, om zo de pont tot mij te laten komen. Na tien zwengels en de pont slechts drie meter vooruit, komen de eerste droppels naar beneden. Druppels zijn wat kleiner, droppels zijn dikke klodders druppels en ik laat daarom de pont voor wat het is, voor mijn vest kan laten zien hoe groot z'n absorberend vermogen is. Langzaam loop ik terug naar de bomen langs het doodlopende pad. Ondertussen had ik al wel gezien dat er minimaal twee Lepelaars aan het opscheppen waren. Aan de rand van een putje loopt een Witgat en een paar Bergeend laat hun jongen de omgeving verkennen. Een vrouwtje Roodborsttapuit zit in de boompjes langs het pad, een Bosrietzanger zingt vanuit lagere regionen. Tientallen Spreeuwen, zo te zien veel jongen, vliegen rond in het gebied. Een paar Kneutjes wisselen prikkeldraad met zandhoopjes af. En ook vandaag is een Visdief weer druk aan het foerageren.

Onder de bomen wacht ik de bui af en fiets dan naar de Sint Hubertusweg. Via een omtrekkende beweging moet het lukken om onder de smalle buienstrook vandaan te fietsen en dat lijkt te lukken. Halverwege de weg zie ik nog een Roodborsttapuit en bij een voormalig tuincentrum hoor ik een derde. Net over de brug lopen twee Ooievaars in een weiland, welke ik later weer zie als ik linksaf de Persingensestraat ben ingeslagen. Bij het kerkje van Persingen heb ik uitzicht vanaf de noordkant over de nieuwe afgravingen van het Zwanebroekje. Een aantal Grutto's foerageert langs de randen, Tureluurs doen het zelfde. Een Boomvalk scheert laag langs, maar het is me onduidelijk of de vogel met deze bloedgang nu aan het jagen is, of met de wind in de rug eens stevig door wil vliegen.

Aan de andere zijde van het pontje, nog steeds liggend op de plek tot waar ik 'm had gedraaid, lopen drie Lepelaars driftig heen en weer. Drie mannetjes Zomertaling zijn nog steeds aanwezig, eentje wordt nu vergezeld van een vrouwtje. Het waait behoorlijk en ik vertrouw de bomen waar ik onder sta niet helemaal. Misschien wel gerechtvaardigd, gezien de dikke takken die op de weg liggen. De Lepelaars gaan op de foto en ik hou het daarna voor gezien. Mede ook omdat een pak donkere wolken weer mijn kant op komt

Zonder veel moeite vlieg ik naar het noorden de Koudedijk over. Wind in de rug! Een Patrijs schiet van de weg af. Vlak voor boerderij De Plak vliegt schichtig een vogel met wit in de staart laag door de ruigte van de sloot weg. Tapuit vermoed ik, maar de vogel is weg en laat zich niet snel weer vinden. Iets verderop gebeurd hetzelfde met zeer waarschijnlijk dezelfde vogel. En uiteindelijk krijg ik, op een bakstenenhoop bij boerderij De Plak, inderdaad een mooi vrouwtje Tapuit in beeld. De vogel trotseert voorovergebogen op de hoop de wind en zoekt later een lagere plek op. De kijker laat zich met moeite stil houden. Toch kan ik, door 'm op het zadel te leggen, korte tijd van de Tapuit genieten. Ik fiets door naar de Kruisstraat en ga links de Hezelstraat in. Een Aalscholver vliegt over en tussen de windvlagen door hoor ik een Fitis en Tjiftjaf. Verder laat zich er weinig horen. Op de dijk bij Tiengeboden ga ik tegen de dijk liggen en tuur de rietvelden af. In de verte vliegt een compact groepje Zwarte Sterns met één Visdief laag boven het water, regelmatig pikkend naar het oppervlak. Futen zwemmen er om heen. Blijkbaar is er iets bijeengedreven wat culinair interesant is. Hoogtepunt zijn een tweetal tegen elkaar in roepende Waterrallen vlak voor me. Ik bekijk het rietveld nauwkeurig, maar de wind zorgt voor een te bewegend beeld om rustig te kunnen kijken..

Over het stuur hangend en in de eerste versnelling ga ik op huis aan. Weet nog een bui te ontwijken en hou het droog tot thuis. Ondanks de buien die vielen, maar dankzij de bomen onderweg. En enigzins tactisch fietsen.

zaterdag 23 mei 2009

Noordse Nachtegaal op herhaling

Vrijdag 22 mei wordt op Waarneming.nl de waarneming van een Noordse Nachtegaal ingevoerd. De waarnemer blijkt de vogel al op 19 mei gehoord te hebben, maar was nog niet zeker van zijn zaak. Op 22 mei wordt de soort weer door de vogelaar gehoord en nu door een andere waarnemer bevestigd. En vindt de waarneming z'n weg via internet en sms naar andere geïnteresseerden.

Aan deze soort bewaar ik schitterende herinneringen uit mei 2003, toen langs de Hezelstraat in de Groenlanden, Ooijpolder een mannetje domicilie had gekozen in een meidoornstruik direct langs de weg. Oorverdovend was z'n zang op 14 en 15 mei, toen ik op slechts twee meter van de vogel af stond. Ongekend mooi! Voor deze waarneming loop ik nog niet direct warm, hoewel het in het gebiedje De Kievit bij Brummen is, verhoudingsgewijs vrij 'dicht' in de buurt dus.

Zaterdag stuur ik aan het eind van de middag toch Geert Lamers een sms of hij nog 'plannen die kant op' heeft. In twee smsjes is het geregeld dat we samen een poging gaan wagen, nauwelijks twee uur later zit ik naast hem in de auto en in een dik half uur rijden we naar de hoek Broekdijk/Kievitsweg. Geert parkeert z'n auto achter twee auto's die er al staan. Één van de auto's is van Jan Hartog, die, zo horen we na het uitstappen, de vogel al kort heeft horen zingen. 'Hij doet het dus nog' is de gelukkige gedachte, maar wij hebben hem nog niet gehoord. Het is wel eens gebeurd dat een vogel nog even kort zong en vervolgens spoorloos was verdwenen. Zou hier ook zomaar kunnen gebeuren.

En dan ineens héél kort, in een fractie van een seconde, een 'vol' geluid uit een bramenstruweel aan de bosrand langs de Broekdijk. Dát was 'm! Maar ja, om nu met een kwart seconde zang tevreden te zijn...We blijven dus hangen. Ondertussen komen Maarten Kaales, Tim de Boer en Theo van Veenendaal ook aan, en ook andere vogelaars sluiten zich aan. We kletsen rustig bij en wachten geduldig af, telkens een oor gespitst op dat ene geluid.
De asfaltsplitsing bestaat uit een hoek met langs één kant een bosrand bestaand uit loofbomen en een ondergroei aan struiken en struwelen. Langs noordkant van de Broekdijk ligt een weilandencomplex met hagen en langs de andere kant van de Broekdijk ligt nog een opener stukje bos met zo te zien een kapvlakte waar nu aardig wat struweel op staat. We wachten geduldig, waarbij we de regenroep van een Zwarte Specht (voorbode!) nog horen en ons afvragen waar die vier Edelherten in het weilanden in vredesnaam vandaan komen, zo buiten de Hoge Veluwe. Een Ree laat even zien hoe groot de Edelherten wel niet zijn, ondertussen het weidegras millimeterend. Waardoor het tweede curieuze opvalt: waarom zijn ze totaal niet schuw? Op de Veluwe is dat wel anders, hier lopen ze open en bbehaard door de wei.
Om negen uur gaat het gouden keeltje dan eindelijk los en laat meer van zich horen. De aanwezigen stellen zich langs de rand van de weg op, en als een soort knikkende jonge uilen gaan de hoofden omlaag, omhoog, naar links of naar rechts, in de hoop zo een glimp van de nachtegaal op te vangen. Na een kwartier is het weer stil. De zang is niet zó luid als van het mannetje die ik in de Ooijpolder hoorde. De voor Noordse Nachtegaal kenmerkende strofen zijn wel mooi te beluisteren.

Wolken pakken zich ondertussen samen en laten uiteindelijk hun verzamelde water langzaam boven ons los. Wat blijkbaar voor de nachtegaal weer het teken is om weer vol te gaan zingen. Paraplues komen tevoorschijn, regenjassen worden snel uit de auto's gegrist. Nu vangen we ook een paar keer een glimp op van de vogel, die laag op een tak zit. Ineens verplaatst de vogel zich bliksemsnel naar de overkant van de weg, om daar in een smal bosstrookje te gaan zingen. Om net zo onzichtbaar en razendsnel (ik heb het over secondenwerk!) weer naar zijn oude stek te vliegen en ons in grote verbazing achter 'm aan laat huppelen.
Mobieltjes worden uitgestoken in de hand gehouden, net als ik willen meer dit prachtige geluid wel als ringtone hebben en nemen het op. Ik denk dat ik tevreden ben met de opname en maak ondertussen wat foto's van de mensen. Later luister ik toch even het opgenomen geluid af en hoor alleen maar de commentaren en het gekwek van de waarnemers. Als achterdecor zingt de vogel. Heb ik het microfoontje aan de verkeerde kant gehouden!!! Net wanneer ik een nieuwe opname wil maken, gaat het iets harder regenen en houdt de vogel z'n snavel. Heb ík weer!
Ook voor ons is het mooi geweest en rond tien uur stapt bijna iedereen in de auto om huiswaarts te gaan, de vogel in de regen achter latend.

dinsdag 19 mei 2009

Avondrondje Ooijpolder met lage PHwaarde

Het lijkt een zwoele meiavond te worden, tijd om weer eens te testen hoe het met de PHwaarde (PorseleinHoen) van de Ooijpolder is gesteld. En natuurlijk met die van de Kwartel(koning). Rond acht uur trap ik de fiets aan, laat de Oude Waal met z'n Zwarte Sterns nog even links liggen en rij door richting Kaliwaal. Net voorbij de Reomie zie ik al snel het vaste paartje Patrijs binnendijks in het gras schuifelen, een Oeverloper zit op een krib aan de andere kant van de dijk langs de Waal. Ter hoogte van het dorpje Erlecom vliegt een Boomvalk laag over de dijk de binnenlanden, achterna gezeten door Huis en Boerenzwaluwen die de valk druk kwetterend hun territorium uitjagen. De Zwarte Roodstaart bezet al zingend nog steeds z'n plekkie bij een boerderij langs de dijk. Overal in de ruigtes, vooral langs de Waal, zingen Bosrietzangers.

Bij de Erlecomse Waard nog steeds opmerkelijk weinig steltlopers. Een adult zomerkleed Kanoet trippelt langs een slikrand vlak onder m'n neus, enkele Tureluurs, Grutto's en twee Kleine Plevieren doen mee. De ruigte van de waard wordt al zingend opgedeeld in territoria door de Bosrietzangers. Bij de steenfabriek leggen Huiszwaluwen de eerste kleikorrels aan hun nieuwe huis vast onder een dakrand van het kantoortje. Het is nog vroeg op de avond, de 'crexxen' zijn óf nog niet aanwezig of hebben nog geen zin om te roepen. Maar waarschijnlijk gaat het om het eerste.

Bij de Kaliwaal slapen twee Lepelaars op een hoger gelegen stukje land langs de plas. Een Groenpootruiter loopt iets verderop erlangs en een Sprinkhaanzanger ratelt rustig de nacht in. Over de Erlecomsedam, met z'n vele bubbelende, krassende en imiterende Bosrietzangers, fiets ik terug naar de Sint Hubertusweg en fiets langs het dorp Ooij naar het zuiden. Om 21:48 hoor ik nog een man Braamsluiper op de hoek met de Leuthsestraat zingen, één van de laatste die ik qua tijdstip ooit heb horen zingen.

Het is al behoorlijk donker als ik bij het kerkje van Persingen aan kom. Twee Ooievaars hebben blijkbaar geen last van de oranje schijnwerpers die op de kerk zijn gericht en slapen er boven op, ieders op de hoek van het dak. Een Patrijs roept vlakbij, een Blauwborst zingt vanuit de rietkraag langs het Meertje tegenover de kerk. Bij het voetgangerspontje zie ik in het beetje licht wat er nog is rond half elf drie Lepelaars druk foerageren, een prachtig gezicht. Ook hier zingt nog een Blauwborst. Rond de hoek Koudedijk/Persingensestraat roepen meerdere Patrijzen tegen elkaar op. Ik fiets de Koudedijk tot boerderij De Plak een keer op en neer om te luisteren naar mogelijk roepende. Helaas, maar wel tot mijn verbazing, blijft het bij een zingende Roodborsttapuit in het donker en wederom enkele Patrijzen die tegen elkaar in gaan.

Op de weg naar huis tref ik in het donker op de Persingensestraat Gijs Kurstjens, die eveneens deze route neemt om te luisteren of er nog wat roept. Behalve wat Patrijzen blijft het verder stil en fiets ik op huis aan. Een geslaagde heerlijke avond. Maar helaas wel met een lage PHwaarde.

donderdag 14 mei 2009

'Arre arre' in het riet: Grote Karekiet!

Onverwacht leuk, zowel de soort, als de locatie. 's Morgens werd door Jouke van der Zee tijdens het fotograferen van Noordse Kwikstaarten een zingende Grote Karekiet langs de rand van een klein plasje ontdekt langs de Kruisstraat in de Oeffeltse Weiden. Ik ga kijken met Jan Willem Jonkers. Bij aankomst parkeren we de auto bij een grotere plas en maken een wandeling heen en weer erlangs. Met al die schitterende Meidoornheggen zou er haast wel ergens een Grauwe Klauwier moeten zitten mijmer ik, ondertussen de oren gespitst op elke geluidje. Op een 'zingende' Dodaars, enkele bekvechtende Meerkoeten en een zingende Gekraagde Roodstaart na is het stil bij dit toch wel erg leuke en interessante watertje. Misschien heeft de Grote Karekiet even geen zin, en staat er een (te) hard windje? Toch meen ik 'ergens' af en toe ' arre arre' te horen. Jan Willem en ik lopen wat verder over de stenige zandweg. En zien in de verte twee andere vogelaars staan. Nu hoor ik duidelijk het 'arre 'arre iet iet' van de Grote Karekiet! We zaten gewoon verkeerd! Één vogelaar gaat net weg bij een kleinere plas, het blijkt Louis Geraets te zijn. We maken een praatje en lopen daarna naar de andere vogelaar, John van Zuijlen, die relaxt op een stoeltje op de akker naast de plas naar de zingende man zit te kijken.

Het is even stil, dan klinkt het krakende geluid van deze forse rietvogel. Héérlijk! Na wat zoeken krijgen we de vogel ook in beeld. Eerst wat moeizaam, de vogel is vrij heimelijk en zingt vaak in het midden van de rietkraag. Gelukkig laat de vogel zich aan de rand van het kleine rietveldje een paar keer prachtig zien, vaak van korte duur. Met z'n drieën bekijken we de verrichtingen van de vogel, die af en toe mot heeft met twee Kleine Karekieten. Na een kleine drie kwartier is het mooi geweest en gaan we op huis aan. Per mail wordt later gemeld dat dit de eerste zingende Grote Karekiet in het Land van Cuijk is sinds 1975, toen in het kader van de Atlas van de Nederlandse broedvogels werd geïnventariseerd. Er zaten toen vogels bij De Vilt bij Beugen en bij de Ganzenorgel bij de Kraaijenbergse Plassen.

woensdag 13 mei 2009

De 200ste soort op de VWG Nijmegen jaarlijst

Vanochtend iets over negen gaat de telefoon. Aan de andere kant hangt Rob Felix die zojuist een vrouwtje Grauwe Klauwier in beeld had. Hij staat in de Oosterhoutse Waard. Ik ben nog niet helemaal wakker en reageer wat traag. Dan schiet ineens te binnen dat dit nummer 200 op mijn jaarlijst zou kunnen zijn. Snel schiet ik in de kleren en stap op de fiets. Dat ik nog niet helemaal wakker ben blijkt uit het feit dat ik een flink eind door de stad omfiets. Vlug corrigeer ik mijn plan en rij even later via de fiets/spoorbrug linksaf de Oosterhoutsedijk op. Bij een struikentuin langs de dijk hoor ik het bekende 'pneu' geluid van de Spotvogel. Deze uitbundig zingende vogel is m'n tweede dit jaar.

Rob Felix is ondertussen even het dorp Oosterhout in als ik 'm aan de lijn heb, hij zal er gelukkig zo ook weer zijn. Dat scheelt met zoeken. Als ik aangefietst kom staat hij inderdaad op de dijk en wijst me de plek waar hij de vogel het laatst had. We lopen de dijk af en houden de meidoorn waar de vogel in zat in de gaten. Spoedig zie ik een vogel in de top van een bloeiende meidoorn ernaast zitten. Hebbes! Het vrouwtje laat zich mooi bekijken, de wind slingert de vogel wat onrustig heen en weer.
Ineens is de vogel weg. We speuren de omgeving af en vinden de vogel weer op het prikkeldraad, iets uit de wind en laat zich nu nog mooier bekijken. Wat een geweldig mooie soort is dit toch. In Twente heb ik regelmatig deze soort van dichtbij als broedvogel mogen meemaken en elke keer weer is het een plaatje om naar te kijken. Een aantal keer wordt een succesvolle uitval naar grote insecten gedaan, die op een paaltje verorberd worden.

Rob moet door met z'n inventarisatieronde in de uiterwaard en gaat verder, ik blijf nog even hangen. Om vlak erna een roofvogel in beeld te krijgen. Een eerste indruk is dat het géén Buizerd is, onder andere door de typische houding van de (omlaag hangende) vleugels. Een kanteling met de staart laat een wouw zien en in een draairondje daarna blijkt het om een redelijk gehavende Rode Wouw te gaan. Snel bel ik Rob op, die de vogel oppikt. Langzaam draaiend vliegt de vogel langs de Waal naar het oosten Als de Grauwe Klauwier een stuk meer naar het westen langs het prikkeldraad het weiland invliegt vind ik het mooi geweest en ga na dit succesvolle uitstapje op huis aan. Langs de dijk tik ik soort 201 in, een viertal Noordse kwikstaarten. Vlak erna hoor ik de volgende nieuwe soort al weer. Een Bosrietzanger zit in de brandnetelruigte bij een klein poeltje uitbundig te zingen. En nu aan het werk. Met de vragende gedachte of ik mijn 209 soorten in 2008 in het werkgebied van de VWG Nijmegen zou kunnen overtreffen. Zou moeten lukken, ben benieuwd!

dinsdag 12 mei 2009

Dolle dinsdag

Er zijn zo van die dagen dat er in de onderbuik zich een kriebel ontwikkeld en vervolgens blijft hangen die nog het meest tegen hevige verliefdheid aanhangt: het is er wel maar wat is nu precies de oorzaak? Het zal bij mij ongetwijfeld komen door de vele meldingen van Witwang en Witvleugelsterns in den lande. Al snel wordt dit gevoel wel heel sterk als rond tien voor vier een telefoontje binnenkomt van Aart Vink dat hij nu twee Witwangsterns bij de Jezuietenwaay bij Duiven heeft. Oei oei oei, en de kriebel wakkert aan. Iets later heb ik Jouke van der Zee aan de telefoon om het nieuws te melden en de vraag te stellen of hij zin heeft 's avonds in de Ooijpolder te gaan zoeken. Om half zeven zal hij me oppikken bij het HDgemaal in de Ooijpolder. Menno Hornman, die ik later aan de telefoon heb wil ook wel mee.

Vlak voor we vertrekken besluiten we toch eerst in te zetten op de Jezuietenwaay. Maar er hangt een soort sfeer die zegt 'niet doen, eerst Ooijpolder'. Voor de grap zeg ik, terwijl we naar het pontje bij Doornenburg rijden dat 'Jos zo wel zal bellen met de mededeling dat hij één van de twee sternesoorten in beeld heeft'. Jos leidt die avond een fietstocht, georganiseerd vanuit de VWG Nijmegen door de Ooijpolder. We steken het pontje over en maken bij het Berghoofdsche Veer even een korte stop om te luisteren of de Grote Karekiet zingt. Helaas waait het hard, het wordt een erg korte poging. Ik bel Arjen Poelmans, die al bij de Jezuietenwaay is of hij de Witwangen al heeft gevonden, het resultaat is echter hooguit zeven Zwarte Sterns. Net dat we in de auto zitten om door te rijden naar de plek gaat de telefoon: Jos! Oh nee he!

'Hee Remco! Er zitten twee Witwangsterns op de vlotjes in de Oude Waal'. Iets in de trant van 'nondeju' schalt het door de auto. We wísten het! Jouke keert de auto en binnen het kwartier staan we weer op dezelfde pont. Die niet sneller kan varen dan we graag zouden willen. Als spanning te snijden is, dan was zelfs een bot mes nu voldoende. Via de dijken rijden we in een beheerst rap tempo weer op de Waalbrug aan. Vanaf Bemmel zien we al vogelaars op de dijk bij de Oude Waal staan. Hopelijk is de file, die op de heenweg de brug blokkeerde opgelost, wat gelukkig zo bleek te zijn. Menno krijgt Harvey aan de telefoon te pakken en we lijken nog safe te zitten, de vogels zitten nog op de vlotjes. In de verte zien we de mensen al op de dijk staan, fietsen en auto's links en rechts langs de weg geparkeerd. Een half uur na het pontje krijgen we twee schitterende adult zomerkleed Witwangsterns in beeld die samen op een Zwarte Sternevlotje zitten tussen de aanwezige Zwarte Sterns in. De stemming onder de vogelaars is bij deze prachtwaarneming natuurlijk uitzonderlijk goed, iedereen geniet van de sterns.
Een eerste keer komt een Boomvalk over, waarop de sterns, vooral de Zwarte, eendrachtig in de aanval gaan. Een tweede keer is de aanval nog heftiger als er een man Slechtvalk passeert. Het wordt zo een wel erg leuke avond. De Witwangsterns zijn met hun witte vleugels er makkelijk tussen uit te pikken, hun wat kikkerachtige roep laat helemaal makkelijk weten waar ze zitten. Dan wordt er rond half negen van bovenaf de dijk 'REUZENSTERN!' geschreeuwd. Hoe wat waar! Van links komt rustig een magnifiek mooie adult zomerkleed Reuzenstern aangevlogen. Krijg nou wat! Een fotograferende vogelaar valt pardoes om in de snelheid de vogel te zien. Gejuich stijgt op terwijl de vogel langzaam doorvliegt naar het noordoosten. Kort maar krachtig komt deze nieuwe regiosoort m'n lijst opgevlogen. Even later staan de volwassen fotograven als blije kinderen elkaars foto's van de stern te bekijken, de grijns straalt van hun gezichten ('we are the chimpions'!). Terwijl één Witwang wat verderop op een paaltje in het water gaat zitten, neemt de ander plaats op ongeveer twintig meter vanaf de kant en vormt zo een ongekend sterke magneet voor de fotografen. Zo mooi zul je een Witwangstern denk ik niet echt vaak zien!

Terwijl we bijna vertrekken babbelen we met een klein groepje wat na. 'Leuke avond' zegt Menno, 'met Witwang, Reuzenstern, Kleine Zilverreiger..' Huh, Kleine Zilverreiger? Ik mis wat. 'Ja, daar rechts, aan het eind van de populierenrij'. Ik richt m'n telescoop er op, maar zie nog niets. 'Ja daar'. Dat 'ja daar' blijkt een Ooievaar te zijn. Dan verschijnt het kleine witte reigertje rustig foeragerend uit de vegetatie. Dan komt Bram Ubels aangefietst. Met een 'huh, wat is hier aan de hand' stopt hij. Hij blijkt die avond ook aan het zoeken te zijn geweest naar leuke sterns, maar had nog niets. We wijzen de Witwangen aan, die inmiddels bijna zijn gaan slapen op de paaltjes in het water, en maken zo weer iemand gelukkig. Met een klein groepje blijven we nog even staan, je weet nooit. Uiteindelijk gaan ook wij in het schemerdonker, door deze geweldige avond, op vleugels naar onze eigen slaapplaats.

Dolle boel vanavond, ja een dolle dinsdag.!

maandag 11 mei 2009

Kort rondje Kraaijenbergse Plassen

Na een tandartsbezoek lagen de Kraaijenbergse Plassen 'op de route'. Na drie kwartier fietsen, waarbij langs de Heumenhofseweg nog een zingende Bonte Vliegenvanger werd meegepikt, stond ik dan ook bij plas 8, waar gisteren een drietal Drieteenstrandlopers verbleven. Deze waren er helaas vandoor. Een adult Kleine Plevier kuierde nog wat over de zandstrandjes. Langs de Steegstraat welke ten westen langs plas 8 ligt, zit een vrouwtje Tapuit op een zandhoop en blijken er zes Oeverlopers op de kant te staan. Zowel Tapuit als de Oeverlopers kiezen bij m'n passeren snel voor een veiliger heenkomen langs de waterkant. Na de weg Kerkeveld doorgefietst te zijn sla ik rechtsaf De Bungelaar in en kom zo bij de zuidwestkant van plas 7 aan. Op een aantal zandplaten in het water staan enkele Oeverlopers, een drietal Zilvermeeuwen en een adult Kleine Plevier. Een Zomertortel schiet omhoog van de rand van de plas en vliegt naar het westen. Net op het moment dat ik denk alles gezien te hebben, levert een laatste blik door de telescoop een strandlopertje op. Een snelle blik is voldoende om te zien dat er een Temmincksstrandloper langs de waterrand 'muist'. Rustig pikkend foerageert de vogel wat heen en weer. Een paar minuten later staat zijn grotere evenbeeld, een Oeverloper vlak naast hem. Nu is de strandloper mooi te vergelijken. Als er een tweede Oeverloper bijkomt en ook nog eens gaat bakeleien met de eerste zoekt de strandloper het verder op. Na wat vage plaatjes te hebben geschoten fiets ik terug via plas 9 bij de nieuwe wijk Heeswijk van Cuijk.

Langs de weg De Raam valt m'n oog op een grote fladderaar boven kaal grasland. Rustig parkeer ik m'n fiets en ga zoeken. In een veldje Rode Klaver zie ik al vlug een snel geel gewapper. Het nerveuze gewapper van een Koninginnepage. De vogel hobbelt van Rode Klaverbloem naar Rode Klaverbloem. Ondanks z'n drukke karakter weet ik toch een geinige foto te schieten en fiets zwaar tevreden later even langs plas 9. Deze blijkt op elf Visdieven na vrijwel leeg te zijn. Tijd om weer op huis aan te gaan.

woensdag 6 mei 2009

Noordse Sternen'regen'!

De ochtend was evenals ons plan, niet geheel helder. Geert Lamers en ik hadden andere plannen, maar het roer werd omgegooid na de melding van een Cetti's Zanger bij plas 5 van de Kraaijenbergse Plassen en reden we op 'de Ganzenorgel' aan, een gebied aan de noordzijde van de plas. Het gebiedje ziet er geschikt uit, een klein plasje met aan één zijde wilgjes, een klein beetje riet en meidoorns. Hierin zingen verschillende Tuinfluiters, Zwartkoppen en tjilpen Huis en Ringmussen. Boven het water scheren Gierzwaluwen. Vanuit de bosjes langs het watertje horen we ineens een 'gekke' Tjiftjaf: 'tje tji tje tje'. Zou dit een Tjiftjaf zijn die voor 'Cetti's' is uitgemaakt? Het heeft er wat van weg. Een echte Cetti's krijgen we helaas niet te horen. Om kwart over negen valt een oog van Geert op een laagovervliegende rover. Rustig cirkelt een Zwarte Wouw naast ons. Eerst van ons af, om daarna om te draaien en prachtig langs ons heen naar het noordoosten te vliegen. Geert pikt nog een IJsvogel mee als ik verderop loop te struinen.

Na anderhalf uur zonder resultaat geven we het op. We besluiten te gaan zoeken naar een gemelde Buidelmees in de Roswaard bij Doornenburg. Na stiekem toch een eindje rijden staan we even later bij het omhekte gebied. Het ziet er interessant uit: een plasje, wilgen, riet. Het zou moeten kunnen. De inmiddels aangewakkerde lichte regen kan wel eens roet in het eten gooien, het blijft op enkele Kleine Karekieten na stil. Een formatie steltlopers vliegen snel over, het blijken Goudplevieren te zijn. Een telefoontje van Justin Jansen die bij het Ringselven bij Budel Dorplein staat laat ons volgende plan beginnen. Justin meld namelijk Noordse Sterns, zowel bij hem als op de Strabrechtse Heide zijn ze wederom naar beneden gekomen. Voor ons tijd om een kijkje te gaan nemen bij het Grote Grindgat van Weurt. Een korte stop bij de Waalstrang van Lent levert tot onze leuke verbazing een bijna volledig zomerkleed Kanoet en een Bonte Strandloper op, vooral de eerste is een erg leuke soort voor onze regio.

Op een druilerige en winderige dijk genieten we een tijd van de Kanoet en rijden daarna naar het Grindgat. Ter hoogte van het dijkmagazijn parkeren we de auto en gelijk valt het grote aantal sterns op. Een snelle telling levert zo'n 40 a 50 sterns op. Een goede tweede blik laat tot onze grote vreugde een flinke hoeveelheid Noordse Sterns zien. Ongeveer 35 Noordse Sterns blijken boven het water te dwarrelen. Het werkelijke aantal is wat onduidelijk. Een volgende telling levert namelijk zo'n 60 a 70 sterns op. Soms schroeven de sterns op tot redelijke hoogte, maar wij krijgen niet echt hoogte of er nu groepen hiervan doorvliegen naar het noorden. In ieder geval komen er ook weer vogels naar beneden. We lichten enkele mensen per telefoon in en ik ontdek en passant wederom een Kanoet die aan de overkant van de plas op de oever loopt, vegezeld van een Groenpootruiter.

Bij het Grindgat krijgt Geert een 'piepje' per telefoon: een adult man Roodkopklauwier is zojuist gezien bij Vught! Da's 'in de buurt'. Ach, doe eens gek! Nu meerdere mensen op de hoogte zijn gesteld van de Noordse Sterns spoeden we ons naar de Grobbendonksekooiweg in de Vughtse Cement. Om na drie kwartier rijden tegenover een prachtig adult mannetje Roodkopklauwier te staan! Al snel vliegt de vogel stapsgewijs langs de doodlopende weg naar achteren. Uiteindelijk zien we het mannetje een flinke tijd halverwege een hogere boom zitten. Uiteindelijk besluiten we de vogel met rust te laten en keren huiswaarts.

's Avonds fiets ik wederom naar de strang bij Lent. Er zijn vandaag zoveel stelt en strandlopers over oost Nederland gevlogen, ik hoop ook op nog iets geks. Nu loopt langs de rand van de strang een Kanoet die nog roder is dan de vogel van vanmiddag en een ander exemplaar betreft. Niet gek, aangezien er 's middags hier twee werden gezien. Met een 'je weet nooit' gedachte kijk ik over de Waal en krijg zowaar een stern in beeld die laag over het water naar het westen vliegt. Snel kijk ik waar de vogel heen gaat en krijg zo nog negen sterns in beeld. Het zijn alle Noordse! Vlak voor de Waalbrug cirkelen ze omhoog en verdwijnen over Lent naar het noorden. Wat een spektakel vandaag! Een Paapje vormt een leuk extraatje bij de strang. Een plevier 'spec.' speert snel over me heen. Het is een grotere, maar ik pik de vogel pas boven me op en is al snel uit zicht. Gevalletje 'jammer'.

Een snel en uiteindelijk toch nog ver fietsrondje door de Ooijpolder, tot aan de Kaliwaal en weer terug, halverwege de avond levert nog diverse Bosruiters, twee Watersnippen, Groenpootruiters, een vrouwtje Bruine Kiekendief en een roepende Roerdomp bij Tiengeboden op.
Ongeveer vijf en veertig Noordse Sterns op één dag in het werkgebied zien laat een wel erg grote indruk op me achter. In bed zie ik nog het beeld van al die krioelende sterns boven de plas voor me. Gevolgd door het groepje van tien. Op weg naar het hoge noorden.

zondag 3 mei 2009

Twee uur struinen: maar dan heb je ook wat!

Eindelijk wil ik dat 'verdomde' Paapje nu wel eens zien. Zo tussendoor heb ik al wat uurtjes naar deze nieuwe soort voor 2009 zitten zoeken. Her en der worden ze gezien, alleen nog niet door mij. De hemel is zwaar bewolkt, regen is voorspeld. Toch ga ik het Circul van de Ooijpolder in om Paapjes te 'scoren'. Dit wordt een fiets en wandeltocht van zo'n twee uur. Waarin het inderdaad ook is gaan regenen. Maar ik geef niet op. En wordt zodoende zeiknat

Uiteindelijk vind ik achter een wilgenhakbosje langs de Koudedijk langs een akker mijn eerste Paapjes voor 2009. Op een prikkeldraad zitten twee mannetjes schuin voorovergebogen tegen de wind in, af en toe een uitval naar insecten makend. Met m'n telefoon maak ik enkele plaatjes en blijf lange tijd genieten van deze juweeltjes. Waarna het ook droog wordt. Zo gaat dat dan


Tevreden fiets ik nog wat rond en schuif bij de Erlecomse Waard aan bij Harvey van Diek, Menno Hornman, Twan Teunissen en Michiel van der Weide die op deze soortentechnisch gezien toch wel erg belabberde dag een geplande Big Day uitvoeren. Ik fiets wat met hun op en beland uiteindelijk langs de Zwarteweg bij de Oude Waal. Na een tijd meezoeken naar nieuwe soorten voor hun Big Day richt ik m'n telescoop op een stuk ruigte. En krijg zowaar een Roerdomp in beeld! De bruine reiger laat zich prachtig bekijken tijdens z'n slome gang naar de westkant van het ruigteveld, af en toe z'n kop helemaal strekkend.

vrijdag 1 mei 2009

'Vandaag is rood' (vrij naar M.Borsato)

Gisteravond laat kreeg ik een sms van Geert Lamers met de mededeling dat er een Rode Rotslijster zou zijn gezien bij Stadskanaal en of ik mee wil als de volgende dag de vogel er nog zou zijn. Normaal houden waarnemingen van deze soort in 'even aanwezig en weer pleitte'. De volgende dag wordt de tweede zomerkleedvogel verbazingwekkend toch gemeld en zodoende schuif ik rond kwart over acht op de bijrijderstoel. Tis een pokkeeind, helemaal naar Stadskanaal, maar Pauline Praatpaal, stevig vastgeplakt op de voorruit, loodst ons linea recta naar de juiste plek. Haar vriendje Tomtom waarschuwt tijdig voor snelheidsbeteugelende controles en met z'n vieren bereiken we veilig de Ter Maarsweg ten noordoosten van Stadskanaal. Vlak voor we er zijn bel ik enkele mensen voor nadere locatieinformatie en uiteindelijk Aart Vink geeft de precieze plek door, om vervolgens op te hangen met de mededeling dat de vogel net naar achter vliegt...

Een rij auto's langs de weg laat zien dat we goed zitten, de door Aart genoemde vijfminutenwandeling blijkt een kippeeindje. We parkeren de auto en lopen het paadje naar de vogelhut in. Halverwege staat al een klein batterijtje telescopen met aanhang. De vogel is uit beeld, wat ie al eerder was geweest, maar spoedig zit er in de top van een eik een schitterende blauwrode lijster. Na de Alpenheggemus is dit de tweede onverwachte alpine middellandse zeevogel die in Nederland opduikt. Na de eik duikt de vogel op de akker af en laat zich hier mooi bezichtigen. Er hangt een ietwat grauwe nevel, wat mooie foto's wat minder florissant maakt, maar het lukt enigzins. Dan verdwijnt de vogel weer 'naar achter'. En kunnen we even verder kijken dan onze scoop lang is. Zo zien we een vrouwtje Tapuit, een man Roodborsttapuit, een Groenpootruiter, Bruine Kiekendiefvrouw en horen we Geelgorzen zingen. Al snel zit de Rode Rotslijster weer op een weidepaal en even later op de akker.

Na een kleine drie kwartier besluiten we naar de Roodkeelpieper ten zuiden van het Lauwersmeer te gaan. Deze vogel zit hier al een paar dagen, maar het is een beetje geluk hebben of je 'm in beeld krijgt. Vanaf Stadskanaal blijkt het toch nog zo'n negentig kilometer rijden zijn, Pauline en Tomtom zijn echter geweldige reisgenoten. Na wat nadere informatie van wederom Aart draaien we even later een parkeerplaatsje op langs de Kwelderweg bij de Pompsterplaat. Bij een paar vertrekkende vogelaars wordt snel wat recente informatie ingewonnen en als blijkt dat op dát moment op een paar meter van het pad zit gaat de wandelpas toch in een hogere versnelling. Vogelaars die teruglopen en ons passeren laten weten dat de vogel 'er nog steeds zit'. Een fotograaf lijkt op afstand echter zo'n relaxte houding aan te nemen, dat ik even twijfel. Vlak achter de fotograaf aangekomen gaat z'n hand omhoog van 'rustig'. Het signaal is duidelijk, hij zit er nog en zo te begrijpen nog dichtbij ook. In eerste instantie is de vogel niet direct te vinden. Dan blijk ik te ver te kijken en krijg de vogel dichterbij dan verwacht in beeld. In vol ornaat staat even later de vogel in mijn telescoop, wat een heerlijk mooi getekend piepertje is dit toch! Een pracht van een adult zomerkleed Roodkeelpieper loopt scharrelend door het gras, en dat zo dichtbij! Ik bel Aart Vink en consorten weer, die vlak achter ons loopt om de pas iets te verhogen, je weet maar nooit. Aart verhoogt niet, nee, hij zet het op een drafje. Om na wat moeizame uitleg waar de skulky vogel nu precies zit ook de pieper in beeld krijgt. Zo genieten we, onderwijl meer mensen aanschuiven, geruime tijd van de tweede 'rode' vogel deze dag. Heel even ben ik benieuwd wat er zal gebeuren als er een Bruine Kiekendief overvliegt. Wat zal de pieper doen? Weinig, zo blijkt. De vogel skulkt rustig verder of er niets aan de hand is. Zelfs niet eens een schuin koppie omhoog, de blik van dat moet ik even in de gaten houden'. Een Snor laat zich ook nog een paar keer horen, mijn eerste dit jaar, en Baardmannetjes en Rietzangers zingen volop.

Na dit tweede geweldige moment rijden we naar de Ezumakeeg aan de westkant van het Lauwersmeer waar gisteren twee Steltkluten en een Poelruiter en Grauwe Franjepoot werden gezien. Bij aankomst in de keeg rijden we eerst naa de zuidkant. Halverwege maken we een korte stop. Hier zat gisteren de Poelruiter. Nu zit er een Zomertaling, Krakeenden, drie Lepelaars en veel Brandganzen. Op naar de vogelhut in zuid dan maar. Langs het pad naar de hut wederom veel Rietzangers. In de hut worden we gelijk gewezen op twee Zeearenden die op een dijkje tegenover de hut zitten en zich werkelijk waar magnifiek laten bekijken. Zowel zittend op het dijkje als vliegend laten ze zich, naar maatstaven, van vlakbij 'En passant' neem ik de twee Steltkluten, zo te zien een paartje, rechts vlak naast de hut mee. Prachtige vogels. Net in de Ooijpolder gezien, nu hier. Qua overige soorten is er niet veel spannends aanwezig. Een club Kemphanen scharrelt door het water, hier en daar een Zwarte Ruiter en voor de rest veel Brandganzen.

Op naar Ezumakeeg Noord dan maar. Vergeleken met gisteren, volgens verhalen van andere vogelaars, lijkt het water hoger te staan. In ieder geval bar weing stelt en strandlopers. Een paar Tureluurs, Kluten en een Kleine Plevier. En een heleboel Brandganzen. Hiertussen foerageren Smienten, een paar Pijlstaarten, een Zomertaling en een paar Wintertaling. Een paartje Bruine Kiekendief hangt rond boven de rietvelden ten noorden van de Ezumakeeg. Dan lijkt de voorspelde onweer los te barsten. Dat doet het niet, maar de 'wave' aan duizenden Brandganzen die langzaam van Ezumakeeg zuid naar noord de lucht ingaat wijst op een verhoogde activiteit van de twee Zeearenden. Die inderdaad opvliegen en langzaam naar ons cirkelen. Om daarna ongekend zeldzaam vlak voor onze neus een jachtscene starten. Één voor één duiken ze achter elkaar naar het wateroppervlak, met gestrekte poten vooruit. Om dan niets te vangen. Waar ze op aan het jagen zijn is niet echt duidelijk, zowel eenden als blijkbaar paaiende vissen hangen in die hoek rond. In korte bogen draaien ze vlak voor onze neus rondjes, om dan naar het wateroppervlak te duiken, of er even biddend boven stil te hangen. En ook hier nemen ze af en toe even een pauze op een dijkje, wat het genot onder de aanwezige vogelaars aanzienlijk verhoogt.

Het is ondertussen een behoorlijk eind op de middag, en aangezien we nog een flink eind moeten terug rijden, vangen we onze aftocht aan. Bij apeldoorn opper ik voorzichtig bij Geert om misschien een Roodhalsfuut te gaan zoeken bij de Bijland bij Lobith, die gisteren werd doorgesmst. Daar heeft Geert nog wel zin in, in het kader 'vandaag is rood' (en waarom heb ik nu dat nummer van Marco Borsato in mijn hoofd...) en we maken een klein afwijking in de route huiswaarts. Na wat informatie ingewonnen te hebben bij de melder van de Roodhalsfuut lopen we rond half zes de dijk op bij de Bijland. In een eerste ogenblik denk ik 'óhoh': de plas ligt vol met boten, de oevers worden bevolkt door recreerende zonaanbidders. Na een eerste scanrondje denk ik dat de vogel gevlogen is. Het barst er wel van de Zwarte Sterns en Visdieven, maar de hoop op een adult zomerkleed Roodhalsfuut geef ik op. In een laatste daad kijk ik nog even de oeverrand rechts van me af. En krijg een dobberend vogeltje in beeld, die me doet denken aan een oversized Dodaars door het 'fluffy' voorkomen. In het tegenlicht licht toch een witte wang en een rode hals op. Verrek, daar ligt ie gewoon, vlak naast ons, tussen alle drukte in!

We genieten zo'n tien minten van deze vogel, die later een nieuwe soort voor Gelderland voor mij blijkt te zijn, en gaan dan echt naar huis. Via het pontje bij 't Loo varen we het werkgebied van de VWG Nijmegen in, en over de dijken noordelijk van de Waal rijden we op een welverdiende maaltijd aan. Later zie ik dat de Rode Rotslijster m'n 350ste soort in Nederland is. Wederom een klein mijlpaaltje!