dinsdag 28 juli 2009

Kort bezoekje aan de Zilveren Maan

Vanmiddag op het kantoor hoorde ik dat er plannen waren om te gaan kijken bij een bijzondere vlinder, de Zilveren Maan, in de Bruuk bij Groesbeek. Al rap lag er ook een uitnodiging om mee te gaan bij mij en, aangezien ik toch al een tijd van plan was om te gaan kijken wat ik me nu bij deze vlinder moet voorstellen, was het snel geregeld.

Na kantoortijd togen we met vier mensen, Gerard, Lara, Henk en ik, naar de Bruuk. Dat je niet altijd op computernavigatie kunt vertrouwen bleek wel toen we vanaf het grensdorp Wyler verder Duitsland werden ingestuurd. Terwijl we langs de afslag kwamen waarvan ik wist dat we die eigenlijk hadden moeten hebben. Tomtom wilde ons iets verderop in Duitsland via een fietspad laten gaan en dat gaat natuurlijk niet met iets op vier wielen en een kleine twee meter breed.

Bij de Bruuk parkeerden we de auto aan de noordoostkant en liepen we langs een sloot het gebied in. Leuk om eens mee te lopen met mensen die ook kijken naar andere zaken dan vogels. Wat natuurlijk ook een reden was om niet zo snel vooruit te gaan. Bij de graslanden aangekomen was eigenlijk meteen de eerste vlinder die we zagen zowaar een Zilveren Maan. En hoe langer we om ons heen keken: 'overal' vlogen ze. Een voorzichtige telling leverde zo'n vijfentwintig exemplaren op. Het konden er ook meer zijn geweest. Je mag namelijk niet van het pad af in dit verstoringgevoelige terrein, maar ook verder in het terrein vlogen roestoranjekleurige stipjes. Een aantal konden mooi op de foto worden gezet. Waarbij me opviel dat je exemplaren met witte stippen (foto links: vrouwtje) op de achtervleugelrand had en zonder deze vlekjes (rechts, mannetje).
Aangezien het een kort uitje was liepen we alleen het pad op en neer. Vanaf hier hoorde ik nog een Groene Specht en kwam een lichte Buizerd overzeilen. Op een paar plekken bloeiden Orchideeën. Wat opviel was dat er weinig andere vlinders vlogen. We zagen slechts een paar Bruine Zandoogjes en twee Groot Dikkopjes. Zelfs geen Distelvlinder! In de vegetatie langs het pad vond ik een mooi mannetje Wespenspin in een web. Teruglopend langs de sloot richting auto begonnen de Boerenzwaluwen ineens in één richting te vliegen en gealarmeerd te kwetteren. Meestal betekent dat een roofvogel en inderdaad kwam er vanuit het zuiden in rap tempo een Boomvalk langsgevlogen. Een Blauwe Reiger viste in een weiland op muizen.

maandag 27 juli 2009

Een spelletje hide and 'queek'

'Is het nou zo moeilijk, kleine rotzak' is het eerste wat me te binnen schoot vanmiddag. Oké, niet de meest subtiele eerste gedachte, wel enigzins terecht. Het gehele voorjaar besteedde ik menig uurtje in het zoeken naar deze mooie spechtesoort. Ze bleven gewoon taai zwijgzaam. Soms werd er een gezien of gehoord. Waarbij ik me wel eens afvroeg of er af en toe ook niet een Gaai of Boomklever voor deze soort werd versleten. Het was dit jaar geen zoeken en vinden zoals vorig jaar. Het was er tegenaan 'blunderen'. Elkaar toevallig de boom kruisen.

Vandaag voor de zoveelste keer op weg naar m'n werk neem ik voor de zoveelste maal het befaamde 'haaksebochtpad' bovenlangs over de Wylerberg. Bekend om z'n Kortsnavelboomkruipers. En deze soort. Meesttijds ga ik wat eerder van huis, zodat ik nog een moment hier stil kan staan bij hen die zwijgen. En elke keer weer hoop dat ze nu wel de bek los trekken. Wederom is het zwakjes. Wat Glanskoppen roepen, Boomkruipers kruipen en een paar drukke Boomklevers, juist, die kruipen ook. Ik rol een sjekkie en wacht. Nog tien minuten voor de tocht verder moet. Huiszwaluwen tjurpen over. En dan: 'qek qek qekqekqekqek'. Een slordige zeven keer maar liefst hoor ik het geluid van de soort waar ik graag naar mag kijken. En deze keer van dichtbij! Ik ben er nog niet. Om 13:24 hoor ik de vogel. De tocht naar het kantoor kost drie minuten en om half twee moet ik beginnen. Niet bepaald ruim in de tijd dus. Ach, een klein beetje te laat door deze soort zal toch niet erg zijn?

Het zonnetje nodigde weer eens uit voor een korte broek. Dat was weer even geleden. En laat het nu nét het moment zijn dat ik, wil ik het bos waar de vogel riep beter bekijken, een stukje door de braamstruiken moet. Ik heb het er voor over. M'n blik gaat op oneindig. Alsof je vallende sterren zit te kijken. Gewoon staren in het niets en dan vanuit je ooghoeken die ene beweging oppikken en dan snel hier op focussen. Zo pik ik vaak goed vallende sterren op. De eerste beweging is een Boomklever, de tweede zo te zien aan de vorm een Grote bonte en de derde, om 13:28, is raak: tegen een Eik zit in de kruin dan eindelijk de soort waar ik altijd naar uitkijk: de Middelste bonte specht.

Alsof het niets is kruipt de vogel over de Eik en draait z'n poot er niet voor om, om gewoon hangend op de kop horizontaal verder te gaan. Rustig wordt alles losgewurmd wat eetbaar is. Ik denk dat het een vrouwtje is. De rode pet is niet echt duidelijk afgescheiden. De beweeglijke vogel en de beschaduwde plekken in de toppen geven helaas geen duidelijkheid. Met een boog gaat het een paar meter naar beneden richting volgende boom, om dan weer langzaam omhoog te kruipen. Twee minuten mag ik er van genieten. Dan kiest de zwijgzame rakker een boom dieper in het bos uit. En ga ik met een soort verliefd gevoel verder. Het was ook al weer op 6 februari dat we elkaar voor het laatst zagen. Daarna hoorde ik 'm nog wel eens. Uit de verte dan. Ondanks de uren, zowat dagen, die ik er aan besteedde. 'Hide and queek'. (Links een fotootje uit de oude doos om even het geheugen op te frissen hoe zo'n specht er ook al weer uit ziet (Wylerberg 13 maart 2008).

maandag 20 juli 2009

De naakte waarheid

Wat zijn slakken soms impossant mooi van dichtbij! Wegslak spec, 20 juli 2009, Wylerberg, Berg en Dal.

vrijdag 17 juli 2009

De kantjes d'r vanaf scopen

Het is nog wat vroeg. Niet wat tijdstip op de dag betreft, het is nu rond acht uur's avonds. Meer wat de maand betreft. En dan heb ik het over m'n verwachting naar 'skulkende' zangers in de kragen van het schiereiland in de Oude Waal. In het najaar is het rustig afzoeken van de randen een geliefd, rustgevend moment voor mij. Te vroeg is het echter qua jaargetijde nog. Het zal nog enkele weken duren voor ook de najaarstrek van de rietvogels vol op gang komt. Maar je weet nooit! In de hoek van de bocht bij het infobord aan de Oude Waal zet ik me neer in het gras en richt de telescoop op de linkerkant van de vegetatiekraag op het schiereiland. De klep van de pet gaat schuin links omlaag, tegen direct zonlicht bij het oculair. M'n kin gaat tegen het 'handpookje'. Op deze manier druk ik heel langzaam met de kin de telescoop van links naar rechts. En heb zo de handen vrij om een peukje te draaien. Relaxter kán bijna niet.

Héél langzaam, ik heb het over secondenwerk(!), kruipt het beeld van een wuivende vegetatiezoom, afgewisseld met slikoevertjes en polletjes planten, door de lens. Ervaring heeft geleerd dat zelfs het afwijkend bewegen, door de 'kruipende' vogels, van planten ten opzichte van de vegetatie er om heen iets leuks op kan leveren. Eerder kwam er zo wel eens plots Rietzanger en Spotvogel tevoorschijn. In de donkerte van de polletjes zoek ik naar pullen. Maak niet uit van welke ral, gewoon: pullen. Maar vanavond dus niet. Sowieso dit jaar een heel mager jaar aan rallen rond de Oude Waal. Hopelijk mogen we nog iets in de trektijd verwachten.

Dan ineens toch hebbes! Drie zwarte dotjes scharrelen over het slikrandje. Ja?ja? Inzoomen: sneaky jonge Spreeuwen...'dorn'. Dan komt rechts langzaam een zwartwit langgerekt beestje in beeld: een jonge Zwarte Stern staat zich te poetsen en gaapt in de luwte van de zoom eens een paar keer lekker. Een groepje Kieviten twee meter verderop kijkt dit tafereeltje gedwee aan. Het is trouwens sowieso geinig om te zien, als je beter kijkt, hoeveel Kieviten er wel in zo'n rand verborgen kunnen zitten, fantastisch. Dan gaat de kin naar de andere kant van het pookje en gaat de reis terug. Lekker langzaam, het licht van links is nog mooi.

Tijd voor enige actie in dit hele verhaal. Na de telescoop een paar keer kinmatig op en neer begeleid te hebben, moet ik 'm met de hand verdraaien naar de slikranden aan de voet van de dijk. Poehé, nog net geen spierpijn. Hup, kin er weer tegenaan. Er staat een favoriet stukje riet, wat voorgaande jaren al menig keer een Rietzanger heeft opgeleverd. Nu krijg ik ook een bruine vogel met kopstrepen in beeld. De snavellengte wijst op een Watersnip. De rest overigens ook. Langzaam purkend of af en toe even een versnelling inzettend schuimt de snip de slikken af. Als ik weer in de 'rechtslinks'scroll zit komt een tweede snip in beeld. (Vind je ze op de foto?). Misschien het paartje wat hier van de zomer wou laten lijken gebroed te hebben? Een jonge donskont van een Kievit propt zich voorlangs en verdwijnt. De ouders houden de wacht. Door m'n beeld scheert af en toe een zwartwitvlekje voorlangs: Zwarte Sterns.

Na een uurtje zo de randen er af te hebben gescoopt, helaas zonder spannende 'skulkertjes', fiets ik nog even naar het Zwanenbroekje bij Persingen. Het begint nu vlot te schemeren, toch krijg ik nog even stevig de kriebels als ik hier wel karekieten door de rietkraag zie scharrelen. Wat is het spannend om al zoekend tegen een kbv'tje (klein bruin vogeltje) aan te lopen en te determineren wat het is. Een tweetal Lepelaars vliegt over naar het oosten. Vanachter een rietkraag klinkt het 'tjuu tjuu tjuu' van een Groenpootruiter. Een Bosruiter die verbaal zijn aanwezigheid constant laat horen laat zich echter niet vinden. Vijf Witgatjes dan weer wel. En de eenenvijftig Grutto's zijn ook niet te missen. Dan klinkt ineens uit het Meertje voor me het heldere 'tie tie tie' van een soort die ik al een tijd niet meer in de picture heb gehad: de IJsvogel. En dat zal zo blijven, ik hoor 'm alleen.

Op een lichtschaal tot 'tien' wat lichtaanwezigheid betreft zit ik nu op een acht. Alleen in de directe nabijheid zie ik nog goed wat voor soort er ergens loopt of vliegt. Genietend van de ondergaande zon komen er vanuit het oosten zeven Lepelaars binnenvallen. Zouden hier de twee die eerder naar het oosten vlogen bij zitten? Dat blijft een open vraag. Even later voegen zich er nog twee bij. Dat zullen ze wel zijn na een bedenking. Door de telescoop zie ik dat een aantal al slaapt. De anderen lepelen nog even door het water. Ik maak een bewijsplaatje. De foto zou net zo goed tien Koereigers kunnen laten zien. Ineens zit ik tussen tientallen zwaluwen die vlak langs me heen over de Persingensestraat zuidwaarts vliegen en zich verzamelen boven het gebied. Er tussen door klinkt het geluid van een een vogeltje met een bek vol zand: 'frrrt frrrt'. Ah, Oeverzwaluwen...In de rietkraag lijkt een zwaluwslaapplaats te zitten. En als ik de kraag bekijk zie ik ook dat zich er al tientallen Spreeuwen ophouden. Overal om me heen vliegen op ooghoogte tientallen zwaluwen, een schitterend schouwspel. Dat wordt nog gezellig vannacht hier! Tevreden en relaxed fiets ik naar m'n eigen slaapplaats. Ergens bovenop een pol planken.

woensdag 15 juli 2009

'Snipers' bij het SOVON-kantoor

Direct rondom het SOVON-kantoor op de stuwwal bij Beek-Ubbergen liggen enkele kleine kruidenrijke weitjes. Vlinders weten deze goed te vinden. Zo zitten er bij zonnig weer dagelijks soms tientallen Koevinkjes en Bruin Zandoogjes en in lagere aantallen Distelvlinders, Groot en Klein Koolwitjes, Atalanta's en blauwtjes. Helaas werden de naast het kantoor lager gelegen weitjes vandaag gemaaid, waarbij eveneens de bosjes onder vlinders populaire Koninginnekruid tegen de vlakte gingen. Alleen langs het terras van het kantoor staat nog een rij van deze plant. De uitgemaaide vlinders verplaatsten zich dan ook naar deze smalle strook.

Nu was het mij en enkele anderen vandaag opgevallen dat er Bruin Zandoogjes rondvlogen met behoorlijke happen uit de vleugels. Dit waren niet zo maar beschadigingen, maar wat er precies aan de hand was? Afgelopen dagen had ik de vlinders vaker goed bestudeerd en toen was me dit niet opgevallen. 's Middags kwam het antwoord in een korte pauze die ik hield. Gezeten op een bankje scheerde er vlak voor me langs een bruin vogeltje op het Koninginnekruid af en 'schnapps'! Ah, Grauwe Vliegenvangers! In de bomen en struiken achter de vlinderplanten zaten zeker vijf, misschien wel meer, Grauwe Vliegenvangers die zich nu te goed deden aan de hoge concentratie vlinders op het kleine oppervlak. Mogelijk is het de familie die succesvol boven de voordeur heeft gebroed?

In ieder geval kwam een Grauwe Vliegenvanger regelmatig op een vrijhangende, maar wel enigzins beschutte tak voor me zitten, dicht tegen het Koninginnekruid aan. Als ik zelf naderde vlogen de vlinders bij de minste geringste beweging op afstand al op. Ze waren dus erg alert. Met een snelle uitval dook de vlindervanger dan tussen de vlinders en hoorde je de snavels hard 'snappen'. Bij een geslaagde actie verdween de vogel dan wat verder de struiken in, bij een gemiste kans werd een tak vlakbij, of het stenen muurtje van het terras als nieuwe aanvalspositie gekozen en volgde de volgende aanval. Meestal wachtten de 'snipers' geduldig tot de vlinders weer enigzins tot rust waren gekomen en op de planten zaten. Druk roepend hielden ze contact met elkaar. Leuk was de ontwaring van een jonge Bonte Vliegenvanger tussen de insectenvangende vogels. Want ook Zwartkoppen en mezen kroelden door het struikgewas op zoek naar voedsel. Bij het bekijken van foto's thuis van meerdere vlinders met een hap uit de vleugels, meen ik de brede platte snavelvorm terug te zien in het gat in de vleugels.

dinsdag 14 juli 2009

Als de Zanglijsters zwijgen...

In mijn memorabele Twentse jonge jaren van vogels kijken kreeg ik van de 'kenners' binnen de Twentse Vogelwerkgroep ook allerlei semi'wetenschap' mee. Af en toe moest weer eens gecheckt worden hoe het er voor stond met die nachtelijke snorder: de Nachtzwaluw. Hiervoor gingen we onder andere naar het gebiedje Punthuizen in het Lutterzand. Heel soms gebeurde dat met de auto, vaker alleen met de fiets. Om dan ook een beetje te kunnen inschatten hoe laat uit Enschede te vertrekken, het was nog wel even fietsen, vroeg ik wanneer nu de beste tijd op de avond was om Nachtzwaluwen te horen. 'Als de Zanglijsters zwijgen' was de eerste omschrijving van het tijdstip die ik meekreeg. Wannéér díe dan zwegen, tsja, daar kwam je alleen in het veld achter.

Aan de westkant van zweefvliegveld het Maldens Vlak hoor ik door het 'track'geluid eerder een Roodborsttapuit dan dat ik 'm zie. Een paartje heeft succesvol gebroed, minimaal een jong beweegt zich nog wat onhandig door de jonge Amerikaanse Eikenaanplant. In het dennebos tegen de noordkant van het vliegveld schieten twee vogels langs. In hun korte moment halt in een boom zie ik door de kijker een grauw plomp beestje met zwarte pet: vrouwtje Goudvink. Voor de rode, ik zie alleen nog het stipje in de boom, in beeld heb, het mannetje, zijn ze er al weer vandoor. Op het zweefvliegveld is het ondanks het avondlijke uur, rond half tien, nog druk. De een na de andere zweefvlieger wordt lierisch omhoog getrokken. Wind staat er niet, gezien de vaandel die op half twaalf hangt. Het zijn dan ook geen lange rondjes. Eerder capriolische korte, waarbij de vele loopings en snelle lage scheervluchten in de ondergaande zon voor de nodige 'aaahs' en 'ooohs' zullen zorgen onder de mensen op het veld. Hier is het dus nog te druk, Mulderskop eerst dan maar.

Op Mulderskop gaat de fiets tegen het hek bij het klaphekje en loop ik het veld op. Een lichte, grassige cirkel in de hei markeert nog steeds de voormalige trektelpost hier (zie foto). Automatisch gaat m'n blik omhoog. Langs een bosrand roept een Gaai, kort verraad ook een Kuifmees z'n aanwezigheid. Rondom zingen Zanglijsters hun herhaalde zang in de bospercelen, Merels doen hier en daar mee, maar zijn meer te horen met hun 'tek tek'geluid. Vlak boven me halen zweefvliegers nog hun stunten uit. Rond tien voor tien begint een konstant landurig hoog geratel vanaf midden op de hei. Het lijkt een Sprinkhaanzanger, hiervoor vind ik het echter een beetje een aparte locatie. Maar zeg nooit nooit, heb die vogels op raardere plekken gehoord. Ik twijfel aan een krekelachtige, ken die soorten niet zo goed, wie weet is er een die een Sprinkhaanzanger goed na kan doen. Het geluid gaat maar door en ik probeer het te localiseren. Dan zie ik warempel midden op de hei in een kleine Grove Den een Sprinkhaanzanger boven in de top zitten. Fraai! De vogel blijft konstant zingen, in tegenstelling tot de Zanglijsters, welke langzaam stilvallen. Het ge'tek' van de Merels neemt de overhand. Ben nieuwsgierig waarom ze dit geluid maken, misschien een soort van 'hier ga ik slapen vanavond, weet niet wat jullie doen?'.

Kort meen ik vanuit het bos aan de westkant, over het spoor, de ratel van een nachtzwaluw te horen. Het vele omgevingsgeluid onderdrukt dit geluid, het kan dan ook net zo goed misschien de trekker op het zweefvliegveld of een krekel zijn. Auto's, motoren en luidruchtige jongeren op brommers hebben nog even de overhand. Midden op het heideveld zet een Roodborsttapuit voor de zoveelste keer een nieuwe 'track' op. Ook deze, die de hele avond al frequent aan het roepen was, geeft er uiteindelijk de brui aan. Tien over tien. Het begint nu behoorlijk stil te vallen. Slechts een Zanglijster zingt nog spaarzaam. Als ik voor de zoveelste keer de Sprinkhaanzanger bekijk zie ik ineens rechts in mijn ooghoek iets bruins laag over de hei voorbij jakkeren. In een fractie denk ik 'zo, da's laat op de avond voor een Koekoek', En moet bij het draaien van m'n hoofd accuut corrigeren naar een Nachtzwaluw, die op een kleine vijftien meter van me af over de hei een paar rondjes vliegt. Een rilling schiet over m'n lijf, en da's niet van de kou!

De vogel vliegt zonder enig geluid richting de oostkant van Mulderskop, waar tot mijn grote vreugde een tweede vogel uit de bosrand opduikt. Samen vliegen ze een paar rondjes, waarbij ze een keer het 'kuwiek' geluid maken en verdwijnen dan de bosrand in. Een paar minuten later begint een mannetje te snorren. Ik denk dat het geluid uit het bos aan de westkant van de spoorbaan komt, zeker kan ik het niet plaatsen door de plek bij een boom waar ik sta. Het valt stil, maar vlak erna begint een mannetje aan de oostkant te zingen, nu wel luid en duidelijk. Ook het 'kuwiek' is nu meerdere keren te horen. Het harde 'hakkende' geluid wat ik onregelmatig hoor, en eerst associeer met het hakken van een specht op een beukenoot of zo, is het klappen van de vleugels, die de Nachtzwaluw tijdens de vlucht met kracht boven zijn lijf samenslaat.

De windstilte en het feit dat deze vogels blijkbaar nog erg actief zijn wakkert mijn nieuwsgierigheid aan om ook in het zuidelijke deel van de Mulderskop te gaan luisteren. En als het nog lukt in de laatste restjes avondlicht misschien ook wel zien. Over de heide op de fiets aanlopend stuit ik nog op twee Graspiepers die vlak voor m'n voeten opvliegen, een snel kloppend hart tot gevolg. Ik volg de zandweg langs het spoor naar het zuiden en ga dan iets verder door een klaphek het gebied in. Vrijwel gelijk vliegt een Nachtzwaluw voor me langs, direct er na begint een mannetje achter me te snorren. Hoppekee, paartje twee!

Wel, dan ook het zweefvliegveld maar proberen! Op weg hiernaar kom ik langs Mulderskop. Het mannetje is hier nu druk aan het baltsen en snort de hele tijd. Een eerste 'hoortest' op het parkeerplaatsje bij het spoor langs het vliegveld is gelijk raak. In de noordoosthoek van het vliegveld ratelt in de verte op het heideterrein een mannetje. Om er achter te komen of er mogelijk meer zitten ga ik later het vliegveld op. Het blijft (helaas) bij één. De contouren van een Ree vluchten het bos in. Nu ik toch zo bezig ben, beproef ik m'n geluk ook op het Vierdaagseterrein, waar voorgaande jaren ook een mannetje werd gehoord. In de buurt van het terrein staan door het bos grote bouwlampen opgesteld. Niet bepaald nachtvlinderaars doch de afzetting met scheermesdraad van het tijdelijke legerkamp. Even meen ik in de verte iets te horen, ik kan echter een snorrende aggregaat van Defensie in de verte niet uitsluiten. Op de hei lichten soms kort wat puntjes op. 'Leuk' denk ik, 'glimwormen'! Dan bedenk ik me dat ik een koplamp op m'n pet heb waarvan het licht af en toe op een nachtvlinder valt...

zaterdag 11 juli 2009

Uiteindelijk toch naar de Marmereend

Elk jaar wordt er in de SBBschuur in de Ooijpolder voor de vrijwillige inventariseerders van de Gelderse Poort bij Nijmegen een barbecue georganiseerd als dank voor het meehelpen, zo ook gisteravond. Ik kijk altijd uit naar deze bijeenkomst op de mooie locatie. Lekker eten, borrelen, gezellig beppen en uitslapen was dan ook mijn planning. Rond kwart over elf zag ik een sms van Geert Lamers. Hij had wel zin om morgen naar de Marmereend bij Westkapelle te gaan, maar dan wat later op de ochtend. Hij had nog een borrel. Dat leek mij een mooi plan, gezellige barbecue, uitslapen en dan op pad. Deze Marmereend werd 8 juli door Pim Wolf ontdekt en zou door zijn ongeringdheid en gave vleugels goede kans maken als tweede vogel op de Nederlandse Lijst terecht te komen.

Vanochtend rond half acht een sms: 'liever niet vandaag'. Twintig minuten later weer een sms: 'wil toch wel gaan'. Later gaat de telefoon: Geert. Ik miste alle communicatie hiervoor genoemd, bevond me nog in de stand 'uitslapen'. Even later gaat weer dat akelige ringtoontje van me en prop nu de telefoon tussen kussen en oor. 'Heb je m'n smsjes nog gelezen?'. Euh...? 'Ja, ik wil toch gaan' vang ik gesmoord in het kussen op. 'Geert, hoe laat is het?'. Afijn, plan 'uitslapen' wordt geskipt, drie kwartier later wandelt Geert m'n kamer in. Tijdens zijn borrel gisteravond heeft Geert zichzelf een borrelbuik aan de cola gedronken en is niet helemaal te pas. Toch gaan we op naar Westkapelle en zien wel waar het schip strand. Hij had zelfs koffie mee. Doet ie normaal nooit...

Ongehinderd kunnen we op de beruchte 'Quatorze Julliet' naar het zuiden reizen. Ergens voor ons rijden Nicky Hulsbosch, Jeroen Nachtegaal en Willem Vergoossen. Hier kwam ik achter door een telefoontje eerder op de ochtend van Nicky: 'rij je al?' Vlak voor we er zijn komt positief nieuws binnen van Jeroen: ze hebben 'm. Mooi! Een half uur later sluiten we ons aan bij het opmerkelijk kleine groepje mensen op een dijkje. Tsja, wie gaat er ook rijden voor een paar dubieuze zwemvliezen. De eend laat zich van redelijk dichtbij leuk bekijken. Even wordt het even spannend als de vogel op zijn, overigens gave, wieken gaat. Zou ie uit beeld verdwijnen? Hij vliegt over een smalle rietkraag heen die dwars door het open veld ligt en gaat dan nog mooier aan de andere kant op een klein plasje zitten. Overigens is dit niet mijn eerste Marmereend. Op 24 augustus 1991 vonden we tijdens een excursie van de Twentse Vogelwerkgroep een Marmereend langs de Oostvaardersdijk. Ringen konden vanwege de afstand toen niet worden vastgesteld, een Bruine Kiekendief liet zien dat de vogel wel gaaf in z'n verenpak zat en als een speer kon vliegen.

Het Vroon is overigens een leuk nieuw natuurontwikkelingsgebiedje bij Westkapelle waar nog veel van te verwachten valt. De ontdekker van de eend zou zelfs georakeld hebben dat hier eens een Marmereend zou opduiken. Er lopen Kluten met jongen, Kleine en Bontbekplevieren, Kemphanen, Zwarte Ruiters, Lepelaars, Tureluurs en een Bonte Strandloper. Een mooie adult Zomertortel met zijn jong worden geacht op te krassen van een Kluut met jong. Een Bruine Kiekendief schommelt laag langs het veld en een vijftal broedverdachte Dwergsterns geven een leuke show weg. Ik schiet zo wat plaatjes weg en na een tijd besluiten we verder te gaan. Geert heeft wat soorten genoteerd die misschien leuk zijn om te bezoeken. We zetten de locatie van de meeste verre soort in de Tomtom (Cetti's zanger) en gaan op weg.

Ergens bij de Grevelingen moet een Flamingo zitten. Laat dit nu net een soort zijn, waarvan we de exacte locatie niet bij ons hebben. We rijden in de buurt van de plek wat straatjes in, maar maken uiteindelijk rechtsomkeer omdat we het niet precies weten. En geen zin hebben de plek precies te achterhalen. Dan maar door naar de Delingsedijk bij de Prunjepolder op Schouwen Duiveland en de Terekruiter herontdekken die hier een paar dagen eerder werd gemeld. Onderweg heb ik het er met Geert over dat ik het altijd erg mooi vond hier Strandplevieren te zien, meestal was dat echter in mei. Zodra we op de Delingsedijk stoppen en ik mijn telescoop heb opgezet wandelt er al een fraai exemplaar het beeld in. Met een 'Hier Geert, Strandplevier' kan hij de volgende nieuwe soort voor hem noteren.

Bij de Marmereend was er al wat twijfel bij hem, of die Dwergsterns nu ook niet nieuw waren. Geert vind het leuk om te proberen in 2009 de 300 soorten te halen. Hij moet er nog twee. We bekijken de Prunje goed, en vinden naast een zestal Strandplevieren, waarvan twee jonge pullen, ook nog drie Goudplevieren, Zwarte Ruiters, Oeverlopers, Lepelaars, Bontbekplevieren, een Bonte Strandloper en nog enkele leuke soorten. In de verte scharrelt ook van alles, maar door de warmte verworden de silhouetjes tot blurry bewegende stipjes. Her en der foerageren tientallen Brandganzen. We bellen de leuke waarnemingen even door naar Nicky en consorten en gaan dan op weg naar de Cetti's Zanger bij Stellendam.

Hoewel er al veel vaker langs gereden ben ik nog nooit in de kijkhut 't Kiekgat bij Stellendam geweest. Als we aankomen weten we dan ook nog niet waar we precies moeten zijn. Uiteindelijk zien we in de verte achter het riet een bruin dakje wat de hut zal zijn. We moeten een stukje omlopen, onder andere over het talud van de N57. Niet bepaald een rolstoelvriendelijke kijkhut. Via een smal paadje, waar tot m'n verbazing drie Goudvinken rondvliegen, langs het water komen we aan bij de hut. Voor ons ontvouwt zich een alleraardigst tafereeltje. Dacht ik vanaf de andere kant al een Zwarte Ruiter te horen, wat ik afdeed als een imiterende Rietzanger, want die ruiters zullen wel niet in het dichte riet zitten, nu blijkt er een mooi 'verborgen' slikveld te liggen waar er aardig wat op foerageren. Het wemelt van de Tureluurs waartussen Kemphanen. Oeverlopers, Grutto's, een Groenpootruiter en een Bosruiter scharrelen. Boven het riet kantelt een Bruine Kiekendief en al snel heeft Geert er meer in de peiling. Het blijken een adulte man en vrouw te zijn met hun twee jongen.

We zetten ons op het bankje en kijken door de ietwat ongemakkelijke kijkgaten. Je kijker makkelijk op de rand leggen gaat wat moeilijk. Nu maar wachten op de Cetti's die hier regelmatig wordt gehoord door anderen. Zo'n tien Blauwe Reigers zitten tegenover ons in de wilgen en de kiekendieven zorgen af en toe voor beroering onder de steltjes. Als je een tijd wacht ga je vanzelf meer kletsen. Gelukkig hoorden we tegelijkertijd allebei plots links van de hut het explosieve 'tsjewie tsjewiedjoe tsjewietsjewiedoe' van de Cetti's. Één keer! Maar ook deze ene uitbarsting betekent wederom een nieuwe soort voor Geert. We wachten nog een tijd, misschien dat er nog een toegift komt. Een vrouw Zomertaling wordt nog tussen de steltlopers vandaan gepulkt, in het riet voor ons krassen twee Rietzangers. Als we teruglopen over het smalle pad langs het water vliegt er ineens een oranje roestkleurige vlinder langs de wilgjes. De korte landingspauze op een blad laat een mooie parelmoervlinder zien. Vrijwel gelijk vliegt de vlinder weer op en verdwijnt. Om nog een keer terug te komen, weer even te gaan zitten en dan helemaal spoorloos is. De boeken thuis vertellen dat we de Kleine Parelmoervlinder hebben aangetroffen. Op het talud iets verder ga ik nog een keer op de knieen om een Kleine Vuurvlinder te fotograferen.

Het is mooi geweest. De Marmereend is gelukt en Geert heeft door zijn vier nieuwe soorten zelfs al ruim voor het eind van 2009 zijn magische 300 (#300 is toch Dwergstern) gehaald en is er zelfs over heen gegaan. Voldaan rijden we op Nijmegen aan, waar ik om half acht weer voor mijn deur sta. Nog eens een mooie schappelijke tijd ook. Geert is bekaf, maar moet nog even verder. Petje af en grote dank dan ook voor deze geslaagde dag.

dinsdag 7 juli 2009

Op volle toeren/koeren

Één geluk: het meeste valt er naast. Toch is het na dagen van ietwat overdreven warm, maar heerlijk weer, nu als fietser laveren tussen de hoosbuien door. Voor later op de ochtend, begin van de middag worden buien voorspeld. Het is al weer een tijdje geleden dat ik door de Groenlanden heb gestruind. Vroeg het veld in dan maar. Zodoende tik ik in de schemer van kwart over vijf, op weg naar de Langstraat, de eerste Boomvalk in, die over de Oude Waal naar het zuiden speert. Een Kleine Mantelmeeuw komt er vlak achteraan. Die zal wel weer naar een weiland in het Circul verkassen, waar ze de laatste tijd zich vaker ophouden. Op de Langstraat gaat de fiets op slot bij de uitkijktoren en sjok ik de dijk hier op. Het is een heerlijke ochtend en het is dan ook een druk ochtendkoor aan zangvogels.

Kriskras wandel ik over de Paardeweide en probeer afwijkende geluidjes op te vangen. Het valt me trouwens op dat er erg veel Gierzwaluwen laag naar het zuiden vliegen. Vogels die al naar het zuiden vliegen, of proberen ze een bui te ontwijken en vertrekken ze snel naar betere foerageeroorden? De vrij vaste prik, een Groene Specht, laat zich ook nu weer horen. Het 'wemelt' van de zingende Grasmussen, Tuinfluiters en Zwartkoppen. In de 'paardebak', een lager gelegen gedeelte van de Paardewei, zingt een Sprinkhaanzanger. (Familie)groepjes mezen trekken door de struiken. Voor me uit schiet een roestkleurige duif, een Zomertortel, vlak erna gevolgd door een roepende Koekoek. De twee Ooievaars op het paalnest houden het voor gezien, vliegen op en verdwijnen laag cirkelend naar het westen.

Hoewel de som prachtig is, zitten er niet echt veel bijzondere delen in. Net als ik na een uur struinen de fiets wil aantrappen, begint er vlak bij me een Zomertortel te toeren. Dát is wel érg dichtbij. Stil loop ik iets verder, en zie in de opkomende zon een prachtig mannetje op een uitstekende tak van een struik langs de Hezelstraat zitten. Normaal zijn ze er vrij vlug bij met vertrekken als ze iets zien wat ze niet kennen. Deze blijft echter rustig zitten. Even hou ik me stil, en als het 'toeren' weer wordt ingezet, acht ik het sein vrij veilig om stilletjes mijn statief uit te schuiven en de telescoop er op te zetten. Met een schuin oog blijf ik de vogel in de gaten houden. Een minuut later doe ik lekker overdreven en zoom maximaal in. Zodat ik bijna alleen de kop, met de mooie zwartwit afgetekende strepen in de hals, in beeld krijg. Magnifiek! Zo dichtbij heb ik ze niet bepaald vaak gehad.

Met de telefoon begin ik foto's te maken. Door gebruik te maken van de struiken weet ik een paar passen dichterbij te komen en kan vervolgens tijdenlang van de vrijzittende duif genieten. Prachtig is te zien hoe bij het 'zingen' de keelveren worden opgezet, een leuke gewaarwording. Ook valt op dat de vogel tijdens het zingen de snavel gesloten houdt. Zonder zichtbare aanleiding vliegt de vogel ineens op, om vervolgens in stuiterende boogvluchten rustig een groot rondje te maken. Zo ken ik het eigenlijk alleen van Houtduif en Turkse Tortel. Een Zomertortel heb ik dit, na diep graven in mijn geheugen, eigenlijk nooit eerder zien doen. Weer een ervaring rijker! Na z'n rondje komt de vogel tot mijn verbazing en opluchting gewoon terug naar de haag en gaat nu aan de andere kant van me zitten. Dit is helaas tegen de zon in, waarop ik via een omweg de Paardewei weer oploop, om met de zon in de rug de vogel te bekijken. Net als ik aan kom lopen, zie ik 'm nog even zitten, maar voordat ik er ben vliegt de vogel op. In schijnbaar choreografisch ingestudeerde bogen stuitert het mannetje over de wei, om uiteindelijk richting de bekende 'Zomertortel'boom te vliegen. Een boom waar bijna jaarlijks een Zomertortel is te horen.

Helemaal in de 'mood' van 'er kan nog meer bij', vervolg ik met de fiets de Langstraat. Bijna aan het eind hoor ik in een vrijstaand bosje kort de 'pneu' van een bekende. Kort is het stil, maar dan begint de Spotvogel weer te zingen. Díe had ik hier ook nog niet eerder gehoord. Associatief als ik ben komt het nummer 'don't look back' van Peter Tosh in m'n hoofd als ik de dijk op rij en rechtsaf sla. Toch kijk ik even om en voel nog geen bui hangen. Het kan nog. De Bisonbaai geeft een vertrouwd beeld van de afgelopen dagen: practisch geen vogels: de 'huis'Knobbelzwanen gaan weer eens het papier op. In plaats van af te wachten wanneer de bui zou komen als ik langzaam alles bekijk, zet ik in op direct doorfietsen naar de Millingerwaard. En als ik dan terug ga, dan zie ik wel wat er gebeurd. Ben ik daar in ieder geval geweest.

Voordat ik ter hoogte van het Millingerhof bij Kekerdom de Millingerwaard in ga hoor ik nog een Spotvogel zingen bij een van de huizen langs de rand van Kekerdom. Een Koekoek begeleid m'n entree de waard in. De eerste slikplaten zijn op een tweetal Tureluurs vrijwel leeg. Langs een pad waar ik eerder heb gezeten, hoor ik ook nu weer een Blauwborst zingen, vrijwel gelijk vliegt er één vlak voor m'n voeten op. De jongen zijn blijkbaar uitgevlogen. Heel langzaam loop ik nu door en tel zo drie, waarschijnlijk jonge, Blauwborsten die vlak voor me opvliegen uit de kruidentoelie. Ook de Bosrietzangers en de Rietgorzen vliegen nu druk rond. Terwijl ik die ene overvliegende Groenpootruiter en de drie Witgatjes in m'n hoofd prent, ontwaar ik op een zandheuvel een zevental grijszwartbeige ganzen. Met groen. De Grote Canadese Ganzen worden nu blijkbaar ook geringd met groene hals en voetringen.

Vanuit een andere hoek probeer ik de grotere plasjes aan de oostkant beter te bekijken. Er zou toch wel meer staan dan alleen die vier Grutto's en twee Scholeksters? Over een dijkje loop ik naar een nieuwe uitkijk. De Slechtvalk die aan komt vliegen heb ik snel opgepikt. Afbuigend naar links vliegt het adulte vrouwtje richting een Blauwe Reiger die uit het bos omhoog komt. Ach, dat bijt elkaar niet. Ineens draait de valk bij en vliegt zo op de reiger af. Hoppekee, drie dagen eten. De Blauwe Reiger is hier niet van gediend en een intrigerende schermutseling volgt. Met het nodige gekrijs van de reiger. Met waarschijnlijk 'toch maar een maatje kleiner' in het hoofd vliegt de Slechtvalk door het bos weg. Die roepende Boomklever vlak naast me is me niet ontgaan.
Totaal afgeleid door dit gebeuren loop ik het open veld in. En kijk naar het westen. Aiaiai. het betere gokwerk begint. Zou ik voor die opzwellende donkere buien, incluis minder gewaardeerde waterhuishouding, thuis kunnen komen? Het begint te waaien, wat van invloed is op de zangactiviteit merk ik. Vrijwel alles valt stil. De vogels weten meer dan ik. Tijd voor enige vaart in het verhaal. En het fietsen. Langs het Kolenbranderbos is het stil, waarop ik snel doorfiets naar het Millingerduin. Hier staan alleen de Bosrietzangers nog aan. Het gaat zo regenen, daar ziet het echt wel naar uit, even doorschrijven dus.
Op volle toeren: Kekerdomse Waard: twee Ooievaars en verderop twee Matkoppen, Kaliwaal: twee Oeverlopers, twee Kleine Plevieren, twee Kolganzen en 22 Lepelaars. Zandwinning Kraaijenhof: twee adulte Visdief met, héé, drie jongen. Gaaf! Erlecomse Waard: Witgat en drie Oeverlopers. Geelpootmeeuw en Grote Mantelmeeuw, van beide één. Zingende Zwarte Roodstaarten bij de zandwinning, bij Erlecom langs de dijk en bij de Reomie. Gatver, de eerste spetters. Twee Oeverlopers langs de Waal bij het dorp Ooij. Oortjeshekken voorbij, links de Kruisstraat in. Op de hoek met de Hezelstraat een zingende Braamsluiper. Efkes doorfietsen nu. Snelle blik op de Oude Waal: Kemphaan man met nog gedeeltelijk zwarte kraag. Een Kolgans met mank vleugeltje tussen de Grauwe Ganzen op de dijk.
Helaas, net niet droog gehouden. En zover is het niet tussen Oude Waal en thuis. Had dus net zo goed me nat kunnen laten regenen, dat werd ik toch, en rustig dit verhaal kunnen afmaken. De volgende keer maar weer. Één geluk: zó nat werd ik niet: het meeste viel ernaast...

zondag 5 juli 2009

Dagje vlinderen en wieberen

Ik vermaak me altijd wel met iets. En als het niet af komt is er morgen wel weer een dag. Het is dat het zondag is, met een gerust hart kan ik dan ook schuiven na de melding van een straffe soort vlinder, door Jan Jacobs gevonden: een Keizersmantel dartelde langs een oud spoortje nabij Groesbeek. Daarnaast was dit eigenlijk ook een goede lokkertje om weer eens in deze mooie omgeving rond te kijken, dat doe ik tot m'n spijt ook te weinig.

De weg door Heumensoord verloopt vlotjes, al ben ik wat verbaasd over de aanplant van het vele nieuwe groen: de Vierdaagse komt er weer aan en Defensie en consorten hebben het vierdaagseterrein wederom volgeplant met kasjes waar de baretten weer een paar dagen tot volle bloei kunnen komen. Of half afsterven. Hangt er vanaf hoe veel beweging ze krijgen. Een snelle blik op het zweefvliegveld levert alleen grote witte zweefvliegjes op. Lang zal het niet meer duren, dan kunnen we hier onze trektelpost weer betrekken omdat de najaarstrek weer plaatsvindt. Wat kijk ik daar weer naar uit!

De plek van de Keizersmantel is snel gevonden. In het zonnetje zijn allerlei soorten vlinders en insecten druk door de bramen aan het schuimen. De rugzak gaat op de grond, de fiets op de standaard en vervolgens maar baantjes trekken rond de plek waar de vlinder was gezien. Na een paar baantjes zie ik vanaf de Biesseltsebaan een hoedje aan komen lopen, Rob Felix blijkt de drager ervan. Samen zoeken we al op en neer lopend verder. De vlinder laat zich helaas niet zien en langzaam lopen we meer richting Groesbeek. Éénmaal zien we hoog boven het spoortje een 'grotere' vlinder, traag zwevend met platgehouden vleugels. Voor we deze goed en wel kunnen bekijken schiet ie helaas het bos in. En komt niet meer tevoorschijn.

Mijn fiets staat nog los, de rugzak met telescoop er naast. Vandaar dat Rob doorloopt richting Groesbeek en ik voetje naast voetje terugwandel. Mocht een van ons iets vinden dan bellen we. Al slenterend vermaak ik me met het met de telefoon fotograferen van vlinders en insecten. En druk dat het is! Overal waar ik kijk fladderen, vliegen en zweven vlinders en insecten: Eikepages, Groot Dikkopjes, Gehakkelde Aurelia's en andere algemene dagvlinders. In de insecten ben ik nog niet zo thuis. Aan de hand van foto's moet ik die thuis maar eens determineren. In het bos roepen een Kuifmees en Glanskop.

De lucht afspeurend komt nog een leuke combinatie van 'vlinders' en 'vogels' langs: een mooie Wespendief baltst al vlinderend boven me. Schitterend om deze roofvogel zo met stuitervluchten en applaudiserende vleugels te zien baltsen. Rob komt weer aangelopen, zonder resultaat en ik kan helaas ook geen positief nieuws melden Gezamenlijk zoeken we nog even langs het oude spoortje ten oosten van Mulderskop, maar hier blijken amper braamstruiken te staan. Wel krijg ik uitleg over diverse soorten Sprinkhanen. Eigenlijk ook wel een ontzettend leuke soortgroep!

Rob had er al een inventarisatieochtend op zitten en gaat op huis aan. En hoewel de lucht wat dreigend overkomt, besluit ik nog even door te gaan. Ben tesnlotte nu toch al buiten. Langs het spoortje fiets ik naar Groesbeek. Onderweg laten twee prachtige Zandhagedissen zich van dichtbij bekijken, luierend in de zon. Het laatste stuk spoor mag ik niet afmaken, het hele zwikkie is afgezet. Er is een mountainbikewedstrijd aan de gang en ik moet omfietsen. Ach, 'omfietsen', ik hoef geen trein te halen, zoals het bij die mountainbikers lijkt. Door het dorp Groesbeek heen kom ik bij de golfbaan uit, waarlangs ik de Postweg insla. Bij het Afrikamuseum gaat de route een kwartslag rechts, naar Berg en Dal. Even op de Wylerberg kijken. Op een van de vaste plekjes waar ik vaak post en luister naar de Middelste bonte specht en Kortsnavelboomkruiper maak ik even een halt. Erg leuk zijn de jonge Bonte Vliegenvangers, recht voor me in een dode boom in het zonnetje. Een paar Grauwe Vliegenvangers zit er vlak naast. Met de telefoon en telescoop probeer ik een foto te maken. Als ik door de scoop kijk om te 'richten' krijg ik een erg geelgroenwitte zanger in beeld. Een Fluiter! Die had ik nog niet eerder hier gezien of gehoord. Afgeleid door deze altijd sympathieke zanger volg ik 'm een tijd. En kom zo langs een tweede Fluiter! Rustig, maar vaak verscholen in het bladerdek schuifelen de vogels door de bomen.

Ondertussen is een jonge Bonte vliegenvanger vlak voor me op de grond gaan jagen, wat dan de aandacht weer trekt. Fiets, rugzak uitgepakt en ikzelf staan midden op het wandelpad geparkeerd, wat verbaasde blikken van passanten oplevert. Na een half uur fiets ik de berg af en langs het Wylermeer en de Ooijsche Graaf kachel ik naar de Kaliwaal. Met alleen een Kleine Plevier als 'hoogtepunt' ben ik snel klaar hier. Gelukkig wordt de lege Kwaliwaal gecompenseerd door een iets gezelligere Erlecomse Waard. Negentien Lepelaars staan op een kluitje bij elkaar, zes Geelpootmeeuwen en vier Grote Mantelmeeuwen staan op het Waalstrandje. Een Slechtvalk komt de boel een beetje opschudden, hopelijk vliegt er nog een leuk verstopt steltlopertje op. Maar de valk heeft andere plannen en vliegt snel door.

De gordijnen onder de donkere wolken in de verte voorspellen minder prettige omstandigheden, temeer omdat ik er weer eens achter kom dat bíjna alles in m'n rugzak zit. Geen regenpak dus. Snel fiets ik door naar de Oude Waal om hier nog een stop in te lassen, voordat het donker wordt omdat iemand de gordijnen dichttrekt. De eenden gaan alweer richting eclipskleed, altijd lastiger om ze dan snel te determineren. Een Zomertaling en een Slobeend ver in het veld verraden zich door restjes zomerkleed. Drie Witgatjes staan op de punt van het schiereiland. Na een overvliegende Grote Gele Kwikstaart houd ik het voor gezien. Het is nu aan de westkant van Nijmegen 'menens' wat hoge luchtvochtigheid betreft. In hoog tempo fiets ik op huis aan. Helaas is het enige wat daarna nog droog is mijn kamer. Douchen hoeft in elk geval niet meer...

vrijdag 3 juli 2009

ROEKELOOS om met de verzengende hitte!?...

...van vandaag naar buiten te gaan om vogels te kijken zonder water mee te nemen? Uitdroging ligt op de loer!
Och, zo Roekeloos was ik niet vandaag. Op weg naar m'n werk via de Koudedijk in de Ooijpolder een (groepje) Roek alhier. Altijd leuk in de Ooijpolder.

Noot: let op de Zwarte kraaien op de achtergrond. De dood loert...

Effe verwennen met de Hatertse Vennen

'De slaap kon mij niet vatten vannacht. Hoe gevat ze ook was, ik vatte het niet, had ie maar uit een ander vat moeten tappen'. Afijn, dit soort nonsensteksten schieten wel vaker door m'n hoofd als ik weer eens door de stilte van een ontwakende stad fiets, zoals vanochtend. Via het Goffertpark en de Hatertseweg baan ik me een weg naar de Hatertse Vennen. Dit voorjaar bleven hier de Geoorde Futen 'uit', en de paar waarnemingen die onlangs werden verricht wakkerde m'n nieuwsgierigheid aan om eens polshoogte te nemen of ze verdere plannen hebben. Elke keer weer verbaas ik me erover hoe dit prachtige vennengebied in de 'achtertuin' van Nijmegen ligt. Even door Hatert, zigzag door de Weezenhof (als je de wijk niet kent heet het ook wel Weezenloos vanwege het zoeken van een weg door een wijk met alleen maar straatnamen als 'Weezenhof 8399') en dan via de Staddijk hop ik zo de A73 over. Zonder trappen laat ik me van de brug afvieren en kan dan al gelijk het fietspad de vennen inslaan. Verwennerij om de hoek zogezegd.

Om me heen hoor ik Boomklevers 'bloepen', Kuifmezen 'rollen' en veel geluiden die ik toedicht aan bedelende jongen van de een of andere bossoort. Geluiden die je in deze tijd van het jaar altijd de betere hersenkrakers bezorgen. Het geluid links bij een ven langs het fietspad ken ik dan wel weer en onthou dat ik zo een zingende Boompieper moet noteren. Afgeleid door al die bos en heidegeluiden merk ik te laat een Zwarte Specht op. Die prompt voor m'n 28inch opvliegt en zich laag tegen een eik aanklampt. En gelijk naar de andere kant verhuist, zodat ie uit mijn zicht verdwijnt. Ja dat krijg je als je zo respectloos met zo'n specht omgaat he. Op een kruising van fietspaden sla ik links, zodat ik uitkom bij de Sint Walrickweg. In de velgen van m'n voorwiel tekent zich een mooie oranje opkomende zon af. Tenminste, dat stel ik me zo voor bij dat gloeiende oranje vlekje onderaan. Daarom ga ik op de Walrickweg eerst rechts, om gelijk te gaan kijken bij de plek van de Geoorde Futen. Nu het licht nog mooi is.

Eerst neem ik na zo'n driehonderd meter een kijkje vanaf de weg op het ven links. Grauwe Ganzen, Waterhoentjes, Kuifeenden en Kokmeeuwen bevolken de plas, maar geen 'Goudoortjes'. Iets verder sla ik dan ook links het zandpad in. Wat is het hier eigenlijk kaal. En lagen hier langs de weg ook altijd al heuvels? Hmmm, tis een beetje gewijzigd hier. Of ik ben al te lang hier niet meer langs geweest en hebben er onder de inmiddels gekapte bomen altijd heuvels gelegen? Vanaf een paar doorkijkjes probeer ik ergens de fuutjes te vinden, ze lijken echter niet thuis. Dan wordt m'n aandacht vastgepakt door drie Kleine Pleviertjes die rechts langs het pad op een slikstuk invallen en ronddribbelen. Ze zitten zo dichtbij dat ze prachtig te bekijken zijn. Eentje komt zelf zo dicht langs, dat het lijkt bij een kniebuiging of tie me even goeijemorgen komt wensen. Ik probeer met telefoon en telescoop wat foto's te maken, de zon van rechts gooit helaas een beetje roet, naja, teveel licht in de situatie.

Vanachter dit vennetje laat een Boompieper z'n zang horen. Een Zwarte Specht 'pruupt' van me af naar achter, snel gevolgd door een vogel die ergens vlak bij me uit de bomen komt zetten en de achtervolging inzet. Het lijkt wel of de Kleine Plevieren het gewend zijn dat er mensen zo dicht bij ze zitten, zo vlak zitten ze voor me. Ze laten zich ook niet afschrikken door passerende hardlopers, die, overeenkomstig mijn goede ochtendhumeur, allemaal 'goedemorgen'' zeggen. Dat is lekker stil genietend langs het pad zitten. Fotograferen met een telescoop en telefoon is niet echt makkelijk, ik loop dus wat te klooien, noem het experimenteren, met de Kleine Plevieren, als ineens vlak rechts naast me iets zwarts verticaal tegen een eikje ploft. Zwarte Kraaien hebben die neiging niet snel, ik zwenk met de telefoon op scoop gedrukt snel naar rechts en weet zo nog leuk een schitterende Zwarte Specht vlak naast me te vereeuwigen. Dát maak ik niet vaak mee. Na een paar foto's laat de vogel zich nog zeer korte tijd bewonderen, om er vervolgens als een speer vandoor te gaan. Ik pak m'n spullen weer in de rugzak en loop naar het bankje boven op de heuvel. Altijd een heerlijke plek om een tijd te staan en een tijd rond te kijken.

Voor het bankje zingt vanuit de top van een dood boompje een mannetje Roodborsttapuit. Als tie wegvliegt en ik m'n kijker richt op het boompje waarvan ik vermoed dat hij in ging zitten krijg ik het vrouwtje in beeld. Om me heen hoor ik vanaf twee plekken mannetjes Kleine bonte Spechten kieken, een Kruisbek 'kiept' voorbij. Vanaf het uitzichtpunt heb ik goed overzicht op de verschillende vennetjes. Maar Geoorde Futen laten zich helaas niet zien. Wel zitten her en der op polletjes in het water Kokmeeuwen, laten Dodaarzen hun hinnekende roller horen en bekvechten Grauwe Ganzen om foerageerruimte. Kuifeenden hebben het blijkbaar op de heupen en vliegen telkens rond. Een groep Grote Canadeze Ganzen, bijna vast meubilair hier, laveert hier rustig tussen door. Maatje te groot. Na een half uur ga ik weer naar beneden, rij door het bos links en weer links en kom zo tussen de vennetjes te staan.

Bijna elke vennetje heeft een eigen paar Waterhoen. Als ik de Kokmeeuwen beter bekijk, valt me op dat er naar verhouding aardig wat ringen dragen. Opmerkelijk. Zeker zo'n vijf geringde vogels tel ik, op de vijftien voor m'n neus. Helaas zitten ze net te ver om af te kunnen lezen. Een Blauwe Reiger is zo slim om tussen de meeuwen te landen en moet al snel als een Schoonebeker jaknikker de aanvallen pareren. Een groep van vijf Blauwe Reigers heeft het al door en vliegt zuidwaarts over. Bij een ven verder laat een poetsend 'donskontje, bekender onder de naam Dodaars, zich fraai bekijken. Tot het moment dat de Havik langskwam. Als verrassing komt een Groenpootruiter binnenvallen. In de paar rondjes draaien boven de vennen heeft de vogel zich blijkbaar bedacht en gaat door. Een Geelgors roept zich een baan naar een open vlakte verderop.

Ik fiets nog een flinke ronde door en om het ven, wat nog Goudhaantjes, Gaaien, Kuifmezen, een derde Kleine bonte specht en leuke paadjes oplevert en ga dan langzaam weer op huis aan. Even drie uur eruit. Het leek veel langer, maar dat zou kunnen komen doordat ik me even Weezenloos zocht.