donderdag 7 oktober 2010

En we zullen (weer) doorgaan!

Afgelopen maanden heb ik behoorlijk last gehad van een writersblock. Door omstandigheden had ik teveel in m'n kop en begonnen verhaallijnen van leuke momenten door elkaar te lopen. Dit zorgde weer voor irritatie omdat ik niet in woorden kon vervatten wat ik wilde schrijven. Ook de lol cq. zin ging hierdoor bergafwaarts.

Misschien ligt het aan het seizoen, herfst en het vallen van de bladeren. In ieder geval viel het 'writersblock' me ineens van de schouders en komt de schrijfzin terug. Aankomende tijd zal er dan ook alsnog een update van al m'n belevenissen komen. Want dat is zekers wel gewoon doorgegaan.
Een van m'n rustmomenten was deze tete-a-tete met een Zandhagedis op zweefvliegveld Maldens Vlak op 2 september 2010. Samen lagen we naast elkaar bij een heidepol, beiden opwarmend in de najaarszon

woensdag 5 mei 2010

Triggerfinger Butterfly

Weer een beetje bekomen van de avondlijke Grielse rep en de roer gisteren lees ik in een mailbericht dat Erik Lam vanochtend vroeg drie Witwangsterns op het Grote Grindgat bij Weurt had. Dikke doei,denk ik, k'ga niet nog eens sjezen. Hoewel het wel weer een nieuwe voor m'n Gelderlandjaarlijst zou zijn. Nu dus even niet. Om een uurtje of tien maak ik m'n stalen ros los en goedgeluimd koers ik naar west. Rond de pijp van de Electrabelcentrale oefent een Slechtvalk z'n middelpuntvliegende kracht. Aangezien ik al wat foto's van de Slechtvalk heb geplaatst nu maar eens eentje van z'n woning.

Na passage van de Weurtse sluis sla ik rechts de dijk op en tegenover het dijkmagazijn langs het grindgat maak ik een kniebuiging voor al het moois wat zo in m'n telescoop verschijnt. Gehurkt bekijk ik een voor een de sterns: wit, zwart, wit wit wit, zwart. Zo'n achttien Visdieven en vijf Zwarte sterns draaien hun rondjes, soms als een volleerd capoeirakunstenaar een halve salto achterover duikelend, om dan naar het wateroppervlak te speren. Twee, mogelijk dé twee die ik hier al eerder zag, Groenpootruiters vliegen aan de andere kant van de plas naar de oever. Gierzwaluwen gieren met grote snelheid rond, de Boertjes en Huisjes doen hard mee. Vlak voor me roept een Oeverloper, vanuit de struiken krassen Grasmussen. Ik sms Tim de Boer dat ik geen Witwangen heb aangetroffen en kar dan naar de Waalkade, om zo in de Ooijpolder te geraken.

Onder de brug bij het HD-gemaal roept een Grote gele kwikstaart. Hé, ze zitten er nog, zouden ze toch gaan broeden? Een kleine verticale witte streep achter de Oude Waal krijgt de naam Grote zilverreiger. Lichtelijk verbaasd stel ik vast dat er geen énkele Zwarte stern bij de Oude Waal zwiept. De weg wordt vervolgd richting Paardewei, lekker struinen in de hoop tegen een Draaihals aan te blunderen. Tuinfluiters zingen langs de Langstraat en op de Paardewei is het een kakefonie aan zingende en roepende vogels. Achterin snort een Sprinkhaanzanger en in de verte hoor ik m'n eerste Nachtegaal (ben er wat laat bij dit jaar). Onder wakend oog van de Ooievaar op z'n nest noteer ik m'n eerste Spotvogel ónder de paal. Een Braamsluiper kan z'n klepper niet houden.

Mijn vraag waar al die Zwarte sterns van de Oude Waal nu zijn wordt beantwoord op de Bisonbaai. Een snelle telling levert liefst 65 exemplaren op. Het blijft echter net zoiets als mieren op een mierenhoop tellen: het krioelt bliksemsnel alle kanten op. Met zoveel Zwarte sterns is de afwezigheid van Visdieven opmerkelijk. En de hoop op een Witwang is ook snel achterhaald. een paar keer denk ik een Witvleugelstern te zien, wat dan natuurlijk gewoon een Zwarte is, waarvan de vleugels net even oplichten bij het kantelen. M'n eerste Bosrietzanger voor dit jaar zingt vanuit enkele mistroostige stengels langs het pad

De dakranden van het kantoortje bij de steenfabriek ter hoogte van de Erlecomse Waard zijn weer bezet door Huiszwaluwen, verder op het terrein bakent een Zwarte roodstaart zingend zijn tuin af. De waard zelf is bijna leeg. Wat Kleine mantelmeeuwen, een oeverloper, een Tureluur en Grauwe ganzen, het is op anderhalve hand te tellen. een jagende Havik verklaard de waard officiëel voor leeg: er vliegt niets kleins op uit verborgen hoekjes. Binnendijks zwemt het opvallende aantal van negen adulte Knobbelzwanen: praatgroepje van niet-broeders? Tegen een lichte noordelijke bries in fiets ik al paaltjes checkend op Paapjes naar de Kaliwaal. Langs de dijk vlak voor het informatiebord scheert driftig een Koninginnepage over de kruidenkopjes. Die gaan we eens platen denk ik. Nou, dus niet. Met de camera in één hand ren, schuifel en buk ik achter de vlinder aan. Daar zit ie! Nu stil, rustig, omlaag, scherp stellen... Daar gaat ie! Alsof ik niet al genoeg beweging in de benen heb hangen treitert ie me de halve dijk langs. En dan, snel, gokkend dat de zoomafstand goed is, laat ik me gecontroleerd schuin op de dijk vallen en met de camera in één hand aan een gestrekte arm druk ik een paar keer af op de wiegende page. In ieder geval hebbes, resultaat zien we thuis wel.

Op de Kaliwaal weinig verheffends, van enkele grote jonge meeuwen heel aan de andere kant van de grote plas heb ik geen zin om de identiteit vast te stellen. Een Oeverloper en een paar Tureluurs struinen langs het plasje voor me. Gesponsord door een briesje in de rug nu rij ik langs de Ooijse Graaf, Kleine karekieten, twee Staartmezen en een Gaai in het geheugen optekenend. Als een dooie pixel in een blauw computerscherm ontwaar ik een ufo hoog boven me. De eerste blik met de kijker leert 'Ooievaar' en met de telescoop in de hand kan ik er een witte van maken. Altijd leuk om 'dooie pixels' hoog over te ontdekken! De Kerkdijk wordt verlaten zonder leuke waarnemingen en zo hard als de vliegeraars profiteren van de wind op een van m'n favoriete plekjes, een afgraving langs de Sint Hubertusweg, blijft mijn plan voor een bezoekje ook in de wind hangen.

Bij het passeren van een grasland iets verder langs de Hubertusweg jagen twee geïrriteerde Grutto's een Zwarte kraai weg. Wat is de SOVON-code ook al weer voor dit soort gedrag? De Steenuil van Persingen kijkt me schalks aan vanachter een dakrand. In het Zwanenbroekje is weer een paartje Visdieven present, een man Zomertaling zwemt foeragerend langs de oever, een Oeverloper loopt er over heen. De wind is een lichte spelbreker in m'n verwachting de Rietzanger hier te horen, waarna ik langs het Meertje op huis aan fiets. Thuis blijkt dat de 'getriggerfingerde' foto's van de Koninginnepage best geinig zijn geworden.

dinsdag 4 mei 2010

Van Rock-a-Billy naar Stone Curlew

Morgen Bevrijdingsdag. En dat betekent bij SOVON lekker vrij! De hele dag zit ik op het werk bij tijd en wijle te dubben wat ik vanavond zal doen: er is een leuk concert in Doornroosje, Imelda May zal een mix van rockabilly, rock en blues komen neer zetten, de dinsdagavondfietstocht van de Vogelwerkgroep Nijmegen vangt aan om zeven uur én er is nog een feestje waar ik heen kan gaan.

Uiteindelijk door allerlei collegiale wijsheden ('vogelen kan altijd') besluit ik naar het concert in 'Roosje' te gaan. Met een huisgenoot, die met anderen om half negen heeft afgesproken, spreek ik af dat ze me voor die tijd ophaalt. Ondertussen verricht ik al het noodzakelijke om er tegen aan te kunnen; stevige maaltijd, douche en netjes in de kleren naar de aard van het concert. Dan gaat om tien over half acht de telefoon, Justin Jansen: 'heb je het bericht al doorgekregen?'. 'Ehm, welk bericht?'. 'Er zit een Griel bij Beugen, waarneming staat op Waarneming.nl'. Toevallig staat de compu nog aan en een snelle blik laat de fraaie ontdekking van Piet Smeets mét foto zien.'Inderdaad een Griel, mét foto's', zeg ik tegen Justin, die al onderweg is. En ik leg hem de plek precies uit.

Dit telefoongesprek verliep in zeggen en schrijven een halve minuut. Zijn info is duidelijk en daarom 'kap' ik het gesprek af om de waarneming gelijk verder te kunnen verspreiden en vervoer te regelen. De afspraak staat dat Justin belt als hij 'm weer gevonden heeft. Ondertussen waren de raderen al aan het draaien wie ik zou kunnen bellen. Menno, niet te bereiken, Erik van Dijk, net naar een afspraak, Erik van Winden, zit ergens anders. Jouke van der Zee, zit buiten het werkgebied, Harvey van Diek, geen gehoor. Nog een keer Menno, en een rijtje anderen. Ondertussen meld ik de waarneming via de sms-alert van de VWG. Dan hangt Harvey aan de lijn, of ik mee wil rijden. Zekers wel! Later belt ie weer dat hij nu in de Ooij zit, maar te maken heeft met een vertraging vanwege dodenherdenking op het Traianusplein. Snel bel ik Mark Wilkinson of hij interesse heeft mee te gaan, terwijl ik ondertussen naar m'n huisgenoot ren om te zeggen dat er iets tussen is gekomen en ik iets later kom. Tussendoor krijg ik smsen en telefoontjes, waaronder een vijf minuten later, waarbij Rob Felix aangeeft voor m'n deur te staan. Het is dan exact acht uur. Ik sta even stil bij dodenherdenking. En ga dan door met regelen. Dit gaat allemaal heel vlug. Zo vlug, dat een gesprek tussen Rob en mij ongeveer verliep als: 'dus zo woon jij?'. Ja, en we gaan weer' omdat ik snel er na het telefoontje van Harvey krijg met 'ik sta voor de deur'.

Onderweg naar de Maasduinen belt Paul Gnodde, hij is ook in beweging. Vanaf de A73 rijden we de N264, de Veerweg, op. Nog steeds, helaas, geen 'piepje in de rug', ofwel positief nieuws dat de vogel er nog zit. Vlák voor de brug over de Maas naar Gennep draaien we zuidwaarts de N264 af en rijden een zandweg op, de Maasheggen in. Op dát moment krijg begint een Ruigpootuil te roepen, ten teken dat ik een sms heb: Paul heeft de Griel weer gevonden! De voicemail springt aan als ik hem probeer te bereiken. Even later weer. Dan Justin maar: 'Heb je ook de Griel?'. 'Nee', is het antwoord. 'Hij is weergevonden, door Paul!', is m'n reactie. Ondertussen rijden we over het halfstenige zandpad. Justin zegt dat hij Paul bij een T-splitsing ziet staan, terwijl we Justin net op dat moment passeren. De eveneens al aanwezige Jan Jacobs gemaand ons met armbewegingen 'rustig' te blijven, iets verder staat Paul met opgestelde telescoop. Dat ziet er goed uit! Snel parkeren we de auto en een halve minuut later werp ik een blik door de scoop van Paul: WAUW! Dit is ongekend fantastisch, wat een droomsoort! (foto van Justin Jansen)

Op de tot lichte voren beploegde akker loopt aan de andere kant de in mijn ogen altijd 'mysterieuze' Griel. Een voortreffelijk, maar al laaghangend zonnetje geeft ons rugdekking. Wat een vondst door Piet! En vooral geweldige herontdekking door Paul, zo'n stuk zuidelijker! Een paar honderd meter verwijderd zijn, en dán dat 'piepje in de rug' krijgen! Fijner kan niet. Felicitaties gaan in de groep over en weer, welke niet veel later wordt aangevuld met Sjaak van den Berg, helemaal op de fiets. Ineens wordt er opgemerkt dat de vogel geringd is, links een blauwe en witte ring en rechts een zwarte. Dit wijst op een vogel die mogelijk in Engeland of Bretagne is geringd. Justin heeft later op de avond al een mail gestuurd om de herkomst van deze vogel op te helderen.

Na opgevlogen te zijn landt de Griel een akker zuidelijker. Vanaf grotere afstand kijkt nu het krieltje van een Grieltje alert om zich heen. Door de diepere voren in deze akker is de vogel niet altijd te zien. Van rechts naar links en dan weer van links naar rechts loopt ie achter op de akker heen en weer. Stilletjes hoop ik dat deze machtig mooie droomvogel tot morgen blijft hangen. In ieder geval gaat ie een paar keer op de buik liggen. De tijd tikt ondertussen onverstoorbaar vooruit, de temperatuur rustig achteruit. Het wordt frisjes en het zicht minder. Het is ruim kwart over negen. Een sms naar m'n huisgenoot op het concert in Roosje leert in de reactie dat het concert 'vet is', ik ook moet komen en ze vooraan staan. We moeten nog een half uurtje rijden en nog tanken. Onderweg vliegen de, door adrenaline gestuurde, bijbehorende wensen aan volgende zeldzaamheden in de regio al weer door de auto. Dat beloofd nog wat als ik mezelf en anderen hoor praten.

Hyper door de hele planningswitch, het regelen van een auto en met vier mensen er heen rijden, de geweldige twitch én door het uitzoeken aan meer wetenswaardigheden over de Griel in ons werkgebied, lukt het me niet nog fatsoenlijk te denken aan het concert. 'Van het twitchen des vogels heeft niemand het programmaboekje'. Om maar eens een bekende levensspreuk van stal te halen. Dat blijkt maar weer. De keus tussen Rock of Stone kende geen bedenktijd Morgen hoor ik wel wat ik heb gemist. Gelukkig niet alles.

dinsdag 27 april 2010

Wederom de Grote grijze. En nu ín het werkgebied!

Ik open net een mailtje waarin een huisgenoot meldt dat door omstandigheden er een gratis kaartje voor een concert in Doornroosje aan de voordeur hangt. Mmm, zou best leuk kunnen zijn. Onderweg naar de internetsite om te zien wat voor een soort band het is, gaat de telefoon: Frank Wagenaar: Herrald Damen heeft zojuist de Grote grijze snip weer gevonden op de Lingeplasjes bij de Karbrug! Dat is in jullie werkgebied!' Ketoink! Nu wordt het serieus werk en een race tegen de zakkende zon. Snel bel ik Menno, maar die kan helaas niet. Dan Erik van Dijk. Hij kan, na snel een babysit geregeld te hebben, wel en na een sprint naar Erik waar Alexandre Vinoekoerov jaloers op mag zijn karren we per auto naar de brug.

Ondertussen bel ik Harvey van Diek, die de grote grijze gisteren liet schieten en gooi de melding op de Mouriksms-cirkel. Misschien een wat te kort bericht, maar ik veronderstel dat de aangesloten mensen de plek wel kennen. Daarnaast heeft Frank de waarneming met z'n mobiele telefoon ook al op Waarneming.nl geplaatst.

In Nijmegen een telefoontje van Frank, de snip is opgevlogen. Later gelukkig weer het bericht dat ie een stuk oostelijker terug is gevonden. Onderweg heb ik regelmatig contact met Frank voor de laatste updates en het laatste stukje leidt hij ons zelfs telefonisch langs een wegomleiding naar de plek. Bij aankomst staat een handjevol vogelaars,de telescoop staat op de snip gericht klaar. Een blik er doorheen levert de vogel op waar we gisteren kollektief van hoopten dat ie de Lingewal over zou steken (lees:vliegen), en zodoende dan al voor ons werkgebied zou tellen. De vogel foerageert rustig met een tweetal Grutto's in de avondschemer en is van vrij dichtbij mooi te bekijken. Ondertussen leid ik Harvey weer naar ons toe en ook wij zetten de telescoop voor 'm klaar. Hij is nog geen minuut te laat: de snip vliegt binnen een minuut met een tweetal Grutto's op en gaat tegen de andere zijde van een dijkje voor ons uit beeld zitten. Nagenietend van zoveel geluk blikken we nog een tijdje naar de opkomende maan en gaan dan voldaan weer op huis aan.

vrijdag 23 april 2010

Wat heb ik met de B vandaag

Getipt door ontdekker Bram Aarts tipte Menno Hornman mij gisteren weer over de aanwezigheid van twee Beflijsters bij Driehuizen in Nijmegen. Dit is om de hoek bij het werk en Menno wilde daarom snel tussen alle bedrijvigheid door gaan kijken. Ik zeg geen nee, altijd leuk zo'n Beflijster binnen de gemeentegrens, en een paar minuten later staan we aan de Halvemaanstraat te kijken naar zwarte lijsters met witte halve maantjes. What's in a name.

Vandaag kreeg ik van Bram te horen dat er in ieder geval nog één Beflijster aanwezig is. In m'n pauze fiets ik wederom dan ook die kant op, in de hoop een betere foto dan gisteren te kunnen maken. Ze zaten gisteren in een paardewei en m'n camera bleek op óf de omheining, óf het schrikdraad of een paaltje te hebben gefocust. En zodoende staan er alleen scherpe omheiningen, draadjes of paaltjes op m'n foto. Met erachter of er naast een ietwat blurry zwarte lijster met witte bef. Vanaf de Halvemaanweg geen Beflijster te vinden. Dan maar een tochtje door Heumensoord voor de Bonte vliegenvanger. Die ook niet te vinden is. Wél veel heerlijke zingende vogels, de pauze levert dan ook weer de nodige energie op deze ietwat lomige dag op!

Op de terugweg ga ik langs de noordkant van de weilanden waar de Beflijsters zaten en vind nu wel een Beflijster, heimelijk in een hoekje van een kleinere wei foeragerend. Snel maak ik een bewijsplaat en loop rustig z'n kant op. Ik sta er nog ruim honderd meter vanaf, of de vogel schiet al de struiken in en laat zich niet weer zien. Gelukkig blijkt ie aan het eind van de middag gewoon nog aanwezig. Tussen Driehuizen en het werk ligt nog park Brakkenstein, de keuze om óf over de Driehuizerweg of door het park te gaan is dan ook snel geen keuze meer. Effe kijken wat de Bosuiljongen vandaag doen. D'r zit al behoorlijk veel blad aan de bomen, het zal wel moeilijker worden ze te vinden. Bij aankomst staan twee vrouwen in een boom te turen. De enige boom zonder blad. En daar zitten ze: Frank en Frei en Blijheid! Fenomenaal! het lijkt wel of we drie-aan-drie aan het spiegelen zijn: de twee vrouwen ik draaien met onze hoofden in allerlei bochten om een goede blik op de uilen te krijgen, de jonge Bosuilen draaien met hun koppies om zich te kunnen fixeren op wat wij doen

Door de afwezigheid van m'n teamcollega's verloopt m'n middag in betrekkelijk rust. Alles wat ik wil doen heb ik er dan ook al snel netjes doorheen gejast en ben me aan het inlezen op toekomstige zaken. 'Ga je mee naar de Baardgrasmus? Ik ben nu bij Venlo en rij jou kant op'. Geert Lamers aan de andere kant van de telefoon die ik opneem. Baardgrasmus? Op internet zie ik al snel dat er een zingende Baardgrasmus is gevonden bij een golfterrein bij Bussum. Snel loop ik naar m'n collega aan de balie en vraag of ze het erg vind dat ik vrij neem. Ik heb alles af wat ik wilde doen. 'ja, dat moet je niet aan mij vragen, ik ben je baas niet'. Fijn is dat, die is er niet. 'Is het erg als ik ga?' Een minuut later heb ik Geert weer aan de lijn: 'ben over tien minuten thuis'. 'Doe maar rustig aan, ik doe er nog een half uur over'. Een half uur later zit ik naast Geert, op weg naar een of andere 'natuurbrug' tussen Hilversum en Bussum waar de grasmus, naar later blijkt, op een rijkelijk met brem en Gaspeldoorn beplante helling zit.

Bij aankomst is de toegang naar de plek toch onduidelijk. Om het terrein staan hekken en we moeten er ergens in bij een restaurant. We rijden wat rond en parkeren dan ergens de auto. Twee vogelaars weten het ook niet en de op ons toegelopen Luuk Punt en Frank van Duivenvoorde wilden juist weer aan ons vragen hoe de plek te bereiken. Uiteindelijk komen we erachter waar de auto te parkeren en lopen we een route zoals ongeveer op Google Earth was te zien. Op de Bussummerheide zingt een Boompieper en de aanwezigheid van twee vogelaars doet vermoeden dat we goed zitten. De juiste locatie blijkt een stukje verder te zijn en samen met een oude bekende lopen we door. Vlak bij de plek kom ik weer een oude bekende tegen, Embert Messelink, een van de drie vrienden uit m'n Twentse pubervogelaarstijd. We stonden bekend als de 'vier jonge honden' van de Twentse Vogelwerkgroep en waren praktisch (bijna) altijd op pad. En het liefst leverden we zoveel mogelijk A4viertjes aan waarnemingen in. De grasmus blijkt al sinds de middag niet meer gezongen te hebben of überhaupt gezien te zijn. We sluiten ons aan bij het kleine groepje nog aanwezige vogelaars.

Vogelaars komen en gaan, de grasmus houdt echter stijf z'n snavel op elkaar. In een bosrand 'scoor' ik m'n eerste Paapje voor dit jaar, evenals mijn eerste Koekoek, Gekraagde roodstaarten zingen vanuit verschillende hoeken en een paar Gierzwaluwen scheren laag naar noord. Bepaald niet schuwe reeën lopen op open terrein rond. Op de golfbaan slaan mensen hun afgezwaaide balletje ergens vanuit het bos. Gekscherend wordt gegrapt dat ze hun bal de helling waar we op staan, wel op mogen slaan. Dan zoeken wij wel, in de hoop natuurlijk tegen die grasmus aan te blunderen. Maar zo werkt 't natuurlijk niet. Een roofvogel die ik vanuit het zuiden oppik blijkt een Rode wouw te zijn, een welkome passant in de drie uur die we er nu staan! Traag verdwijnt ie naar het noordwesten. Vanaf een plas op de golfbaan hinnikt een Dodaars, twee Nijlganzen bleren er vanaf de rand en een Scholekster prikt extra putjes in de strakke grasmat.

Dan horen we met een klein groepje mensen ineens een zanggeluid, wat we geen van allen kunnen plaatsen, laat staan een soortnaam aan kunnen hangen. Een aantal brabbelende tonen, wat wat lijkt op het brabbelende van een Braamsluiper, maar er zitten ook enkele heldere tonen tussen. Verbaasd kijken we elkaar aan. Is dat? Daarna is het stil. En klinkt het weer, maar nu een stukje verderop. is dat toch? We lopen langs het hek richting geluid, het is echter weer stil. Dan lijkt het van veel verder te komen. We denken aan een sterk afwijkend zingende Gekraagde roodstaart. Het is echter niet te plaatsen door ons. Daarna horen we het geluid niet meer en zingt het koor aan Zwartkoppen, Heggenmussen en Fitissen weer op de voorgrond.

Rond zes uur vinden Geert en ik het wel mooi geweest. Het waait redelijk, de kans dat de grasmus nog gaat zingen schatten we hierdoor laag in. Samen met Jasper Hooijmans, die met het openbaar is gekomen, rijden we naar huis. Nu weet ik het. Het was geen casual vrijdag maar een Breidag. Zo'n dag waarin weer allerlei onverwachte situaties aan elkaar worden gebreid. En ik nu nog zit te breien op welke zangvogel we kort hebben gehoord.

dinsdag 20 april 2010

Ouderwetse spurt het kantoor uit: Rode wouw, nu boven het pand!

Zal het zijn, rond tien over elf, als ik zo de tijden bij de foto's bekijk. Ik sta net met een collega in onze bieb te bespreken en -kijken hoe we een binnenkort over te nemen deel van de NOU-bibliotheek zullen wegzetten, als collega Menno Hornman in de gang voorbij komt spurten:'Rode wouw! Over het pand'. Stik! Met een 'sorry Jeroen, we gaan zo verder' zet ik een spurt naar m'n tafel, grijp de kijker en ren achter Menno aan.
Buiten vliegt de roofvogel volgens Menno 'achter dat gebouw'. Er komt niets tevoorschijn. Hij zal toch niet naar het zuiden zijn afgezakt? Dan wordt de wouw ineens opgepikt door Menno ten oosten van de flat, al flappend richting noord. Meer collega's staan ondertussen bij ons buiten. Al cirkelend vliegt de vogel richting noordoost, om dan te kantelen en z'n weg richting ons vervolgt. Ik spurt weer naar binnen: waarom om m'n camera te vatten (waarom heb ik die ook niet gelijk meegenomen) en vlieg weer naar buiten. Rustig vliegt de Rode wouw over Natuurplaza. menno, die verderop in de straat is gaan staan komt aangewandeld en deelt doodleuk mee dat bóven de wouw óók nog een Visdief strak naar noord vloog. Hij kreeg 'm toevallig in beeld bij de wouw. Dat zal voorlopig een van de beste werkpleksoorten blijven, mooi gemist! We lopen weer naar binnen, waar een aantal Natuurplazacollega's nog een glimp van de vogel door het raam bij mijn werkplek (nu daadwerkelijk dus een nieuwe werkpleksoort) kunnen opvangen als deze fraaie jongen langzaam laag boven de stad uit beeld verdwijnt.

'Sorry Jeroen. Waar waren we..'

zondag 11 april 2010

Van bos naar zee

Bij vlagen worden ze wel eens gezien, Grote Zeeeenden in ons werkgebied. Zolang de windvlaag maar goed staat. Vaak betreffen het dan de wat minder fraai getekende en bruine vrouwtjestypes. Dit keer werd door Louis Geraets gisteren een adult mannetje op Kraaijenbergse plas 5 bij Gassel ontdekt. Justin Jansen, die snel handelde, kon 's avonds in de schemering nog een bewijsfoto produceren. Vandaag ga ik ook maar eens een kijkje nemen. Op de heenweg fiets ik langs de Bosuiltakkelingen van Brakkenstein. Menno Hornman loopt er ook rond en samen staren we naar de propjes veren en dons op de takken. Ze zitten er weer lekker relaxed bij! Pa of ma houdt verderop twee oogjes in het zeil. Een Roek vliegt roepend over, een Vuurgoudhaan zingt vanuit het bosje.

In Heumensoord zingen Boompiepers en verschillende soorten mezen en na stevig doorfietsen sta ik later bij plas 5. Vanaf de zuidkant lijkt de plas leeg, ik ben er echter nog maar net als m'n telefoon gaat, Justin Jansen: 'Meino Koning heeft de zee-eend weergevonden, aan de noordkant, op de plek van de Kuifduiker'. Dat is goed nieuws en fluks fiets ik naar de parkeerplaats aan de noordkant. Op het open water is niets te zien, rechts naast me, dicht tegen de kant zit een groepje Kuifeenden met een Brilduiker. En ertussen zwemt een fraai adult mannetje Grote zee-eend! Net dat ik foto's wil maken komt Justin er aan. We kletsen wat, waarbij ik, zo blijkt later, kostbare tijd weggeef: het mannetje vliegt op en gaat aan de andere kant in de hoek zitten. Dát is dan weer te ver voor leuke plaatjes. Gelukkig staat er een fraai plaatje op m'n netvlies. eens kijken hoe ik díe kan downloaden...Een IJsvogel speert langs en ik speer weer op huis

vrijdag 9 april 2010

Een flashback naar Lonneker

Door opengeschoven serredeuren staar ik naar buiten. Aan de andere zijde van het zwarte gat ligt een naar m'n jeugdige beleving grote achtertuin. En het ís ook geen gewoon tuintje. Verspreid staan boompjes en struiken, bloemen en planten bedekken de bodem. Er tussendoor lopen kriskras paadjes. Ideaal voor kinderen om met het fietsje doorheen te crossen. Vooruit gezien erachter liggen weilanden en daarachter weer een boerderij, rechts een loofbomenbosje met eiken en beuken.. Aan de andere zijde van het verhoogde huisje ligt een onverhard pad naar het erf van de boerderij een stukje verder. Op de prachtige oude houten woonkamervloer lig ik in m'n slaapzakje warm ingenesteld. Het is fris zo in maart. Aan de rand van Lonneker nabij Enschede mag ik logeren in een voormalig theehuisje. Mijn -nog steeds- droomhuisje wordt gehuurd door mijn basisschoolleraren Huub en Sylvia Tigcheler. Wat zal het zijn, een jaar of dertien, veertien tel ik. En druk met 'natuur'. En laat in die fraaie achtertuin nu een 'gigantische' nestkast aan een Beuk hangen. Soms ga ik, onder toeziend oog van Huub en natuurlijk voor het voetje tegen de ladder, in de winter wel eens de houten trap op. En dat is hoog joh! Liefst drie keer moesten we de ladder uitschuiven! 'Eerst kloppen' was het advies. Vlak voor m'n neus stoof dan een grote bruine vogel naar buiten. Sorry jongen, maar we moeten je bedje schoon maken. Anders wordt het niets in het voorjaar.

In de donkere kamer voel ik me nietig op die ruime bruine vloer in m'n slaapzakje. Door de open deuren klinkt klaaglijk dé uil. De Bosuil! Een onuitwisbare indruk, dat spookachtige trillende geluid. En wat knijp ik 'm! Hij zal het toch niet zien dat ik daar lig als een mogelijk smakelijk hapje en naar binnen vliegen? Vanuit een ander deel van de tuin wordt het mannetje beantwoord met een scherp 'kuwiek', het vrouwtje. Na de angst overwonnen te hebben ga ik op het trapje voor de schuifdeuren zitten, nachtlucht opsnuivend en luisterend naar de vele geheimzinnige geluiden. Ik heb lang gezegd dat ik het huisje ooit zou willen overnemen van Huub en Sylvia. Niet alleen vanwege z'n schattigheid en z'n prachtige vrije ligging. Nee, die Bosuil, díe wil ik in m'n achtertuin. Overdag loop ik rond in de tuin, er is zoveel te zien voor een pubernatuurfreak! In een Hulst zit een klein pluizebolletje, iets verder een tweede. Sissende geluiden worden uitgestoten als een Eekhoorn of een vogel te dichtbij komt. Of ik. Hoog vanuit een boom houdt een van de ouders me nauwlettend in de gaten. Mijn eerste ervaring met uilskuikens.

Bovenstaande flashback werd vandaag weer helemaal afgedraaid als ik lees dat Bram Aarts in park Brakkenstein een volwassen Bosuil met drie donsjongen, zogenaamde takkelingen, heeft gezien. Vanuit m'n werk neem ik een kijkje. Bij een eerste speurtocht vind ik ze niet. Wel zingt er een Vuurgoudhaan. Na Bram gevraagd te hebben waar hij ze precies had ga ik weer terug. En nu zie ik al snel een volwassen Bosuil op slechts een drietal meters boven de grond in een boompje zitten. Natuurlijk gevonden op een klassieke wijze: gewoon de omgeving van alarmerende vogels bekijken. Achterna gezeten door de Merels duikt de oudervogel een den in. En als ik omhoog naar de uil kijk word ik vanuit de boom er naast aangestaard door drie paar bruine ogen. Ogen in kleine pluizige lijfjes die ogenschijnlijk volkomen in rust lijken te zijn. Maar ondertussen priemen ze mijn kant op. Wow! Een rilling trekt over m'n rug bij deze 'flashback'. Eerst houden de uilskuikens me nauwlettend in de gaten, daarna is de situatie ingeschat en gaan ze over tot de orde van de dag en kijken weer om zich heen en waggelen wat over de tak. Een fenomenaal gezicht om te zien hoe alles wordt ingeschat door hun kop alle kanten op te draaien. De Eekhoorns die eerder op de ochtend Bram op de uilen wezen zitten er ook nog. Driftig schieten ze over de takken door de bomen. Gedekt door de vele dennentakken voelt ook de oude uil zich, dicht tegen de stam aan schurkend, weer wat op z'n gemak. Vogels en eekhoorns laten 'm met rust, de jongen hebben blijkbaar helemaal niets te duchten van scheldpartijen door vogels.

In de pauze loop ik met de collega's er weer langs. Ze zitten nog steeds op hun stek. Voor iedereen een erg leuke ontmoeting zo in de pauze! En ik kan met deze fantastische indrukken er weer een flink aantal jaar tegenaan.

woensdag 7 april 2010

Héé, interessante foto...euh, grijze wouw?

Geleund over een bord chili con carne tik ik aan het begin van de avond een net binnengekomen mail van Peter Hoppenbrouwers open. 'Hee, interessante foto, grijze wouw?', lees ik. Het nog kleine fotootje showt een grijze roofvogel, grootte niet direct te bepalen, met driehoekige zwarte vleugelpunten. De chili wordt ineens érg heet, een boon zet zich schrap in m'n keel. Slik! Een psychisch proces barst los. De ene cel zegt 'tsja, kan niet anders', de ander denkt aan Blauwe kiekendief, een soort waar ik natuurlijk veel harder op hoop. Wie wil er nu weten dat er zojuist een berezeldzame soort over z'n stad is gevlogen waar ie zelf niet bij was? Ik mail Peter terug dat ik 'denk' aan Blauwe kiek, maar tijdens de reply is de mallemolen al in gang gezet. Gelijk een reactie terug van Peter: 'lijkt me toch Grijze wouw, juveniel heeft geen wybertje'. 'Waar vloog ie langs?' gaat het weer naar Peter. 'Voorstenkamp, 16:54 richting z', is het antwoord. Nondeknetter! Net aan de chat met Tim de Boer, die het hele gebeuren 'live' meemaakt', bel ik Erik van Winden of hij achter een computer zit. De foto gaat zijn kant op, en ondertussen plaats ik gelijk de foto op het adminforum van Waarneming.nl voor commentaar. Het denken wordt té helder en daardoor weer lichtelijk chaotisch: waarom zou ik tegen mensen zeggen dat een 'mogelijke man Blakie', zoals de ontdekster Esther Jansen omschreef, een glasharde Grijze wouw blijkt te zijn?! Het zullen de zenuwen zijn. Het wordt nog spannender als ze tevens meldt dat ze de vogel mogelijk eerder al heeft gezien.

Ondertussen komen de reacties al weer terug, terwijl ik het nieuws via diverse mailcirkels de wereld in stuur én nog eens een zoektocht aan het regelen ben. Bij verschillende mensen geen gehoor, anderen kunnen niet. Erik van Winden weer aan de lijn: die rijdt net met collega Gerard Troost in Hatert. Ik wil mee! We spreken af bij Menno Hornman, die tóch meegaat en een kleine tien minuten later zitten we op de banken bij chauffeur Gerard. Mogelijke overnachtingslocaties worden bedacht en de Hatertse vennen en het Wijchens Ven komen als potentiële bovendrijven. We spreken af dat Menno en ik de Hatertse vennen doen en Gerard en Erik het Wijchens ven. Later pikken ze ons dan wel weer op. De adrenaline giert bij mij door de keel als we uitstappen bij het Hatertse ven. Wat zullen we aantreffen? Ook Menno, langere tijd niet meer 'getwicht', voelt het stromen. Als we langs het ven lopen worden alle boomtopjes bekeken: een Houtduif en Zwarte kraai bepalen het beeld. Bij een eerste ven met meerdere dode bomen houden we halt voor een scan. Grote canadese ganzen honken in de verte en een Roodborsttapuit zingt aan de andere zijde z'n lied. Een voortreffelijke zwoele avond. Nu die wouw nog! Vier Boompiepers vliegen roepend op

Vanaf de uitkijkbult in het ven ontdekt Menno een adult zomerkleed Geoorde fuut, erg fraai zo in de ondergaande zon. Naast elkaar liggen we op de buik om foto's te maken, af en toe kijk ik snel om, om passerende stipjes te checken. De Geoorde fuut is een vaste gast in het ven, de laatste jaren echter wel zeer onregelmatig. Jos belt, hij had nog niets van het nieuws gehoord en zit helaas te ver om acuut bijstand te verlenen. Misschien dat hij nog gaat zoeken. Menno krijgt de vogel erg fraai op de plaat, getuige de onderstaande foto, mijn toestel heeft behoorlijk last van het donker. Of ik ben nog niet helemaal thuis in alle camerainstellingen. Kuierend in een verder stil gebied lopen we het ven weer uit richting St Walrick, waar Gerard en Erik ons weer oppikken. We kunnen elkaar geen positief nieuws brengen, hoewel de Geoorde fuut toch nog even wordt bezocht, zodat Gerard en Erik kunnen delen in deze leuke waarneming. De schemer zet nu snel in, voor vanavond kunnen we weinig meer uitzoeken. Op het open forum van Waarneming.nl kan Esther, die het bericht daar ook had geplaatst, de eerste felicitaties in ontvangst nemen. Het wachten is op morgen. Helaas kunnen wij niet, via de vogelwerkgroepmailcirkel wordt een en ander geopperd en de volgende dag zijn inderdaad mensen gaan zoeken. Gezien het niet bepaald uitnodigende trekweer, grauw en bewolkt, hoopt vogelend Nijmegen én omstreken dat de wouw nog ergens rondhangt en weer gevonden wordt. Het bleef lang stil die dag. Helaas te lang.

zondag 4 april 2010

Twee nieuwe Gelderse soorten: Hop en Kuifduiker

Gisteravond al een beetje zitten bekokstoven wat een plan voor vandaag zou kunnen zijn. Bij Lunteren zit al enige tijd een Hop, een soort die hoog op m'n verlanglijstje voor Gelderland staat. Vorig jaar miste ik in augustus er een in Zevenaar, die verbazingwekkend genoeg was neergestreken in een woonwijk en z'n voedsel bij elkaar sprokkelde op gazonnetjes in achtertuinen en het plaatselijke trapveldje. Tim de Boer vroeg via een chat wat m'n plannen waren en de Hop begon meer en meer te kriebelen. Tim had juist plannen de andere kant op en wil de Kortsnavelboomkruiper bij Berg en Dal proberen. Een sms naar Frank Wagenaar resulteerde in een deal om naar de Hop te gaan zodra hij wordt gemeld.

Er zijn nog geen meldingen als Frank 's morgens aan de lijn hangt:'zullen we maar gewoon gaan?'. Eigenlijk wel een verstandige zet, je moet er immers zelf ook wel wat voor doen. In een uur rijden we naar de doodlopende Loenhorsterweg pal langs de A30 bij Lunteren. Een drietal vogelaars staat al te zoeken, waaronder Remco Jousma. Tevens krijgen we te horen dat de Hop al is gezien. Na een kwartier meldt een van de aanwezigen droog 'daar zit ie, op dat blok onder de silo'. Onder een silo, zo'n honderdvijftig meter verderop bij een boerderij zag ze de vogel kort zitten. Daarna geen spoor meer. Er ontstaat enig reuring als er 'iets' beweegt achter een pallet. Een Turkse tortel komt tevoorschijn. Ik besluit vanuit een andere hoek te gaan zoeken en loop een eind langs de rand van een akker. Een stuk verder is het zicht op de silo's, en een doorgang tussen twee schuren in, stukken beter. Rustig scan ik van rechts naar links, als ik de Hop ineens poetsend op de hoek van een grote witte puinzak zie zitten. WOW! Snel bel ik Remco Jousma op om de rest van de groep in te kunnen lichten. Geen verbinding. Dan maar rennen. Snel erna heeft de inmiddels gegroeide groep vogelaars dit pareltje in beeld, heerlijk! De Hop vliegt van de zak af en laat zich, met z'n schokkerige tred, leuk op de grond bekijken, als het plots mooi is geweest en de vogel opvliegt om tussen de schuren te verdwijnen. Einde voorstelling.

Remco heeft ook de Kuifduiker op het Veluwemeer bij Nijkerk nog in de planning. Deze naar zomerkleed ruiende fuut werd 1 april ontdekt langs de Zeedijk door Tim de Boer. Dit is een klein half uurtje rijden. En hoewel Frank enigzins in gedachte had om snel weer thuis te willen zijn, is hij al snel om. Een mogelijk (tweede) nieuwe soort voor je op een dag laat je natuurlijk niet altijd schieten. We rijden achter Remco aan en met een bui in de rug komen we op de dijk aan. Smienten, Kuifeenden, Tureluurs en donderjagende Grutto's vliegen door de kijker. M'n derde en vierde Boerenzwaluw voor Gelderland (de eersten zag ik boven de snelweg bij Ede) scheren over het wateroppervlak. Stevige druppels zorgen er voor dat Remco en Frank de auto opzoeken. En hoewel m'n telescoop al spoedig vol water zit besluit ik door te zoeken. Een kleine honderd meter verder zie ik de Kuifduiker ineens bij twee Kuifeenden dobberen, niet eens zo ver van de kant. M'n tweede nieuwe Gelderland-soort! Frank en Remco stappen net weer uit de auto, uitbundig zwaai ik dat ze moeten komen. Ze lijken het niet te zien, waarop ik voor de tweede keer vandaag, nu echter volkomen overbodig, een sprintje trek. Overbodig was het overigens niet helemaal: tijdens het bekijken van de Kuifduiker trekt een bui los waar je U tegen zegt. Een lach kan er gelukkig nog af. We rijden nog even naar de Flevozijde van de brug, waar mogelijk Krooneenden zitten. We blijken een verkeerde plaats in gedachten te hebben. Verder dan een paar Krakeenden, Futen en Meerkoeten komen we niet. Tevreden verregend zoeken we ons warme en vooral droge huis op.

vrijdag 2 april 2010

Nog geen hoogte van het 'Plazapaar' Slechtvalk

Lichtelijk verworden tot 'weet je nog'-verhalen komt ie nog wel eens voorbij. Uit het oog uit het hart? Alsof de Middelste bonte specht van de Wylerberg niet meer bestaat. Waarschijnlijk heeft het alles te maken met een harde ontkenningsfase, wie weet. In ieder geval heeft de werkende mens op Natuurplaza weer iets om zich dagelijks mee bezig te houden. Naast het werk dan. Sinds de verhuizing naar Toernooiveld gaat het zowat dagelijks over een paar Slechtvalken die domicilie lijken te hebben gekozen op de pijp bij het ITS.

Het begon met enkele voorzichtige waarnemingen van solitaire valken, zowel van man als vrouw, hoewel al vrij snel toch ook een waarneming werd verricht van twee luidruchtig achter elkaar aan jagende vogels. Daarna werden de waarnemingen regelmatiger en zelfs dagelijks. Zelfs een klassieke zin werd weer van stal gehaald: 'zit 'ie er nog?' is een vaak gestelde vraag in de pauze. Wat er precies gaande is, daar krijgen we geen hoogte van. Door de hoogte. Op woensdag 24 maart zag ik hoe het paartje vaak bovenop de pijp ging zitten en vervolgens naar het midden verdween. Om er soms aan de andere kant weer vanaf te vliegen. Bovenop zitten drie/vier(?) kleinere pijpuitgangen, waar blijkbaar ruimte tussen zit. Bram Aarts zag een dag later zelfs copulerende Slechtvalken bovenop en wederom verdwenen ze naar het midden. 'Woensdags zag ik ook hoe ze onder luid geschreeuw te dicht passerende Buizerds door het luchtruim begeleiden.

Op kantoor wordt van alles gesuggereerd en bedacht. Ik heb zelfs een blik op Google Earth geworpen, in de hoop dat die iets onthuld over de situatie daarboven. Helaas blijft het nog een geheim. Lang de pijp zit een (oude) trap. De gedachte is om een keer een afspraak met de Universiteit te maken om bovenop te kijken. Gelukkig kun je er niet direct op, omdat het eerste deel van de trap er niet is. We kunnen natuurlijk ook gewoon afwachten en onze pauze al speculerend lekker invullen. Regelmatig zitten de vogels ook op de leuning van het vijfde of zesde trapomloopje aan de pijp, een enkele keer zo dicht tegen de pijp dat ze niet eens opvallen.

Vandaag heb ik onder de pijp gezocht naar prooiresten, braakballen of andere aanwijzingen, zoals takjes en zo, maar hier was niets van te vinden. Misschien maar eens een berekening met pijphoogte, windsnelheid en -richting en prooigewicht of iets dergelijks maken. Waarschijnlijk ligt alles in een straal van 50 meter van de pijp of verder. Vanmiddag zat het mannetje langere tijd op het hekje van een trapomloop. Tijdens het opvliegen maakte ik een foto, waarbij in een crop het lijkt of de man geringd is. Volgende keren maar eens beter op letten.

dinsdag 30 maart 2010

Have a break, have a black kite!

Rond het vroege middaguur staat voor de deur van Natuurplaza een groepje waaronder ik, wachtend op 'nog wandelaars?', om een keuvelrondje door Park Brakkenstein te maken. Nou ja, keuvelrondje, een stevige tred wordt ingezet richting de botanische tuin in het park. Op een kunstmatig rotspartijtje met watervalletje -die Waterspreeuw komt wel een keer- schurkt een pad met z'n kont zich achteruit de blubberige bodem van een poeltje in. Een Groene specht roept in de verte, Grote bonte roffelen zich het schompes tegen een boom. Een kleine poging wordt ingezet om een zingende Glanskop in beeld te krijgen voor een fotootje. Na een tijd vind ik 'm, onbereikbaar hoog in de boom. Bijna aan het eind, of zo je wil lezen, het begin van het park schiet een Eekhoorn op een hek en vlot daarna gaat de tocht kwiek de boom in. De rits van de fototas was nog niet eens half open...Onder een groep taxussen zie ik in het donker meer bruine pluimstaarten dartelen. Nog drie Eekhoorns spelen tikkertje in het halfduister. Dan weer rustig, dan als een dolle rondsperend. Gehurkt maak ik foto's, afgewisseld met een genietende blik op zoveel speelsheid. En net als ik dé plaat wil maken, eentje zit fraai dichtbij onder op een stam, schiet een gewassen en met krulspelden behandelde hond het bos in. 'Kijk, dat bedoel ik nou. Dat die poedels tóch nog iets van een jachtinstinct in zich hebben, dat verliezen ze nooit echt helemaal hoor', kwekt er een tegen de ander achter me. Even krijg ik de neiging om te vragen of ze die oversized ruwe schuurspons bij zich willen houden. Maar bedenk dan dat het een openbaar park is en loop door. En dat blijkt voorbestemd.

Net op het moment dat ik door de schuifdeur naar binnen wandel, een passerende Slechtvalk zojuist in de pocket, komt collega Joost van Bruggen zowat horizontaal naar buiten gevlogen: 'Bruine kiek, moet zo overkomen'. Dat zou een nieuwe jaarsoort en Natuurplaza-soort zijn, vanzelfsprekend speur ik dus mee. Nog een aantal gearriveerde wandelaars kijken mee. Niets. Dan ineens roept Joost 'DAAR!'. De recht afgesneden staart lijkt inderdaad op een Bruine kiekendief te wijzen. Alleen het profiel is wat typisch. Niet echt helemaal kiekendief. Als de staart gesloten wordt, is een kleine inkeping, ofwel vorkje in de staart zichtbaar. Zwarte wouw? Zwarte WOUW! Eerst met de kijker en daarna probeer ik snel een foto te maken, hoewel de wouw iets te hoog zit voor m'n camerabereik. Als een golf gaat het nieuws door Natuurplaza, collega's komen naar buiten gehold. Half achter een boom, in de verte, is de vogel bezig richting zuidwesten uit beeld te verdwijnen. Om dan te gaan cirkelen en een koerswijziging naar noordoost in te zetten, waardoor mensen gelukkig alsnog een betere blik wordt gegund. De duimen gaan omhoog. Nadat iedereen, zwaar tevreden, naar binnen is gedrenteld blijf ik met Joost nog even kijken. Ik ontdek hoog een nieuwe roofvogel. Een blik met de kijker leert dat dit wél een Bruine kiekendief is! Een paar andere mensen kunnen we 'm nog net aanwijzen als tie rap in de grauwe lucht doorzwiept naar noord. Een Zwarte roodstaart krast z'n liedje omhoog.

Het kon wel eens leuk worden wat vogeltrek over Natuurplaza betreft, ben benieuwd wat ons nog te wachten staat!

woensdag 24 maart 2010

Roodhalsganzen in de Ambtswaard

Op het Traianusplein schiet heel even de twijfel te binnen: rechts het paadje naar beneden en de Ooijpolder in, of links aanhouden, de brug over en naar de Roodhalsganzen in de Ambtswaard welke hier al een tijdje rondhupsen. M'n lichaamstaal bepaald het, licht hel ik over naar links en stuur zo mijn fiets de Waalbrug over. Bij de Waalstrang van Lent is het rustig, groepen Smienten foerageren op de oever. Net voor ik rechts de Defensiedijk in sla, hoor ik links m'n eerste Fitis voor dit jaar zingen. Op de weilanden in de Ambtswaard is het één blaffende en gakkende bende aan Brand-, Kol- en Grauwe ganzen. Verspreid over een aantal groepen foerageren honderden ganzen. Bij de eerste stop op de Defensiedijk vind ik geen Roodhalzen. Wel spelen drie Roodborsttapuiten, een man en twee vrouwtjes, tikkertje met elkaar en schieten van links naar rechts over de dijk. Dan maar door naar het fietspad tussen de weilanden door. Hier zie ik al snel vlak langs het pad de twee prachtige ganzen lopen, helaas zit er een ruige strook hoog gras tussen mij en de ganzen. Langzaam beweeg ik me naar een iets vrijere uitkijk. Vanaf de andere kant komt een wandelaar met hond, wat er in resulteert dat alles de lucht in gaat. Spoorloos zijn ze.

Na een kwartier vind ik het paartje Roodhalsganzen terug, nu aan de westzijde van het pad in de wei en helaas erg ver. Als ik zie dat er weinig reactie is op een wandelaar, welke over een landweg vrij dicht langs de ganzen komt, loop ik ook rustig die kant op. Vanaf een kleine zeventig meter kan ik ze, zittend op m'n hurken, fraai bekijken. Met telefoon en telescoop is het mogelijk enkele foto's te maken. Ik moet telkens snel zijn, ze zitten vaak half of helemaal verscholen achter de Brandganzen en de glooiing van het terrein werkt ook niet echt bevordelijk voor een langere vrij blik op deze schoonheden. Het valt me op dat bij de een de witte flankstreep eindigt in gelijkmatige franjes aan het eind en bij de ander het wit van de franjes breder is dan het zwart. Wat zou dit betekenen? Zomaar een individueel verschil, of een verschil tussen man en vrouw? Dat zoeken we op. Een blik op de klok leert dat ik richting het werk moet. Langzaam loop ik weer terug naar de fiets en peddel op m'n volgende avontuur aan. Op de pijp bij Natuurplaza blijken namelijk twee Slechtvalken te zitten. Druk kekkerend hangen ze bij de top van de pijp rond, soms er boven op schietend en uit beeld verdwijnend. Wat doen ze daar? Een drietal voorbijvliegende Buizerds worden met een hoop bombarie hun terrein af gejaagd. Ik schiet een plaatje van een Slechtvalk in vlucht, waarna ze de stad in verdwijnen. Een paar dagen later wordt waargenomen hoe er boven op de pijp gepaard wordt. Zouden ze daar gaan broeden? Dat zou heel straf zijn! Én een leuke pauzeinvulling voor de mensen op Natuurplaza!

vrijdag 19 maart 2010

Wederom naar het Wijchens Ven

Onder de wolken zingt de zon glimlach ik, ondertussen al kijkend naar de grauwe bewolking m'n schuifraam gewoontegetrouw voor ontbijt een stukje omhoog duwend. In de tegemoetkomende ochtendkakafonie van zingende Zanglijsters, Merels, mezen, Heggenmus en Roodborst hoor ik vaag iets herkenbaars. Het raam gaat nog een stukje omhoog en ik schuif m'n oor naar buiten. Jaja, daar is tie weer: de Tjiftjaf! Welkom terug jongen! Op weg naar m'n werk let ik op zingende Zwarte roodstaarten, die het nog laten afweten. Dacht ik. Als collega Joost van Bruggen met een kijker door het raam staat te staren vraag ik wat er valt te zien. 'Zwarte Roodstaarten'. '-TEN', vraag ik. 'Ja, drie, daar op de dakrand'. Op de dakrand ontwaar ik drie stipjes. 'Nee, dat is een Witte kwikstaart' meldt Joost als ik op een stipje duid. Even later zie ik het nerveuze trekje van de roodstaart. Vlak erna volgen de andere twee. Zo, die vrolijke jongens zijn dus ook weer terug, het geluid van te laat uit de kroeg rollen zal weer klinken!

In een korte pauze buiten heb ik het met een collega over de Slechtvalk, die regelmatig op de hoge pijp in de buurt zit. Nog maar net uitgesproken vliegt een schim richting de top van de pijp. En passert 'm niet. Toch maar even checken. Met de kijker laat zich een fijne Slechtvalk zien, plukkend aan iets. Als je 't over 't duveltje heb, want wat is tie klein op zo'n afstand! Het is waarschijnlijk dan ook een mannetje. Met een 'onder het linker witte pijpje' licht ik andere collega's in, die ook meedoen aan de 'Natuurplazalijst'.

Om iets over een krijg ik een dankbare sms van Chris Rosmalen: hij heeft het vrouwtje Krooneend weer langs De Vendam op het Wijchens Ven! Laat ik net op dat moment met zware kasten aan het slepen zijn, de energie die vrij komt door de sms laat ik meteen los op de kasten. Alles komt mooi op z'n plek zoals bedacht. Fijn zo'n adrenalinekick. Ook de rest gaat vandaag soepeltjes en iets na vijf ga ik wederom op het Wijchens Ven aan, ditmaal linea recta. Voor de zekerheid had ik al eerder de snelste route naar het ven toch maar in m'n hoofd opgeslagen. Na de snelle fietstocht kom ik aan de noordkant van het ven, in de buurt van de plek, aan. Gelijk de eerste eend die ik zonder kijker in beeld krijg vanaf deze plek, duikt direct onder. De andere stipjes zijn Meerkoeten. Een paar seconden later ploept de eend weer aan het oppervlak. Appeltje eendje dit keer: het vrouwtje Krooneend kijkt alert om zich heen en duikt soms met een licht sprongetje weer naar diepere gronden.

Ik fiets door naar de Vendam zelf en ga lekker op de oever zitten. Na eerst vrij op het water te hebben gezwommen trekt de Krooneend steeds meer richting oever en verdwijnt soms net in een bocht onder over het water hangende takken. Misschien de reden waarom ik 'm op de 17e heb gemist? Schuin links voor me steken de spitse staarten van twee onder water hangende Knobbelzwanen recht omhoog, in een boom langs de oever een stuk verderop steken de silhouetten van een paar Aalscholvers als kaarsjes in een boom af tegen de achtergrond. Ze zullen hier waarschijnlijk wel ter ore gaan. Na een heerlijk mijmermoment is het tijd dat ik ook richting slaapboom rij en over een fietspad langs de Hatertse Vennen, waarbij geluidjes van Kuifmees en Goudhaan m'n oor kriebelen, sluit ik een voortreffelijke voorjaarsdag af.

woensdag 17 maart 2010

Kauw op de grond, voorjaarswarmte in de lucht

Het is dat ik ze vanochtend niet zo snel kon vinden (nog in de doos in de berging) en de enige die ik al had gedragen in de was zat. Anders had ik vandaag zéker een korte broek aangedaan. Nou ja, zo'n knielengtegeval dan. Ietwat fris in de start, daarna op vol lenteniveau. Dat beloofd een heerlijke dag te worden! Dat bleek ook wel uit de regen aan meldingen van terugkerende zomervogels als Tjiftjaf en Boompieper in Nederland. Op de mailcirkel van de trektellers wordt melding gemaakt van ongekende, maar zeer hoge (oost)noordoostwaartse vogelbewegingen, wat te zien is op radarschermen. Trektellen.nl wordt door Nederlandse vogelaars nauwlettend in de gaten gehouden wat er in de zuidelijke landen allemaal gebeurd. Er komt wat op ons af!

De laatste tijd hou ik me steeds meer bezig met de gedachte hoe je 'gewone' mensen bewust kunt laten worden van en kunt betrekken bij al het natuurschoon wat in hun omgeving te zien is. En de aandacht van die mensen is vaak alleen te triggeren met iets 'bijzonders'. Zogenaamde 'verjaardagspraatjes'. Aangezien mijn interesse steeds meer groeit in een niet vaak bedocumenteerd gemengd broedgeval Noordse kauw met een gewone in de Nijmeegse wijk Brakkenstein, dacht ik, kom laat ik het eens proberen met een stukje voor de regiokrant. Samen met een foto stuur ik dan ook een mail naar de Gelderlander. Tot m'n verbazing wordt het opgepikt en krijg ik een mail met de vraag om nadere details. Ook vragen ze of ik misschien foto's van de Noordse kauw bij de schoorsteen heb, ter illustratie van het broedgeval en de plek. Maar die heb ik helaas (nog) niet. Ik beloof dan ook dat ik in m'n pauze ga kijken of het paar bij het nest zit. In plaats van over de Heijendaalseweg er naar toe te fietsen neem ik de Driehuizerweg. Het was zo bedoeld. In een groep Kauwtjes in de berm zie ik al snel het witte halve maantje van de noorderling. Ik parkeer m'n fiets aan de rand van de weg in de buurt van het groepje, leg m'n fototoestel op het zadel en begin de groep te bestuderen.
Er foerageren acht Kauwtjes, de paartjes zijn duidelijk te herkennen. Als de een links gaat, gaat de ander er als op een onzichtbaar commando rustig achter aan. Snorre, zoals ik de Noordse kauw heb genoemd, en partner wijken hierin niet af en blijven trouw dicht bij elkaar. Leuk detail is dat kauwtjes hun hele leven, voor zover mogelijk, bij elkaar blijven! Rustig wandelen ze rond, om af en toe druk de bladeren los te peuteren. Soms pikken ze wat woester door het bladerdek heen, waarbij de bladeren in het rond vliegen. Wat ze nu precies eten krijg ik helaas niet te zien. Met een oog kijk ik door de zoeker van de camera, met het ander volg ik ze 'live'. Als ik de Noordse niet meer kan vinden gebruik ik beide ogen en zie zo dat Snorre mét partner, op drie meter voor me op de stoeprand recht op me afloopt. Rustgevend en een intrigerend schouwspel om te zien hoe ze van alles inspecteren, omdraaien en dan met een zijwaarts schuin naar de grond gericht koppie het resultaat van de woeling bekijken. Zouden ze kijken, of misschien juist luisteren? Snorre komt, alsof er niets aan de hand is, steeds verder naar me toe gelopen. Dat doet me toch wel wat, dat 'niets-aan-de-hand-gedrag'. En tegelijkertijd ben ik nieuwsgierig wat er allemaal in hun koppie rondgaat. Opeens kijk ik doodstil in zijn/haar(?) ogen, waarna ze, de partner loopt er natuurlijk gewoon vlakbij, rustig de grasberm op- en van me aflopen. Achter me langs komt de een na de andere fietser voorbij, voor de kauwtjes niets ongewoons. Door scholieren met een iets te hoog geluidsniveau vliegen ze op, maar strijken verderop weer neer. Een passerende vrachtwagen is echter wel too much. de hele groep vliegt op en in tweetallen vertrekken ze de woonwijk in.

Snel fiets ik naar de schoorsteen aan de Heijendaalseweg, om te kijken of ze hier heen zijn gevlogen. Vanaf de Driehuizerweg komen wel tweetallen aangevlogen, die of in een boom of bij een schoorsteen gaan zitten. 'Het' paar blijft helaas weg. Weer sta ik te kijken van het aantal Putters die in de wijk rondvliegen. Tijd om weer aan het werk te gaan.

Zo gaat het vaak: ik denk 'goh, daar zou ik eigenlijk wel weer eens heen willen', maar dan komt het er maar niet van. Zo ook met recreatieplas de Berendonck ten zuidwesten van Nijmegen. Eigenlijk een best interessante plas. Ooit zag ik er een Noordse Stern en er verzamelen zich meeuwen voor ze naar een slaapplaats elders vliegen. De plas is aan een zijde omzoomd met rietkragen en struiken en bomen. De melding van een vrouwtje Krooneend op de plas is genoeg om me te doen besluiten na het werk die kant weer eens op de te gaan. Het is inmiddels na vijven en het weer is heerlijk aangenaam zwoel. De zon gaat al met één oor richting de horizon, als ik vanaf m'n werk in zuidwestelijke richting begin te fietsen. Dat betekent een route door de zuidelijke wijken van Nijmegen en als je er niet zo bekend bent, is het altijd een crime om je er een weg doorheen te banen. Op de een of andere manier heb ik een soort onzichtbaar pendelloodje voor m'n hoofd hangen die me leid. Alleen zit ik neuriënd en wiegend met m'n hoofd zwaar te genieten van het heerlijke weer. Waardoor ik kriskras links/rechts door de wijken heen pendel. En op de een of andere manier precies helemaal goed!

Ik kom in de wijk Dukenburg uiteindelijk ook over de weg 'Staddijk' waar ik, behoorlijk verbaasd, langs een paar Scholeksters op de rand van een vijver rij. Hoewel ze net een tijd terug in de regio zijn, had ik ze niet al op een plek als deze aan de rand van een woonwijk verwacht. Wat hebben ze hier te zoeken? Nog wat poetsend, half slapend staan ze aan de rand te wachten op de nacht. Iets verder schiet een Waterhoen de hoek van de vijver in. Na een paar honderd meter duik ik door de fietstunnel onder de A73 en kom op de Berendonck. De waarneming van de Krooneend staat me niet helemaal helder voor ogen, iets met bruggetje tussen twee waters. En verderop is er zo een weet ik. Onder begeleiding van zingende Zanglijsters, Heggenmussen, Merels en Roodborsten en een groepje Koperwieken kom ik aan op het bruggetje.

Vanaf hier heb ik een vrije blik op een rustige Berendonck, badend in het avondlicht. Een groepje Kuifeenden voor me kent geen Krooneend en ook de baltsende Futen schudden 'nee', alsof ze niet weten waar de Krooneend uithangt. Na enkele foto's bedenk ik dat het Wijchens Ven, iets verderop, ook zo'n tussen-twee-water-situatie kent. Bij het passeren van een hek lees ik een bord met een tekst in de trant van 'Pas op. Golfterrein. Laagvliegende ballen'. De enige golfer die ik zie trekt de andere kant op, ik meen dan ook redelijk veilig te kunnen passeren. In de verte dobbert iets lichters, iets bruingrijzigs tussen de Kuifeenden. Zou het 'm zijn?! Vanaf een bruggetje stel ik de telescoop op, die vervolgens een vrouwtje Tafeleend op m'n netvlies drukt. Ik blijf wat vertwijfeld, de wens van de gedachte. Ze weigert hardnekkig haar kop uit de veren te halen. Toch is het duidelijk een vrouwtje Tafeleend. Vlak voor me laten Kuifeenden een bedrukt, knorrig 'mfrr' horen, een Meerkoet zit verscholen onder een overhangende tak op het nest.

Veilig bereik ik de andere kant van het golfterrein, waarna een eerste blik over het Wijchens Ven Wilde eenden, een paar Knobbelzwaan, een overvliegende Witte kwikstaart en zingende Heggenmussen oplevert. Niet veel later sta ik op 'De Vendam', de weg die het Wijchens Ven in tweeën deelt. Werkelijk vlak voor me dobberen twee slapende paartjes Kuifeenden op het water, die ik met een zonnetje in de rug geruime tijd bekijk. Door mijn camera zie ik hoe de mannetjes met een konstant waakzaam geel oogje in de gaten houden. Als ze door de beweging van het water dreigen met de rug naar me toe te komen, geven ze net even een extra slag, om weer een oogje op me te hebben. Een Roodborsttapuit roept ergens rechts van me, waarbij ik weet dat daar een ruig terreintje is. Helaas ook hier geen Krooneend, thuis zie ik dat dit wel de goede plek was. Het begon echter al zo te schemeren dat ik niet de plas in de verte heb bekeken. Een Groene specht vlak naast me weet waarschijnlijk meer en lacht me uit.

Langs de noordkant van de Berendonck fiets ik weer richting het bruggetje op de Berendonck. Snel check ik toch nog even het, toch écht wel, vrouwtje Tafeleend. Hierdoor beland ik op een paadje wat uiteindelijk niet echt meer op een wandelpaadje lijkt. Diep door het blubber blijk ik een mountainbikeroute te volgen. Stoppen en omdraaien betekent onherroepelijk modderpoten. Ik stap over op de 'modus' mountainbiken en maak af waar ik aan begonnen ben. Met droge schoenen én vetvrije ketting kom ik na honderd meter weer op een fietspad. Het onzichtbare pendelloodje voor m'n ogen leidt me feilloos naar huis. Waarom heb ik toch het idee dat ik me net een postduif voel?

vrijdag 12 maart 2010

Wat in de pijp broedt verzuurt niet

Ik schrijf er niet zo vaak over, een 'love-story'. Ik geloof dat eigenlijk m'n enige echte die over m'n grote vriendin, met beide banden op de grond en ijzeren karakter, op 1 januari 2009 was. Het kan en mag dus wel weer. Dit verhaal kan misschien zelfs ontaarden in een heuse driehoeksverhouding. En dat zijn altijd smeuïge verhalen. Schijnt. De 'relatiemakelaar' in deze is Bram Aarts, die op 10 maart langs de Heijendaalseweg in Nijmegen een Noordse Kauw ontdekt tijdens zijn fietstocht naar het werk. De kauw is bladmateriaal aan het verzamelen en vliegt hiermee naar de schoorsteenpijp op Heijendaalseweg 273. Dit lijkt dus sterk op een broedgeval te wijzen en is daarom bijzonder te noemen. Om tot een persoonlijkere relatie te komen geef ik de kauwtjes hun eigen adres: Heijendaalseweg 273-3hoog. De wederhelft is een gewone Kauw. Wie nu van welk geslacht is, is een leuke taak om uit te vogelen. Maar hé, daar komt het woord vogelaar ook vandaan.

Anyway, als Sjak Gielen ook de Noordse weer meld besluit ik vandaag in mijn pauze maar eens vijf minuten te fietsen en de locatie te bekijken. Nummer 273 is snel gevonden en op de rand van de schoorsteen komt al snel een kauw aangevlogen welke aan z'n witte kraag te zien de Noordse is. De vogel hipt wat rond en staat af en toe voorover gebukt in de pijp. 'KAW! kaw kaw kaw' hoor ik in gedachten echoën, me inbeeldend of zo'n kauw er nu ook niet genoeg van kan krijgen te roepen in zo'n echoput. Even later is de Noordse weg en zit de 'gewone' er. Met een 'wat doet die knakker daar?' zit een buurtbewoonster tegen haar raam gekleefd. Ik overweeg maar eens kennis te maken als ik hier vaker zal rondhangen. Inschattend rondfietsend zoek ik een hoek van waaruit ik een goede blik op de schoorsteen heb en misschien foto's van de vogels er op kan maken en bekijk de omgeving. Niet lang daarna zit het gemengde paar samen in een boom langs de straat.

In de wijk krioelt het van de Kauwtjes, her en der zitten ze bij een schoorsteenpijp of schommelen ze met z'n tweeën langs de stoep op zoek naar voer. Ook het gemengde paar vliegt naar de grond, waarna ik er achteraan schommel, in de hoop dat ze me op die manier zullen accepteren. Ik voel een leuk project opkomen. Zo dicht bij m'n werk kan ik in de pauze mooi de verrichtingen gaan volgen. En is het niet om een Noordse kauw eens nauwkeurig te bekijken, en een bijzonder broedgeval te volgen, dan ben ik wel gevallen voor hun doordringende koude azuurblauwe ogen. Als ik daar te diep in ga kijken moet ik oppassen mezelf niet te verliezen bedenk ik. Iets verder zijn ze neergestreken op een gazonnetje, waar ik m'n eerste foto's maak. We kennen elkaar nog niet zo goed, en blijkbaar kom ik te ver in hun persoonlijke cirkel. De Noordse kauw vliegt naar het dak, waar ik een foto van 'm maak. Thuis zie ik dat er iets van een wit 'snorretje' te zien is. Ik geef de Noordse dan ook de naam Snorre, wat zelfs een echte Noor(d)se naam schijnt te zijn.

Daarna duikt het echtpaar een volgende tuin in, om vervolgens naar de overkant van de straat een dak op te vliegen. Na een tijd vertrekken ze gezamenlijk de Pastoor Wichersstraat in en verdwijnen uit beeld, waarop ik weer aan het werk ga. Thuis zoek ik het artikel van Rudy Offereins over herkenning en het voorkomen van Russische en Noordse kauwen in Nederland weer eens op. De Nijmeegse Europese kanaries lijken te zijn vertrokken, mijn volgende interesse is al weer aangewakkerd. Er zullen dus zeker follow-ups komen. Hier links nog een foto van de 'gewone' van het stel. Hopelijk kom ik er dus achter wie van welk geslacht is. En ben nu al nieuwsgierig naar hoe eventuele jonkies er uit zullen zien.

Na het werk is collega John van Betteray bereidwillig mij te helpen wat kasten te verhuizen van het oude SOVON-kantoor naar mijn huis. Samen met collega Jeroen van Zuylen komen we aan op de parkeerplaats bij Natuurplaza, waar John de bus heeft staan. Als ik in de verte een rover zie vliegen pak ik de kijker erbij. Al snel ontdekken we dichterbij nog een bel Buizerds. Loom, alsof het warm lijkt daarboven, cirkelen ze op hoogte naar het oosten. En telkens komen er Buizerds bij, een machtig mooi gezicht! De temperatuur lijkt ook iets te zijn gestegen. Zouden ze hier van profiteren? Uiteindelijk tellen we er dertig en vertrekken dan. Het is in ieder geval een heerlijk begin van m'n weekend: eindelijk de boekenkasten verkregen die ik zocht, verwend met een mooi aantal Buizerds op trek én een nieuw project.