donderdag 26 september 2013

Rosse waaierstaart, Arendbuizerd en Noordse Boszanger: een strakke twitchtocht!

Waarnemingen met foto's die een andere soort laten zien dan de naam die een waarnemer er aan geeft. Zijn ze zich hier bewust van, dan plaatsen ze een vraagteken bij de waarneming, en stellen ze de vraag wat op de foto staat. Op het forum zijn speciale topics voor mensen die willen weten wat ze hebben gezien of wat op hun foto's staat. Onjuiste determinaties, of onzekerheid er over, een dagelijks wederkerend verschijnsel op Waarneming.nl. Heel soms duikt tussen die waarnemingen, of op het forum, een vraag om (her)determinatie op, waarbij een toegevoegde foto onverwachts tot een spectaculaire ontknoping kan leiden. 
Rond half acht gisteravond schrijft Henry van Lierop op het forum van waarneming.nl dat hij die middag in de Vereenigde Harger- en Pettemerpolder een Gekraagde roodstaart heeft gefotografeerd, maar dat enkele kenmerken niet kloppen voor die soort en eindigt met de vraag of dit een Gekraagde roodstaart is. En voegt drie foto's van de vogel toe. Tien minuten later reageert iemand dat de vogel zowaar wel op een Rosse Waaierstaart lijkt, waarna Garry Bakker met grote letters schrijft: DIT IS EEN ROSSE WAAIERSTAART! Een droog bericht dat Marc van der Aa acht minuten eerder plaatste in het topic Zeldzaamheden 'Heren, gein of niet toch maar effe van dittum. Rosse waaierstaart' sloeg blijkbaar niet direct aan. In een klein half uur is een vraag over een algemene uitgedraaid op een nieuwe soort voor Nederland! Het nieuws verspreid zich als een lopend vuurtje, binnen een half uur stijgt het aantal online-forumbezoekers naar 338, hoogst waarschijnlijk om met eigen ogen de ontmaskering te lezen. Henry fotografeerde de Rosse Waaierstaart rond half vijf aan Kamperkade  terwijl deze stil op slootbagger op de kant zat. Hij wist enkele plaatjes te maken voor de vogel enkele meters naar achter verdween en gaat dan verder omdat het slechte licht geen betere foto's zou opleveren. 

Al rond half zeven hebben de eerste die hard twitchers post gevat voor de boerderij aan de Kamperkade, tot zeven uur zwelt de groep naar zo'n zeventig twitchers. In de rest van Nederland maakt een snel groeiende groep vogelaars zich thuis op om deze donderdag straks gewoon aan het werk te gaan. Tot men hiervoor de deur uit moet, zal menigeen nagelbijtend wachten op nieuws uit het veld. Werkroosters worden bekeken op gaatjes, de mogelijkheid tot schuiven of gewoon vrij. Mocht de Rosse Waaierstaart er nog zitten dan zullen heel wat belangstellenden alsnog proberen af te reizen.
Aan de Kamperkade zijn ondertussen al zo'n honderd mensen in het eerste licht naar de waaierstaart aan het zoeken als iemand roept hem in beeld te hebben. De hele groep rent hysterisch naar de plek, mensen raken gefrustreerd door onduidelijkheid over de exacte plek. De Rosse waaierstaart foerageert vrij op de oprit van het erf, er tegenover dringen vogelaars om een goed uitzicht. Een abrupt einde lijkt voor de vogel in zicht wanneer vanaf het erf een auto recht op de vogel afrijdt. Deze vliegt op, en keert daarna terug naar zijn stek. De vrouw in de auto rijdt nu recht op de ca 200 vogelaars aan en schrikt zich een hoedje. Daarna is het aan de rest van vogelend Nederland zich een hoedje te schrikken: al om 7:19 komt via Dutch Bird Alerts 'de piep' binnen: BAM! Zit er!

Gisteravond tijdens de rit van de Maasvlakte terug naar Arnhem zitten Jasper en ik er al weer op te zinnen vandaag wéér naar de Maasvlakte te gaan, mocht deze ochtend blijken dat de Noordse Boszanger er nog steeds zit. Tegen vijf uur 's avonds naar een soort gaan, waarvan de trefkans na 16:30 zakt naar nul, zorgt bij voorbaat al dat de kaarten er slecht voor liggen. Ondanks de niet al te hoge verwachtingen, evengoed baal je dan wel. Vandaag zouden we dan ook eerder gaan, niet alleen omdat zijn activiteit gepiekt over de dag lijkt te liggen, met meer uren is de kans op een zichtwaarneming ook groter. De uitwerking van ons plan verloopt alleen niet zo soepel, voor we aan de haken en ogen beginnen zet ik op facebook de vraag of er morgen mensen naar de Maasvlakte willen en plek voor twee hebben. De makkelijkste optie, Joep en z'n auto, valt al snel af, hij heeft al andere plannen. Een andere optie is de auto van z'n ouders lenen. Die staat alleen wel in Beneden-Leeuwen. Hoe komen wij tot elkaar: Jasper vanavond gelijk door, of vanochtend pas ophalen en terug, of wij samen naar Beneden-Leeuwen. Anyway, een verrassend bericht rond acht uur zet alles op z'n kop: de ontdekking bij Petten van de Rosse Waaierstaart. Snel zet ik op facebook dat ons plan stante pede is gewijzigd en nu vervoer voor twee naar de Kamperkade wordt gezocht. Ook zet ik de ontdekking op de Arnhem Alert-whatsapp, waar eerste reactie snel volgen. Wanneer Joost van Bruggen schrijft wel te willen gaan, maar pas vanaf 11:45 reageer ik gelijk. Door later op de dag te gaan heb ik in het verleden best wat leuke soorten gemist, doordat ze 's morgens al waren gevlogen. Pas 11:45 vertrekken valt me dan ook zwaar, maar met liever iets dan niets regel ik met Joost het vervoer voor Jasper en mij. Later op de avond stuurt Jasper ineens het bericht dat Joep wel wil rijden. Als de waaierstaart er nog zit eerst daarnaartoe, Joep pikt ons om half negen dan op bij het politiebureau in het centrum. Het beloofd helemaal een leuke dag te worden als Joep Arendbuizerd en NoBo ook op het programma heeft staan. 

Jasper stuurt me om 7:42 al een bericht dat de Rosse Waaierstaart er inderdaad nog zit. Door een licht slaapgebrek mis ik zowel het geluid van het bericht, als m'n wekker. Gelukkig belt Jasper me ruim voor vertrek nog eens, na bliksemsnel in de kleren te zijn geschoten trap ik me wakker naar het bureau. Ruim op tijd verdwijnt de fiets op slot in het rek en wachten we op Joep. Hij had zich door een file moeten worstelen, iets later dan gepland draait hij bij ons de hoek om. Het rijden zonder navigatie gaat tot Amsterdam probleemloos, mijn slaperige bemoeienis bij een te nemen afslag -'nee rechtdoor!'- zorgt voor lichte paniek, later bleek het wél de goeie keus. Na Alkmaar is het een kwestie de provinciale N9 noordwaarts, een keer links en hoppetee. Zodra links in de verte bij Groet de duinen overgaan in de Zeewering voelt de eindsprint ingezet, door trage voorgangers en een inhaalverbod wel een van de slappere. De ingezette eindsprint lijkt te sneuvelen wanneer Joep bij Zijpersluis ons een parallelweg in dirigeert. Met in gedachten de parkeerplaats aan het begin van de Kamperweg waar twitchers naar worden verwezen, lijkt bovenlangs via N502  aanrijden mij het snelst. Nu knallen we zigzaggend over Molenweg, Oude Schoorlse Zeedijk en Koogerweg. Halverwege de Mosterdweg ligt deze over een gemaal, in de snelle passage bovenlangs werp ik een blik vooruit, en zal Joep helemaal gelijk moeten geven met deze route. Bij een boerderij recht voor ons ontwaar ik een flinke massa mensen, daar is het! Een eerste poging aan deze kant te parkeren mislukt, de smalle Kamperkade biedt net geen ruimte om de grote trekker de bermen te laten maaien.
Nadat Joep en ik zijn uitgestapt rijdt Jasper naar de parkeer plaats aan het begin. Ik sluit me aan bij de groep die links van de boerderij in de bocht staat. Vanaf hier is goed zicht op een ijzeren hek dat zo'n dertig meter verder aan de rand van het erf staat, een plek waar hij volgens zeggen soms terugkeert. Verder naar achter, waar het erf ophoudt bij een wit schuurtje, kijk ik recht op de inmiddels bekende sloot met bagger op de kant. 
Binnen tien minuten na aankomst begint het al te gonzen. Een aantal slimmeriken is op de Hondsbossche zeewering gaan zitten en zou vanaf deze hoge positie de Rosse Waaierstaart nú in beeld hebben. Net áchter het witte schuurtje en zodoende buiten ons zicht. Blijkbaar heeft ook een flink aantal uit onze hoek de vogel nog niet 'in the pocket', in groepjes lopen ze haastig de paar honderd meter naar de dijk. Hemelsbreed zit er tot de vogel zo'n 250 meter tussen. Naast te gehaast is het me ook te ver.
Met de verwachting dat ik deze megasoort voor het eerst bij het hek zal zien ga ik langs de weg zitten. Met de telescoop bekijk ik de gezichtsuitdrukkingen op de dijk. De zoekende, afwachtende of rondkijkende blikken lijken te vertellen dat ze nu niets zien. Wat me nieuwsgierig maakt waardoor iedereen dan net naar de dijk werd getrokken, en stuur Jasper een whatsapp of ze de vogel nu in beeld hebben. Voor zijn reactie er is komt de voorhoede van ons groepje in beweging, opgewonden gaat rond dat hij vlak voor ons zit. Dan kom ik er achter net te laag te zitten, hij zit zo dichtbij dat een heuveltje tussen ons net 't zicht belemmerd, fuck! Al doe ik het snel, drie poten verlengen is kostbare seconden verspelen, het zoeken daarna tikt er nog ettelijke af. En dan blijft m'n blik hangen aan iets rossigs op de grond, net links naast het ijzeren hek. Snel stel ik de scoop goed: met beide pootjes op de klei staat daar de Rosse Waaierstaart! 
Klein, maar zéér fraai!   foto Bart van Hoogstraten
Met de rug grotendeels naar me toe staat hij daar, de borst fier vooruit, de staart recht omhoog. Half omgedraaid, met de snavel iets omhoog kijkt hij onze kant op. De fiere houding en het donkere kraaloogje onder de witte wenkbrauwstreep stralen niet alleen een soort onbevreesdheid uit, het lijkt ook gewoon een ordinaire patser. Het eerst wat in me opkomt na onze kennismaking is niet eens: 'hebbes!', maar 'shit, wat ben jij klein zeg!!' De nodige verspeelde seconden in de valse start wreken zich, voor ik aan de details kan beginnen verdwijnt de vogel weer naar achteren en uit beeld. Het duurt nu langer voor er weer iets gebeurd, ik besluit naar de groep mensen die verderop langs de weg staat lopen.
Niet alleen om misschien een betere positie te vinden, ook zijn er aardig wat bekenden aanwezig. Vanaf mijn nieuwe positie heb ik vrij zicht op het stuk ruige slootkant waar één bloeiende distel in de gaten moet worden gehouden. Daar in de buurt hangt hij rond. Inderdaad steekt hij sneaky een paar keer alleen z'n kop en stuk lijf tussen het beige gras omhoog. Weet je waar, maar vooral ook hóe te kijken dan is een glimp opvangen op zich niet zo moeilijk. Maar het uitleggen aan iemand die zelfs door je ingezoomde telescoop niet weet waar te kijken, is dan behoorlijk lastig. Zodra het zonnetje een keer iets langer doorzet gaat hij, tot vreugde van de minder scoop bekwamen onder ons, langer bovenin de ruigte zitten. Ondertussen tikt onze klok gewoon door. Willen we zoals gepland niet te laat bij de Noordse Boszanger zijn, dan moeten we nu niet veel langer blijven. De rit snoept toch ook weer een uur en drie kwartier van onze tijd af, en natuurlijk gaan we voor Joep ook naar de Arendbuizerd.
Gelukkig is daar Aart Vink die om tien voor twaalf uitroept dat de vogel vrij op het ijzeren hek zit. Met zo'n actie hoopte ik al deze twitch te kunnen afsluiten! Bijna helemaal links in het hek, op de een na hoogste stang zit de Rosse Waaierstaart! De afgenomen bewolking geeft de zon kans om door te breken boven zijn onverwachte nieuwe stek. In de minuten die hij er zit stel ik me voor hoe hij elk warme zonnestraaltje gretig absorbeert, ondertussen worstelend met de grote vraag hoe hij in godsnaam op een plek als deze, met zulk koud baggerweer terecht kon komen. Nadat het rossige propje het lange gras weer had opgezocht blijven we nog zo'n vijf minuten kletsen over deze megasoort en de gave afsluiting, die is binnen! Op naar de Maasvlakte, waar Noordse Boszanger en Arendbuizerd volgens Waarneming.nl nog steeds aanwezig zijn.
De lange rit naar het zuiden gaan doezelend en half slaperig langs me heen, het laatste stukje Maasvlakte een déjà vu. Eerst rijden we naar de Arendbuizerd, met de verwachting die makkelijk te kunnen scoren, zodat er daarna meer tijd voor de boszanger is. Net als gisteren sluiten we de auto aan bij de aanwezigen, op afstand is al te zien dat ze omhoog kijken: de Arendbuizerd vliegt dus. Ver weg, tussen de grote windmolens op de dijk, cirkelt een rover die inderdaad de nieuwe soort voor Joep blijkt te zijn. Verwend door gisteren is dit niet waar je naar uitkijkt. Het ziet er ook niet naar uit dat de grond wordt opgezocht, langzaam cirkelt hij onze kant op. De kenmerken in vlucht zijn door het licht wel goed te bekijken. Zeker wanneer de Arendbuizerd recht over ons heen naar het noorden flapt, en we de zon in de rug krijgen, zijn de herkenbare ondervleugeltekening, de roestkleurige buikvlek en de lichte kop goed te zien.
Samen met een paar gewone Buizerds wint de Arendbuizerd hoogte, zeilt weer door blijft dan op grote afstand hoog cirkelen. Even lijkt het er op dat hij weer onze kant op komt, na een tijd wachten en kijken lijkt dit er niet in te zitten en we hakken de knoop door. Op m'n vraag of Joep deze nieuwe soort voor hem goed genoeg heeft kunnen bekijken reageert hij met tevreden te zijn, waarna het moment aanbreekt die laatste megasoort binnen te gaan halen! 
Voor Joep is het nieuw, Jasper en ik sjokken voor de tweede dag over het pad langs de Westplaat. Eerst door het mulle zand tussen de lage duindoorns, daarna een stevig pad met rechts hoge meidoornstruiken en links hoge bomen met eronder struiken. Voor ons ontvouwt zich een bekend tafereeltje. Al dan niet in groepjes staan vogelaars naar de bomenrij te kijken en luisteren. Net als gisteren liet de Noordse Boszanger eerder op de dag zich al een paar keer horen. Na tien uur vanochtend is hij helaas niet meer zien. Grepen we gisteren er helemaal naast, door pas aan het eind van de middag aan te komen, nu we er om twee uur al zijn ben ik een stuk optimistischer. En het lijkt ons inderdaad mee te zitten: al na een half uur beginnen iets verderop een aantal vogelaars voor een open stuk in de haag driftig te wenken: hij roept
Met een korte sprint sta ik al naast ze en hoor een scherp 'tziet' aan de andere kant van het lage open deel. Het klinkt een klein beetje als een Geelgors-roepje bedenk ik, terwijl de boszanger zo'n tien keer het opvallende geluid laat horen. 'Rekening houden met fans' heeft ie nooit van gehoord, hij zwijgt dan ook weer voor iedereen er is, gefrustreerd of beteuterd kijken deze rond. Nadat de vogel in dit stuk opdook, richt het zoeken zich op het open deel in de haag en de directe omgeving. Meerdere vogelaars houden het ook voor gezien: na uren wachten met alleen een paar keer de roep vinden ze het mooi geweest. Ze vertrekken en de groep slinkt nu naar zo'n twintig man. Een klein uur stilte is voorbij wanneer een herhaald 'tziet' klinkt vanaf vrijwel dezelfde plek als net. De zanger is geen meter verplaatst! Gespannen en gedreven zoekt iedereen nu de struiken, vooral lage abeeltjes, voor ons af.
Na een half uur roept Hans Verdaat ineens dat hij 'm ziet, in een topje van een jong boompje. Binnen de paar tellen dat we bij hem zijn is de vogel al weer in het dichte groen onder hem verdwenen. Met gierende adrenaline worden boompje en omgeving met kijkers afgestroopt op beweging. Dan is Marijn van Oss zo snugger om vanuit een andere positie, een paar meter naar links, te gaan kijken. Binnen een minuut alarmeert hij 'hier zit ie!' waarna als een gek de hele groep verplaatst en zich om Marijn heen schaart. Ongeveer drie meter in de haag foerageert -'het is 'm!'- de Noordse Boszanger rustig van tak -'wauw!'naar tak, langzaam onze -'gááf!'- kant op, om te eindigen in de eerste abeeltjes waar we tegen aan kijken. DIT VERWACHT JE TOCH NIET! WAT EEN BEEST!
Noordse Boszanger  foto Marijn van Oss
Iedereen gaat uit z'n dak
. Ik ben iets achter de groep gaan staan, vanaf een kleine verhoging richt ik de telescoop op het bewegende voor me en zoek even. Dan knalt een ongelofelijke lel van een witte wenkbrauwstreep door m'n lens. Ook het vleugelstreepje en andere kenmerken zijn goed te zien. Schitterend, wát een beest! Door de jonge abeeltjes op zo'n zeven meter voor ons scharrelt vlak boven de grond rustig onze derde megasoort voor vandaag voorbij. Door de telescoop is het net of er slechts een paar centimeter tussen ons zit. Razendsnel gaan camera's af, anderen volgen met hun kijker, we worden getrakteerd op een schitterende show van zo'n twee minuten waarna langzaam de vogel weer naar achteren verdwijnt.
In de groep vindt een enorme ontlading plaats. Gejuich gaat op, felicitaties gaan over en weer. De gemaakte foto's worden op de camera bekeken en met een telefoontje mensen die net waren vertrokken teruggeroepen. Na urenlang wachten, sommige zijn er al sinds 10 uur vanochtend, en alleen de roep te horen, is dit een spetterend slotstuk. Na een kwartier vertrekt ook vrijwel iedereen. Meer is er niet. Op weg naar de parkeerplaats rennen de eerste gealarmeerde mensen ons al weer tegemoet. Of hij er nog zit? Geen idee. Maar hij was wél gaaf!
Zoals gebruikelijk bij een bezoek aan de Maasvlakte rijden we later enkele files in. Het gaat langs me heen. Als Joep ons later weer bij het politiebureau in Arnhem afzet fiets ik naar huis op de automatische piloot. Dezelfde toestand waarin voor mij twee superdagen begonnen: twee ouderwets geweldige en gezellige twitches, drie nieuwe megasoorten en 770 kilometer rondreizen: kikke!


De Rosse Waaierstaart Erythropygia galactotesis is een behoorlijke zeldzame dwaalgast in NW-Europa en nieuw voor Nederland. Indien aanvaard door de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna betreft het de 505e soort op de Nederlandse lijst. Een aantal kenmerken wijzen op de ondersoort galactotes, de Westelijke Rosse Waaierstaart. 

Toy Janssen is één van de vogelaars die vanochtend ging zoeken en 'm terugvonden, zijn verhaal met fraaie foto's op zijn weblog. Een ander verhaal over de ontdekking en informatie over de soort staat hier op Dutch Birding De vogel werd tot en met 27 september gezien, zoekacties de 28e werden laat in de middag zonder resultaat gestopt.

woensdag 25 september 2013

Van een uurtje plat naar uurtjes staan: Arendbuizerd op de Maasvlakte!

Met de oogleden op half elf loop ik op de automatische piloot door de wijk naar huis. Heel aandoenlijk, twee blauwe ogen en een brede grijns die je over de rand van de wieg aankijken: zes uur is wel vroeg! In de avond, zodra Louna slaapt, heb ik de tijd om mijn eigen dingen te doen en dan lig ik er wel eens later in. Na haar net naar mama gebracht te hebben is een uur plat te kunnen gaan dan ook een aangenaam vooruitzicht. 'Gaan er mensen naar de arendbuizerd!'. Deze vraag van Jasper Hooymans verschijnt op m'n telefoon. 'Huh waar?' tik ik slaperig. 'Mavla'. Maasvlakte dus. Dat is nog een takke-eind rijden. Thuis kijk ik op Dutch Bird Alerts en lees dat Garry Bakker en Sander Elzerman rond het middaguur een Arendbuizerd hebben ontdekt op een veld naast het Slufterdepot en dat de determinatie inmiddels zeker is. Dit is niet alleen een megasoort, het is er ook één die op m'n wenslijst staat. Zoals de vlag er nu bijstaat, zou ik op een ander moment niet direct overstag zijn gegaan, nu heb ik snel opgeteld. 

Gisteren is namelijk óók al een zeer goede soort ontdekt, de Noordse Boszanger! Deze zeldzame zanger vond Bart Dijkstra 's ochtends langs een pad bij de Westplaat. En dat is om de hoek bij de Arendbuizerd! Niet alleen maken opvallende wenkbrauw- en vleugelstreepjes een zanger spannend (zeldzamere soorten hebben dit vaker), aan deze boszanger kleeft nog de bittere pil die ik eerder moest slikken: vanwege deze soort staarden we in september 2009 op Texel met een groep een lange dag naar een boom -daar komt ie in!- bij een stacaravan. Zonder resultaat, het verhaal erover staat hier: voor nop naar de kop van Texel. Niet verder denken, twee sublieme redenen zijn er al, slapen kan in de auto, gáán! Jasper heeft helaas geen auto tot de beschikking, lijntjes worden uitgezet. Met al snel beet: André Geelhoed wil ook wel gaan, hij zit alleen bij z'n ouders in Barneveld en heeft nu geen auto. Kort er na komt zijn pa mét de auto thuis. André neemt 'm gelijk over, spreekt met Jasper af om half drie bij André's kamer in Presikhaaf, en gaat rijden. Jasper geeft mij de tijd en verzamelplek door en voor ik de fiets naar Presikhaaf trap gaan er een paar extra bakken koffie tegenaan. Zodra ook Rens Huizinga er is, de vierde medereiziger, begint onze tocht van anderhalf uur spanning.


Onderweg hebben we via Whatsapp contact met vrienden die al bij de Arendbuizerd staan, we blijven zo op de hoogte van de situatie. Met nog zeker een uur voor de boeg komt rond drie uur het bericht dat de Arendbuizerd vliegt en steeds hoger gaat. De laatste berichtjes komen hard binnen: 'stipje' en vervolgens 'weg'. Shit! We blijven toch doorrijden, die Noordse Boszanger is er ook nog! En hij schijnt ook gezongen te hebben, dat stemt positief! Dit alles gebeurde alleen voor drie uur; erna wordt het ook stil rond deze knaller. Zwijgend van de spanning rijden we net na vieren de Maasvlakte op. Met uiteindelijk nog een paar kilometer te gaan bedenken we wat te doen. Die Noordse lijkt nu de enige optie. 

'Arendbuizerd weer terug op oude plek!'. Met dit bericht slaat de stemming in de auto gelijk om, euforie, paniek: 'Shit, waar is het ook al weer precies?'. De plank gaat op het gas, een parkeerplaats vol auto's schieten we voorbij: hier zit de boszanger dus. We rijden gewoon door, niet zeker of we eigenlijk wel goed zitten. Internet op de telefoons gaat ineens heul traag. Een beeld van de plattegrond bij een waarneming die ik thuis had bekeken, vertroebeld door de spanning: ik denk dat we goed zitten, twijfel heerst. Jasper belt een vriend voor plekinfo en gaande het gesprek denken we verkeerd te rijden. Stress. We moeten keren! André zet een draai in waarbij we dwars op de weg komen te staan. En op dat moment zie ik in de verte een rijtje auto's langs de weg. Daar is het! André draait terug en zet de eindsprint in.  Snel sluiten we achter de laatste auto aan en pakken onze spullen.
Naast het rijtje auto's staat een groep vogelaars, de telescopen gericht op het veld links van ons. Enkele minuten later kijk ik naar één van de soorten die niet alleen nieuw is, maar ook op m'n lijstje met soorten staat die ik graag eens echt zou zien, een schitterende Arendbuizerd! Wat een massief beest is het eigenlijk als je 'm zo ziet zitten op een paal, zeker in vergelijking met gewone Buizerds op de palen in hetzelfde veld! Ondanks de grauwe lucht, zijn met de telescoop de kenmerken goed te zien. We feliciteren elkaar met de nieuwe soort, en ook degeen die 'm terug vond, Daniël Paalvast. Ondanks zijn hoge verdwijning, en daardoor als vertrokken beschouwd, nam Daniël toch weer een kijkje bij het veld. En kon zo rond vier uur de piep de wereld insturen dat de Arendbuizerd gewoon weer op zijn paal zat. het circus kan verder gaan waar het gebleven was. 
De rij auto's groeit In rap tempo, met hoge snelheid komen mensen soms aan, de laatste meters al dan niet rennend afmakend. Er waren er dus meer die hard gevloekt zullen hebben na zijn verdwijnactie en het er nu niet op aan laten komen nog eens te gaan missen. Om het plaatje af te maken wisselt een kwartier later de rover van paal en laat zo ook in vlucht zien dat ie een slag grotere spanwijdte heeft dan een Buizerd. Laag boven de vlakte draait hij enkele rondjes, om vervolgens een gewone Buizerd van zijn uitkijkpost te dwingen. Wederom is de rover goed te zien, tot hij al snel met de rug naar ons toe draait en zo blijft zitten: we gaan naar de Noordse Boszanger! 
Door het uitblijven van nieuwe meldingen op Waarneming.nl en Dutch Birding lijkt het of deze sinds drie uur uit beeld is, in het veld horen we dat iemand om half vijf 'm nog had. Dat was net! In drie minuten wisselt de auto van parkeerplek, en na een korte wandeling komen we bij de groep vogelaars aan, die verspreid over zo'n vijftig meter staan: niet bepaald een positieve setting. De laatste keer was inderdaad half vijf. De telescoop wordt neergezet, het geduld een tandje hoger. De hele tijd is het een komen en gaan van vogelaars. Waar bekenden elkaar treffen klinkt geroezemoes in de verder kollektief geaccepteerde stilte: te hard geklets overstemt roepende vogels in de haag. En om 'm te missen zijn we hier natuurlijk niet.
Sommigen spreiden hun kansen en schuifelen op z'n tijd een stuk pad op en neer, alert op verdachte bewegingen. Een ander staat één stap in de bosjes en houdt bewegingsloos een struik gefixeerd in de gaten. Nu is de sfeer, zoals vaak bij een zeldzaamheid die zich (lang) niet laat zien, ook wat gespannen, nerveus. Kleine soorten in dichtere bosjes vereisen alertheid; in seconden kan een vogel opduiken en twitchers samenballen. Snel handelen kan net dat verschil maken tussen +1 of desperaat moeten vragen 'waar zit ie dan, waar dan'. De medevogelaar wordt daarom ook in de smiezen gehouden: kijkt iemand, of een groepje, met een kijker, net iets te lang en ingespannen naar één plek, dan zetten sommigen al wandeling in die snel over kan gaan in een sprint. De rest volgt dan vaak slaafs, eigenlijk niet wetend waarom. 
Zo rennen we voor een Tjiftjaf en checkt men toch ook die groep fotografen, die ter tijdverdrijf hun kanonnen hebben gericht op twee Vuurgoudhanen: ook in bezit van een wenkbrauw- en vleugelstrepen, maar niet waar je uren voor hebt gereden. Tegen zes uur klinkt ineens een serieus 'hier zit ie!'. Iemand zou de boszanger zeker hebben gezien. De meute trekt weer bij elkaar en tig paar ogen kleden het stuk groen uit. Uiteraard laat zich niks meer zien, de vraag 'wat is er dan gezien' gaat over in ongeloof. De aandacht is in ieder geval weer scherp. Een stuk verder langs het pad trekt gefladder in een donker deel ver in bomenhaag de aandacht. Uiteindelijk rollen er twee Bladkoningen uit die zwijgzaam insecten bij elkaar zoeken. Kort maar mooi krijg ik ze in de scoop, toch leuk voor m'n jaarlijst! Een half uur en een stuk pad verder foerageren nog twee Bladkoningen, altijd leuk voor de daglijst! Groepjes Watersnippen vliegen over, de slaaptrek lijkt ingezet te zijn. Dit gaat kansloos worden, het licht in de dichte haag gaat hard achteruit en de zangertjes vallen stil. Natuurlijk teleurgesteld, dat het het er niet in zat, en voor mij de tweede keer, lopen we om kwart over zeven naar de auto. Dit keer is het gelukkig geen Texel-verhaal, die Arendbuizerd is wél mooi binnen! Was m'n plan niet even een uurtje plat te gaan? In de auto gaat bij mij het licht uit. een plan voor morgen is al gesmeed


zaterdag 7 september 2013

Kleine Geelpootruiter in de Hengforderwaarden bij Deventer!

Zaterdagmiddag, ruim na één. Louna is net weer naar mama. Met een suizend hoofd drentel ik nu ietwat doelloos door m'n kamer. Een paar dagen vol indrukken en intensieve aandacht voor m'n dochter van elf maanden mogen even bezinken. Nu is er weer tijd voor zaken die geregeld moeten worden, maar ik hik er lichtelijk tegen aan. Afwisselen met iets leuks kan dan motiveren. Gedachteloos speelgoed en andere spullen opruimend mijmer ik 'niet leuk' en 'leuk' aan elkaar, als om tien over twee de toon van een Whatsappbericht klinkt. 

De vogelgroep Rariteiten in Overijssel heeft wat te melden. Ik tik het bericht open en lees wat afwezig, 'Kleine geelpoot Hengforderwaarden door Arno ten Hoeve'. Twee minuten later weer een bericht uit dezelfde groep. Nu alleen 'Kleine geelpootruiter', met een link naar waarneming.nl. Het komt nog steeds als een ver van m'n bed show binnen, 't zal wel ergens bovenin Overijssel zijn, bij Zwolle of nog verder of zo. In m'n gedachten in ieder geval té ver om goed geprikkeld te worden. Wanneer de ontdekking nog eens onder de aandacht wordt gebracht, nu om 14:20 door Frank Wagenaar via de groep Alerts Gelders VogelNet, voelt het ineens iets dichterbij: 'Kleine geelpootruiter net over de grens in overijssel'. Die grens loopt nog steeds tot vlak onder Zwolle, een unheimisch gevoel zorgt nu wel dat www.waarneming.nl wordt ingetypt. Kom dan maar met de details. 

Lichtelijk verbijsterd staar ik naar de waarneming van Arno: niet alleen laat het topokaartje weten dat de Hengforderwaarden vlak boven Deventer liggen, ook heeft Arno alvast een 'bewijsplaat' toegevoegd waar zelfs in de kleinste pixel twijfel geen ruimte krijgt. M'n bek valt stil open: WAUW! De trigger is direct afgegaan en neemt m'n denken over. Binnen de kortste keren flitsen allerlei aan mezelf gerichte redenen door de kop waarom ik zou mogen, of zelfs zou moeten gaan. Van 'goh, dat is wel in de buurt zeg..' naar 'Voor Overijssel is tie nieuw, da's wel een hele goeie dan!', tot 'als dat beest de rivier naar west overvliegt gaat ie Gelderland in, daar hoor je dan bij te zijn Wester!'. En het macho 'eigenlijk best geinig, twee geelpoten in een week' veroorzaakt een lichte grijns. 

Deze nieuwe soort voor Overijssel verscheen vandaag om tien over twaalf in beeld bij Piet Schermerhorn tijdens het tellen van Watersnippen. Piet heeft al een aardige lijst met leuke en goede ontdekkingen op zijn naam in die omgeving. In dit geval vermoed hij Kleine Geelpootruiter, de afstand houdt 'm nog onzeker. Als de ruiter later dichterbij zit raakt hij steeds meer overtuigt van zijn determinatie. Hij zit alleen met een lege accu en kan geen foto's maken, en belt daarom Arno ten Hoeve die binnen tien minuten arriveert. Én gelijk alle twijfel wegneemt. Om 13:45 zet Arno zijn waarneming op Waarneming.nl, samen met de al genoemde bewijsplaten, de sneeuwbal gaat rollen. 

Twee minuten na Frank plaats ik de vraag of er mensen vanuit Arnhem heengaan, vrijwel direct wordt dit weer beantwoord met 'ik nu' door Frank. Twee minuten later staat de afspraak: over vijftien minuten bij station Velperpoort. Het schiet nu van doelloos naar scherp, in tempo zoek ik -shit waar ligt alles nou- m'n vogelspullen bij elkaar. 'Andere schoenen in plaats van gympen? Regenpak, nee joh, blijft droog'. M'n medebewoners kijken de nieuweling vragend aan als ik een spurt door het huis naar de voordeur trek om de fiets te pakken. 'Leg ik later wel uit'. Iets na half drie trek ik op de Steenstraat de autodeur dicht en koersen we door Arnhem op de A50 naar het noorden aan. Halfzware shag kringelt verdampt door de één slag omlaag gedraaide zijramen naar buiten, uit de boxen dreunt onder andere Scooter. Adrenaline en snelheid worden hoog gehouden. En ook de luchtvochtigheid neemt toe, eerste regendruppels worden van de voorruit weggeveegd.
Voor Apeldoorn buigen we oostwaarts de A1 naar Deventer op en direct na het passeren van de IJsselbrug nemen we de eerste afslag, Deventer in. Langs de westkant van Deventer volgen we de wegen door de stad naar het noorden, de laatste vierenhalve kilometer IJsseldijk zijn zo uitgereden. Van ver is aan de hoeveelheid auto's boven aan de dijk al te zien waar we moeten zijn. Alsof het allemaal gaat meezitten draait Frank links het dijkweggetje in en plaatst de auto in één zucht door op de enige vrije plek tussen de overige twitchblikken. Een paar keer kort steken en we kunnen onze spullen uitladen onder een geheel dicht muisgrijs wolkendek. Maar het is wél weer droog! 
Theo van Veenendaal komt net de dijk opgelopen en laat weten dat de geelpootruiter er nog zit en zich fraai laat zien. Evenals een Kanoet en Steenloper! En dat het hier en daar modderig is; ik werp kort een blik op m'n schoeisel: gympen. We sjokken de dijk weer af de Hengforderwaarden in, volgens een bord bij de ingang blijkbaar een Defensieterrein waar wandelen wordt toegestaan.
Asfalt gaat over in natte bemodderde betonplaten, met hinkstapsprong gaat het richting de IJssel. Vlak voor de rivier moeten we linksaf, dit is weer een beter pad. In de verte de doemt een gele shovel op, het doorgegeven herkenningspunt voor de locatie van de Kleine Geelpootruiter. Schuin links voor ons staan al een negental vogelaars uit de regio in linie achter een laag dijkje, onder wie Tim de Boer, Fabian en Tammo Meijer en Erik Lam. Nog voor m'n telescoop staat is met het blote oog de ruiter verderop al gescoord: die staat niet ver weg!
Nauwelijks later staar ik door m'n telescoop naar de prachtige gele beentjes van de Kleine Geelpootruiter op het slikplaatje voor me. Ondanks het miezerige weer laat deze nieuwe soort voor Overijssel zich ongekend fraai bekijken.
Dit is toch wel een twitch van een heel ander kaliber dan de Kleine geelpootruiter vorige week op de Starrevaart bij Leidschendam! Een kwartier lang bekijk en fotografeer ik deze schoonheid, even afgeleid door de Kanoet die eerst vlak voor ons landt, al snel door vliegt, om uiteindelijk naast de geelpoot op te duiken. 
Een geintje die hij later ook uithaalt bij de Steenloper. Nadat ik een fraai beeld van de Kleine in m'n herinnering heb ge-etst, is het tijd de rest van dit gebied beter te bekijken, dat zo te zien nog niet zo heel lang geleden ontwikkeld is. Door de lage waterstand komt een groot slikoppervlak vrij te liggen, die z'n aanzuigende werking op de watervogels niet mist zo te zien: het miegelt er van! Vanachter ons dijkje hebben we zicht op tientallen Watersnippen, Witgatjes, Tureluurs, Oeverlopers, een zevental Kemphanen, Bontbekplevieren, een paar Kleine plevieren en een Bonte strandloper. 


En natuurlijk niet te vergeten, de al genoemde Kanoet en Steenloper. Twee Grote zilverreigers prikken behoedzaam hun eten bij elkaar tussen de vele Slob- en Wilde eenden, Wintertalingen en Bergeenden. Drie nieuwe Grote zilvers flappen later rustig zuidwaarts over ze heen, Aalscholvers staan op een zandplaatje. Eén keer vliegt een groot deel van de vogels op, om vlak er na terug te keren. Daarna gaat weer bijna alles de lucht in en deze keer strijken de meeste vogels zuidelijker in het gebied neer. We kunnen nu iets opener staan, wat de gelegenheid geeft alle randen beter af speuren. 
Het zal weinig verbazen dat van de vogelaars die actief aan een provincie-lijst werken, vooral uit de top van de ranglijst mensen het snelst na ontdekking van een mega, ten tonele verschijnen. De rangen dienen verdedigd te worden, en het is hard sprokkelen om vooral '+1'tjes binnen te blijven halen. Deze soort is er zo'n  
Wanneer deze tegen vier uur opvliegt en pas een honderd meter zuidelijker in de strang weer landt, wordt het voor sommigen onderweg naar ons dan ook knijpen geblazen. Niet alleen is die zuidkant slecht te benaderen, een vrijstaande grote wilg middenin de strang ontneemt ook nog eens het zicht op een deel van het slik met de steltjes. Ergens loopt ie dus, geduldig scannen we heen en weer. En inderdaad, na een tijd komt de ruiter tevoorschijn vanachter de wilg. 
We weten nu in ieder geval waar ongeveer hij uithangt, dit scheelt bij het aanwijzen voor latere nieuwkomers. 
Sommigen komen aangerend en proberen zo snel mogelijk de telescoop op te zetten. Wat dan een zenuwklus wordt en vaak komt dan wel de vraag of ze even door jou scoop mogen kijken, dan is tie vast binnen. Ernaast staan ze dan met de handen in de zakken relaxed te ouwehoeren. Die zijn al binnen. 

Tussen dit alles door voer ik in ObsMapp de Steenloper in, die geflankeerd door de Kanoet, op de noordoever langs het water scharrelt. Zeker is dat het pas m'n tweede voor Overijssel is, de datum van de eerste blijft tot thuis een vraagteken. Frank en ik blijven nog een tijd rondhangen. Om te kijken, te kletsen en stilzwijgend die ene passerende Zwarte Ooievaar of Reuzenstern af te dwingen. Alle drie tegelijk. Meer en meer gaan de steltjes in het zuidelijk deel zitten, voor ons is slik het praktisch leeg. Onze aandacht verslapt en we besluiten af te taaien voor de boel inkakt. We modderen nog wat aan op de weg terug naar de auto en om kwart over vier draait Frank zuidwaarts de IJsseldijk weer op. Onze plek wordt ingenomen door een vogelaar die nog onderweg is naar een +1. Voor welke lijst dan ook. Frank is door dit bezoek een nieuwe soort rijker. En ik? Ik heb er twee in een week. Of een nieuwe voor Overijssel. Of een nieuw, nog fraaier beeld om op te teren. Ach, het was gewoon eens een goeie twitch lekker om de hoek. 

Thuis zoek ik in Waarneming.nl nieuwsgierig naar m'n eerste Steenloper in Overijssel, al snel rolt de adult zomerkleed er uit die ik opstootte uit een veenbak tijdens een watervogeltelling. 28 april 1990 in de Engbertsdijksvenen. Na dik 23 jaar komt de tweede dan om de hoek kijken!  
Het verbaast me ook dat na tien voor zeven vanavond geen waarnemingen meer binnen komen. Is iedereen al verwend door de de waarnemingen elders in het land of zijn alle provincie-twitchers al geweest? Je zou denken dat contractuele verplichtingen dwingt tot afreizen na kantooruren. Het zijn vanavond echter vooral twitchers van verder uit het land.   

De Kleine Geelpootruiter wordt zondag 8 september pas om één uur gemeld en  blijft wederom tot in de avond. Dit keer laten om tien over half acht drie twitchers zich niet aftroeven door de toenemende schemer. Met het betere scoopwerk weten ze 'm nog tussen de Kemphanen te fotograferen, waarna de schemer ze opslokt. In de ochtend van de 9e is er slechts één melding om 8:35, vervolgwaarnemingen blijven uit.

zondag 1 september 2013

Kleine Geelpootruiter op de Starrevaart bij Leidschendam

Ik logeer bij m'n vogelmakker Ronald Stolk in Arnhem als in de vroege avond van 31 augustus door Wouter van der Ham op de Starrevaart bij Leidschendam een Kleine Geelpootruiter wordt ontdekt, een erg leuke én zeldzame steltlopersoort. M'n gedachten gaan die avond niet direct uit naar een bezoek aan deze vogel, er is nog het een en ander te regelen in het Arnhemse, en sta er daarom verder niet echt bij stil. 
Vanochtend kreeg Ronald de vraag van Herrald Damen of hij mee wil naar de geelpootruiter. Helaas moet hij werken, en stapt rond acht uur dan ook de deur uit. Langzaam vertrekt de slaap uit m'n kop en bedenk wat en hoe vandaag alles gedaan kan worden. Nog steeds sta ik niet echt stil bij het idee te gaan twitchen. Als echter een optelsom is gemaakt, blijkt dat wat geregeld moet worden óf telefonisch kan, óf niet veel tijd te vragen. Een bezoek zóu dus mogelijk kunnen zijn, als deze maar niet te lang duurt. Bij een blik op de waarnemingen en foto's van gisteren op Waarneming.nl trekt de kriebel nu toch wat harder door, de vogel laat zich blijkbaar redelijk bekijken. Daarnaast staat mijn eerste en tot heden enige Kleine Geelpootruiter, op 9 oktober 2005 in de Prunjepolder in Zeeland, me ook niet zo helder meer voor ogen. Om half negen stuur ik dan ook een bericht naar Herrald en vraag wat z'n plannen precies zijn. Hij blijkt om negen uur vanuit Huissen te willen vertrekken en dan op en neer te gaan. Dat klinkt me als muziek in de oren -lekker om weer eens te twitchen- en hap toe als hij vraagt of ik mee ga. Rap gooi ik koffie en het ontbijt naar binnen en een klein half uur later gaat m'n fiets in het rek bij de afgesproken plek, de Rembrandtbioscoop aan het Velperplein. 
Chris Klaassen blijkt ook mee te gaan en met z'n drieën rijden we naar het westen. om een uur en twintig minuten later de parkeerplaats aan het begin van de Kniplaan op te draaien. De Kniplaan ligt tussen de plassen, bijna aan de andere kant van de weg houdt de geelpootruiter zich in een hoek op. Rustig sjokken we het ruiterpad bovenop de dijk af naar onze bestemming. Tegemoet lopende vogelaars laten weten dat ie er nog zit en dat eigenlijk vanaf de dijk qua licht de ruiter zich mooier laat zien: we moeten alleen soms geduld hebben omdat ie dan net achter een rietkraag loopt. We blijven dan ook op het ruiterpad staan, we zijn op een nog een paar vogelaars na dan de enigen. Aan de overkant, in dezelfde hoek van de plas, staat eveneens een groep vogelaars die hun telescopen op dezelfde hoek hebben gericht. 
De telescoop wordt opgesteld en een eerste scan van de hoek levert alleen tientallen Watersnippen en Zwarte Ruiters op, de Kleine Geelpoot zit nu blijkbaar inderdaad net buiten ons blikveld. Door de scoop is te zien dat de vogelaars op de andere hoek wel actief kijken naar iets, net buiten ons zicht. Het zal een kwestie van geduld zijn. En inderdaad, nauwelijks acht minuten na aankomst stapt de adult zomerkleed Kleine Geelpootruiter al foeragerend m'n beeld in. 
We hebben het licht vanuit onze positie mooi mee, de vogel is dan ook, hoewel op enig afstand, aardig te bekijken. De gele poten vallen goed op, evenals de fijne bouw van de vogel. Tussendoor wordt de rest van de Starrevaartplas ook bekeken, wat onder meer een slapende man Rosse Stekelstaart oplevert. Nu pas valt m'n oog ook op de Krombekstrandloper en Bonte Strandloper, die in de hoek bij de ruiters foerageren.
Ondertussen voegen andere vogelaars, waaronder Luuk Punt, zich bij de groep die groeit tot een man of twintig. Luuk verteld tussendoor dat in een plasje iets verderop gisteren een Porseleinhoen rondliep, een ralletje die altijd de moeite waard is om te bekijken. Na een half uur genieten van de ruiter lopen we dan ook naar het andere eind van de Kniplaan waar een met riet omzoomt slikkerig plasje ligt. Vanaf het fietspad op de dijk erlangs hebben we redelijk goed zicht op de slikranden.
Met een man of acht scannen we de slikrandjes af, maar als positief resultaat er niet snel in zit vertrekken de meeste vogelaars weer. Aandachtig blijf ik de rietranden heen en weer scannen in de hoop het ralletje ineens op m'n netvlies te krijgen, heimelijk in de donkere delen van het riet scharrelend. Na een kwartier moet ik helaas erkennen dat het er blijkbaar niet in zit vandaag en rustig lopen Chris, Herrald en ik weer naar de geelpootruiter.
De klok tikt ondertussen gewoon door richting de middag, tot iets voor twaalf nemen we de tijd om naast de geelpootruiter ook de rest van de plas te bekijken, waarna de auto weer wordt opgezocht. Mooi vroeg in de middag komen we weer in Arnhem en met een vers beeld van de Kleine Geelpootruiter in het geheugen door deze geslaagde twitch ga ik goedgemutst aan de slag met wat er verder op m'n planning staat voor vandaag.

De volgende ochtend zit de Kleine Geelpootruiter er nog steeds, rond acht uur kiest ie echter het luchtruim en verdwijnt hoog uit het gebied. Om op 3 september teruggevonden te worden in de Poelgeestpolder bij Warmond! Hier verdwijnt hij in de ochtend van 4 september weer, om diezelfde middag weer op te duiken bij de Starrevaart!